Het Iraakse leger start een offensief tegen de rebellie in Fallujah en Ramadi van de Al Qaeda-groepering ISIL. De VS hebben al nieuw militair materiaal beloofd. In werkelijkheid is wat daar gebeurt veel complexer en zal deze aanval de problemen alleen verergeren.
Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL)
Sinds twee jaar is een groepering actief in Irak en Syrië die zich (met zijn Engelse benaming) eerst Islamic State of Iraq and Syria noemde (ISIS) noemde, nu Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL). De historische regio Levant omvat de huidige staten Cyprus, Libanon, Syrië, Israël, Palestina, Jordanië en zuidelijk Turkije (het deel dat ooit een geheel vormde met de huidige Syrische provincie Aleppo).
Volgens de media gaat het om het ‘bevrijden’ van deze steden en de omliggende regio van een bezetting door Al Qaeda. Het klopt dat de beweging ISIL zijn inspiratie vond bij Al Qaeda. Al Qaeda is echter nooit een uniforme beweging met één afgelijnd gedachtengoed geweest, laat staan dat het ooit een centraal leiderschap heeft gehad.
Hier werd de moord op Osama Bin Laden en een vijftiental andere topfiguren van de beweging voorgesteld als de onthoofding van Al Qaeda. Niets is echter minder waar. Al Qaeda heeft geen structuur en heeft die ook nooit gehad. Eerder ging het om verspreide actiegroepen die zich op eenzelfde religieus geïnspireerde ideologie baseerde.
Dat die ideologie nog verder kan ontaarden toont de beweging ISIL, die nu zelfs voor een aantal leidende figuren van Al Qaeda te extreem bevonden wordt. Zij namen afstand van de massale arbitraire en willekeurige afslachting van ‘ongelovigen’ die ISIL al twee jaar uitvoert in de door hen gecontroleerde grensstreek tussen Syrië en Irak.
ISIL wil niet minder dan het oprichten van een Islamitische Staat in de ‘Levant’, te beginnen met Irak en Syrië. De beweging is een verdere radicalisering van de beweging ‘Al Qaeda in Irak’, die op zijn beurt is ontstaan als gevolg van de bezetting van Irak door de VS en Groot-Brittannië.
Bezetting leidt tot verzet
Precies zoals de eigen Britse en Amerikaanse veiligheidsdiensten hadden voorspeld, heeft de bezetting geleid tot een radicalisering van het verzet en een toename van terreuraanslagen. Pas na de gruwel van de bezetting kon Al Qaeda – een beweging die tot 2003 geen enkele voet aan de grond had in Irak – zijn invloed ook daar laten gelden.
In lijn met de eeuwenoude traditie van ‘verdeel en heers’ die de Britse medebezetter nog heeft toegepast tot in de eerste helft van vorige eeuw in zijn kolonies in het Midden-Oosten, hebben de bezetters van Irak onmiddellijk de tweestrijd tussen soennieten en sjiïeten aangewakkerd.
Dat is een logische tactiek. Het is immers de beste strategie om te vermijden dat er een eensgezind verzet tegen de bezetter ontstaat. De uitzichtloze chaos en vernietiging van het land deden de rest. Het is niet zo dat de VS en Groot-Brittannië die tweespalt hebben gecreëerd. Die was er altijd al, maar had nooit dergelijke extreme vorm aangenomen als nu het geval is.
Complete chaos in Irak
Elf jaar na het begin van de bezetting is de chaos in Irak compleet. 2013 was het dodelijkste jaar in de voorbije vijf jaar. Er vielen volgens de meest conservatieve cijfers 7800 doden en meer dan 18000 gewonden. Het ziet er bovendien naar uit dat 2014 erger wordt. Sinds 1 januari zijn er al 108 doden gevallen (tot 7 januari).
ISIL werd ondermeer bekend door een aantal spectaculaire acties tot in de hoofdstad Bagdad. Zo bevrijdde ISIL 500 gevangenen uit de beruchte gevangenis van Abu Ghraib. De leden van ISIL zijn zeer geharde strijders, een groot aantal is trouwens geen Irakees. Heel wat van hun soldaten komen uit de omringende landen en hebben onder andere in Lybië gevochten (aan de zijde van de NAVO) voor de omverwerping van Moeammar Khaddafi.
Voor het ogenblik controleert ISIL delen van de steden Fallujah en Ramadi, evenals de verbindingswegen in de regio van de provincie Anbar, die grenst aan Syrië en Turkije. De voorbije twee jaar heeft ISIL alle bruggen en wegen, die de omliggende dorpen en steden met de hoofdweg tussen Fallujah en Ramadi verbinden, opgeblazen. Het Iraakse leger en de politie hebben de controle over de regio verloren.
Zo kunnen de strijders van ISIL vanuit de provincie Anbar ongehinderd de grens oversteken om een aantal dagen in Syrië te gaan vechten, waarna ze naar het ‘veilige’ Irak teruggaan om uit te rusten en nieuw wapentuig mee te nemen.
Lokaal recruteert ISIL op twee manieren. Enerzijds vinden ze onder geradicaliseerde jongens vrijwilligers om de rangen aan te vullen. Die hebben gruwelijke vernietigingen en afslachtingen meegemaakt, ondermeer de twee invasies van het Amerikaanse leger in Fallujah in 2003 en 2004 en de daaropvolgende repressie door het regime in Bagdad. Anderzijds houden ze de rest van de bevolking onder bedwang met niets ontziende terreur, waarbij willekeurige executies en folteringen routine zijn.
Die terreur heeft dergelijke vernietigende proporties aangenomen dat de stamleiders in de provincie Anbar, die nochtans soennieten zijn, terug aansluiting zoeken bij de door sjiïeten gedomineerde regering in Bagdad, die ze voor het overige evenmin vertrouwen.
Een regering zonder legitimiteit …
Voor de regering in Bagdad is de bezetting van een bijna volledige provincie door ISIL niet alleen maar een uitdaging van het centrale gezag van de officiële overheid. De regering in Bagdad heeft bovendien bijna geen enkel legitiem draagvlak bij de bevolking meer, zelfs niet bij de sjiïetische bevolking. De corruptie en repressie treft hen immers even erg. Daarom is de opstand van ISIL een te gevaarlijk voorbeeld. Dit zou wel eens navolging kunnen krijgen in de rest van het land.
De regering van eerste minister Al Maliki gebruikt ook voortdurend het excuus van ‘Al Qaeda – ISIL’ om vreedzame protesten van de burgerbevolking keihard aan te pakken. Deze protesten worden in de media voorgesteld als radicale acties georganiseerd door ISIL. In dergelijke omstandigheden wordt burgerprotest wel geïnstrumentaliseerd door strijdende krachten, dus ook door ISIL. Dat verandert echter niets aan het feit dat de onvrede van de bevolking met de centrale regering in Bagdad zeer reëel is en dat de protesten wel degelijk een uitdrukking zijn van de wil van de lokale bevolking.
… en een leger zonder legitimiteit
Het Iraakse leger kan de rechtstreekse confrontatie met ISIL niet aan. Voor de VS (en Groot-Brittannië) is een nieuwe massale inzet van eigen troepen echter niet langer een optie. De oorlog is in eigen land te onpopulair geworden. Na al het gepoch over ‘behaalde successen’ is het trouwens moeilijk om nu toe te geven dat er in Irak niets is opgelost. Integendeel, het is er erger dan voorheen. De VS hebben reeds drones en grondraketten toegezegd (met de omineuze naam ‘Hellfire’, hellevuur).
Die wapens zullen wel leiden tot de strategische terugtrekking van ISIL uit de betrokken steden, tenminste uit die wijken die ze controleren, eventueel zelfs uit de regio. In Jemen en andere plaatsen is echter al voldoende aangetoond, dat dit soort wapens de problemen niet oplost en dat het fenomeen daarna weer opduikt in een andere vorm, op een andere plaats en na verloop van tijd zelfs terugkeert. Het leidt ondertussen alleen tot een verdere radicalisering van de bevolking.
Bovendien mag niet worden uitgesloten dat de bevolking na de verdrijving van ISIL en andere groeperingen zijn verzet zal richten op het leger. Alle kiemen voor een regelrechte volksopstand tegen het regime in Bagdad zijn in de maak.
De gevolgen van een logisch buitenlands beleid
Wat nu in Fallujah gebeurt toont andermaal de perversiteit van het buitenlands beleid van het westen en zijn lokale bondgenoten aan. Zo kan het dat de VS nu wapens levert tegen een organisatie die ze in het buurland Syrië steunt (in Lybië zelfs met rechtstreekse militaire steun van de NAVO). Zo kan het ook dat Westers bondgenoot Saoedi-Arabië daarentegen wapens en middelen levert aan ISIL in Irak én in Syrië, terwijl de VS wapens levert aan de tegenstanders van ISIL in Irak.
Critici wijzen op de gepercipieerde onsamenhangendheid van het buitenlands beleid van de VS, het Westen en zijn bondgenoten in het Midden-Oosten. Dat dit beleid met zijn gruwelijke consequenties moet afgekeurd worden zal geen enkel redelijk mens betwisten. Het is echter verkeerd om dat beleid ‘onsamenhangend’ te noemen. Dat is het niet.
Er zit een zeer consequente continuïteit in het buitenlandse beleid van de VS in het Midden-Oosten van 1945 tot nu. Die is dezelfde als die van alle grootmachten van alle tijden. Machtsbehoud, machtsuitbreiding, economische controle zijn de leidende motieven van dat beleid. Respect voor mensenrechten en democratie zijn daarbij incidenteel, enkel goed voor ronkende editorialen of plechtige toespraken op de VN-Veiligheidsraad.
Dezelfde motieven die verklaren dat de VS een organisatie in het ene land steunt en in het andere bestrijdt, de éne dictator verwent en de andere omverwerpt, zijn ook de motieven die verklaren waarom Rusland in Tsjetsjenië elke poging tot zelfbeschikking van volkeren gewelddadig onderdrukt en er vlak naast in Georgië net het omgekeerde doet.
Diezelfde motieven verklaren ook waarom ooit een klein fanatiek groupuscule als de Khmer Rouge in een door de VS platgebombardeerd Cambodja aan de macht kon komen, meerdere jaren westerse steun kreeg en pas voor de aan de gang zijnde genocide werd aangeklaagd toen het tij keerde en de belangen anders kwamen te liggen.
Het probleem is niet dat er geen lijn zou zitten in het westers beleid in het Midden-Oosten. Het probleem is dat er wél een lijn in zit en dat de logica van dat beleid genegeerd en ontkend wordt door de media, de enige instellingen die de bevolking daarover zouden kunnen informeren.
Zo valt het ook te verklaren waarom diezelfde genocide in Cambodja in alle westerse media werd aangeklaagd – want uitgevoerd door een vijand – terwijl tezelfdertijd de genocide in Oost-Timor werd genegeerd, ontkend, goedgepraat, geminimaliseerd – want uitgevoerd door een bondgenoot.
Het probleem is dus niet dat er geen lijn zou zitten in het westers beleid in het Midden-Oosten. Het probleem is net dat er wel een lijn zit in dat beleid en dat die logica genegeerd wordt door de media, die als enige de publieke opinie zouden kunnen inlichten over wat er in onze naam in die verre landen wordt gedaan.
Wat in de komende weken staat te gebeuren in Fallujah zal zonder twijfel vreselijk zijn voor de lokale bevolking. Deze operatie uitsluitend herleiden tot een ‘strijd tegen Al Qaeda’ is een ontkenning van de complexiteit van een conflict dat niet met Westerse interventies op te lossen valt.
Het is tevens een ontkenning van de historische context van een regio die al twee eeuwen lang het recht en de kans op het kiezen en bepalen van een eigen toekomst ontzegd wordt. Het is echter bovenal een ontkenning van de eigen westerse verantwoordelijkheid voor het ontstaan en instandhouden van de gruwelijke en mensonterende chaos van het Midden-Oosten.