VRT en NMBS dezelfde strijd? Niet volgens VRT

FacebooktwitterFacebooktwitter

Media, politici en zelfverklaarde experten zijn unaniem: de enige schuldigen voor alles wat misloopt met de trein is het personeel, vooral dan de vakbonden die hen vertegenwoordigen. Nuancering, achtergrond, historiek en feiten worden weggelaten. Ook dat ander overheidsbedrijf, de openbare omroep VRT, sluit zich hier volmondig bij aan. Next?

Het is al enkele jaren bezig: de bashing van de vakbonden in het algemeen en de spoorvakbonden in het bijzonder, maar sinds de spoorvakbonden recent een stakingsaanzegging indienden voor januari 2016 is het hek helemaal van de dam. NMBS-personeel? Leeglopers die teveel verlof krijgen, te hoge premies eisen, daar veel te weinig voor werken en als ze al werken dat ‘werk’ niet eens goed doen.

Zij en zij alleen zijn de schuldigen voor de vertragingen, de overvolle treinen, de vuile stations, de slechte dienstverlening, de niet-werkende automaten. Pendelaars – schrijver dezes inbegrepen – ondervinden het dagelijks aan den lijve. Achter deze interpretatie van het falen van de NMBS gaan een aantal onuitgesproken premissen schuil, die als ze letterlijk worden uitgesproken niet lang standhouden.

Is het inderdaad alleen de schuld van één treinbestuurder, één treinbegeleider, één seingever, één technicus dat een bepaalde trein niet uitrijdt, te laat vertrekt of vertragingen oploopt? Is het enkel en alleen de schuld van die personen dat een trein een technisch defect oploopt, dat een trein overvol is?

Eigen belang alleen?

Onder meer VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten spreekt er schande over dat de spoorvakbonden alleen hun eigenbelang nastreven. Rutten aan spoorbonden: “U dient alleen uw eigen belang”. Dat de liberale partij van oordeel is dat alleen werkgevers en grote bedrijven recht hebben op collectieve organen voor de verdediging van hun belangen is al langer bekend. Het blijft echter een bevreemdende uitspraak.

Rutten verwijt de vakbonden dat ze doen wat ze verondersteld worden te doen en waar ze voor bestaan, namelijk de rechten van hun leden verdedigen. De vakbonden doen zelfs meer dan dat. De rechten die de vakbonden verwerven door het sociaal overleg en door stakingen – ga er de geschiedenis op na – gelden immers voor alle werknemers, niet alleen voor de leden.

De absurditeit van dit soort beschuldigingen kan je best tonen door ‘vakbonden’ in dergelijke uitspraken te vervangen door ‘politieke partijen’ of ‘werkgeversorganisaties’. Politieke partijen die opkomen voor de belangen van hun kiezers, werkgeversorganisatie die opkomen voor de belangen van de grote bedrijven? Onaanvaardbaar?

Syndicale communicatie

In tegenstelling tot kapitaalkrachtige organisaties zoals bedrijven en werkgeversorganisaties hebben vakbonden noch de middelen noch de cultuur om persdiensten te bemannen met duur betaalde consultants die uitdokteren hoe aan elk probleem een draai kan worden gegeven. Woordvoerders van bedrijven, ministers, politieke partijen zijn steevast mediaprofessionals die de media als geen ander kennen en begrijpen (en er zelf mee vorm aan geven).

Niets van dit alles bij de vakbonden. Woordvoerders zijn bijna steeds gedreven activisten, die hun medewerknemers kennen, die dagelijks met de reële sociale problemen begaan zijn, die geloven in de rechtvaardigheid van de sociale strijd. ‘Perceptie’ is echter aan hen niet besteed. Zij vertellen aan de pers hetzelfde dat ze aan hun leden vertellen. In een atmosfeer waar elke vakbondsactiviteit verdacht is geworden kunnen zij met andere woorden niet winnen. Hun boodschap is bij voorbaat gedoemd om negatief te worden geïnterpreteerd.

In de huidige mediaconstellatie, waar korte oppervlakkige quotes, tactisch gekozen bewoordingen en gladgestreken perscommuniqués ‘klaar voor gebruik’ de norm zijn geworden, trekken de vakbonden aan het kortste eind. Termen als werknemersstatuut, loonbarema’s, ploegpremies, weinig journalisten hebben er kaas van gegeten.

Al te vaak vergeten syndicale woordvoerders dat zij zich in de media niet tot de eigen achterban richten maar tot de algemene bevolking. Dat vergt een fundamenteel andere aanpak dan interne communicatie in de bedrijven en diensten. Zouden de vakbonden dus meer werk moeten maken van kwalitatieve externe communicatie? Absoluut. Is daar mee de kous af? Verre van. Het is immers maar de vraag of de selectieve manier waarop de media omgaan met alles waar vakbonden voor staan wel iets zou veranderen aan hun negatieve aanpak?

De vakbonden spannen zich wel degelijk in om de media te informeren. Zo hebben de spoorvakbonden meermaals weerwerk gegeven om de mythe van de 60 dagen verlof (het cijfer varieert voortdurend) te weerleggen. Die leugen werd voor het eerst geuit door voormalig CEO Marc Descheemaecker bij de lancering van zijn boek Dwarsligger, waarin hij neoliberale ideologie de vrije loop liet. Treinbestuurder Jantograaf vatte het nog eens samen in zijn blog.

Descheemaecker en de partij waar hij nu lid van is, de N-VA, weten echter als geen ander hoe de hedendaagse massamedia werken. Lanceer een perceptie, de media doen de rest. De waarheid verhuist wel naar pagina tien, enkele weken later. Nieuw is het niet. “Als je een leugen groot genoeg vertelt en ze blijft herhalen, dan gaan de mensen ze uiteindelijk geloven.”1

Zelfs met de gebrekkige communicatie van de vakbonden, blijft er een veel dieper probleem. Ontslaat dit de media van hun plicht om zelf informatie te dubbelchecken, door bijvoorbeeld de geldende arbeidsnormen voor ploegenarbeid bij de NMBS te vergelijken met wat gebruikelijk is in privé-bedrijven waar ook ploegenarbeid geldt? Door bijvoorbeeld na te gaan dat al die compensatiedagen enkel gelden voor het personeel dat effectief in ploegen werkt en niet voor het andere personeel? Integendeel, wat de lezer/kijker/luisteraar krijgt is klakkeloze overname van het verhaal van de ene en zwaar kritisch uithalen naar het verhaal van de andere.

Besparen onderaan, uitgeven bovenaan

Het parlementair onderzoek van het failliet van Sabena bracht een aantal politieke mechanismen aan het licht die de ondergang van het bedrijf onvermijdelijk maakten. De huidige gang van zaken bij de NMBS geeft aan dat het dezelfde richting uitgaat. Uit dat Sabena-onderzoek bleek onder meer dat het perfect mogelijk is dat een groot complex bedrijf op de ene plaats teveel personeel heeft en op de andere te weinig.

Het klopt inderdaad dat de NMBS teveel en te duur betaald personeel heeft. Maar niet overal. Zo heeft de NMBS een zwaar overladen topstructuur met duurbetaalde directies, met politiek benoemde beheerraden en met een gesplitst beheer voor infrastructuur (Infrabel) en exploitatie (‘NMBS’). De absurditeit van deze gesplitste structuur is al eerder aangetoond op deze website.

Dit zijn reeds drie domeinen waar de NMBS zwaar zou kunnen besparen: de overladen bedrijfstop, de overbetaalde en politiek benoemde raden van bestuur en de gesplitste structuur. Daar wordt echter niet aan geraakt.

In die gespleten structuur zit een systeem ingebakken dat het financiële verlies van het openbaar vervoer per trein structureel en permanent maakt. De ‘NMBS’-exploitant betaalt immers veel duurdere dan marktprijzen voor het gebruik van de sporen aan uitbater van die infrastructuur Infrabel. Infrabel doet het dan zogezegd goed, terwijl de ‘NMBS’ de schulden blijft opstapelen.

De overheid zou evengoed kunnen beslissen om dat systeem gewoon af te schaffen en het gebruik van de spoorbeddingen terug gratis maken. Met het geld dat Infrabel van de NMBS krijgt betaalt het bedrijf de stations. Dat is het idee in theorie. Een van de essentiële onderdelen van het bedrijf wordt zo uit handen gegeven aan het ‘andere’ bedrijf Infrabel. Dat andere bedrijf heeft geen enkel oog voor openbaar vervoer.

De gevolgen van die gesplitste structuur laten zich dagelijks ook voelen op andere vlakken. Die gesplitste structuur is er verantwoordelijk voor dat kleine vertragingen telkens weer grote chaos veroorzaken, dat treinbegeleiders en treinbestuurders geen flauw benul hebben wat er gaande is en de reizigers dus ook niet kunnen inlichten. Een voorbeeld uit het verleden: ooit was het gangbare praktijk dat in een station bij aankomst van een late trein werd omgeroepen dat een aansluitende trein nog stond te wachten. Dat behoort nu definitief tot het verleden, wegens niet werkbaar door de gesplitste structuur…

Kortom zoveel problemen die zouden kunnen worden opgelost en waar het personeel geen schuld in treft. Het personeel eenzijdig met de  vingers wijzen is niet alleen onterecht, het is bovendien tragisch. Het zijn immers net de gewone spoormensen die er dagelijks alles aan doen om een en ander zo veel mogelijk te verhelpen, het zijn net zij die zich zeer goed bewust zijn van wat er misloopt en daar nooit over gehoord worden (Zie ‘Treinbegeleiders unaniem: gesplitste structuur werkt niet’).

De dagelijkse problemen van de trein uitsluitend aan het personeel verwijten is oneerlijk en misleidend. Het komt er op neer dat je verplegers en dokters verwijt dat ze minder goed werk leveren door overheidsbesparingen, maar dat je tegelijkertijd de overheid die die besparingen heeft opgelegd volledig buiten schot laat.

De echte verantwoordelijke heeft een naam: regering

De Belgische federale regering wil besparen op het openbaar vervoer per trein, op de meest ecologische vorm van mobiliteit, terwijl de klimaatconferentie COP21 oproept om een oplossing te vinden voor de verkeerschaos. Tijdens dezelfde nieuwsberichten hebben radio en tv het eerst over de schande van aangekondigde stakingen bij de trein, waarna de dagelijkse routine van de berichtgeving over de files en de verkeersopstoppingen volgt.

België is niet zomaar een land met verkeersproblemen. Volgens internationale studies is België in proportionele verhouding tot zijn bevolking de wereldrecordhouder op vlak van langste en langstdurende files ter wereld. Bovendien voeren twee Belgische steden de wereldlijst aan van steden met fileproblemen en luchtvervuiling door fijn stof: Brussel en Antwerpen.

Deze regering heeft ook beslist om de afwerking van het Gewestelijk Expresnet rond Brussel – de meest voor de hand liggende oplossing voor het verkeersprobleem van de hoofdstad – nog verder uit te stellen tot na 2025. Niets van dit alles in de debatten op tv, de interviews op de radio, de artikels in de kranten.

Het stopt niet met de NMBS

Er is bovendien meer aan de hand dan de wil van een regeringsmeerderheid om de NMBS te privatiseren. Het bashen van de spoorvakbonden op alle fronten past in een ruimer kader. De spoorvakbonden zijn de laatste werknemersorganisaties die nog in staat zijn sociale acties over het hele land te voeren. Het zijn ook de vakbonden die zich het hardst verzetten tegen de neoliberale aanval op de sociale arbeidsrechten.

Deze regering wil breken met het verleden van sociaal overleg. Net als Thatcher met de mijnwerkersvakbonden in 1981-1982 heeft deze regering een veel groter plan dan alleen maar besparingen bij de trein. (Zie ‘Repressie Britse mijnstaking ’84-’85 relevante les voor sociale strijd vandaag‘) Dit past in een ruimer ideologisch kader, die de hardnekkigheid van de strijd tegen de spoorvakbonden verklaart.

Het lijdt daarnaast geen twijfel dat heel wat bedrijven popelend zitten te wachten of het lukt om het spoorpersoneel loonverlies tegelijk met langere werkuren op te leggen (de 36-urenweek bij de NMBS geldt alleen voor het technisch personeel dat in ploegendienst werkt, niet voor alle andere personeelsleden en werd overeengekomen in ruil voor substantieel loonverlies en duizenden afvloeiingen).

Tu quoque, VRT?

Dat de commerciële media, de kranten, VTM en consoorten getrouw deze neoliberale agenda van de regering weergeven valt nog enigszins te bevatten. Het zijn ten slotte allemaal bedrijven die termijnwinsten en verkoopcijfers als enige bestaanscriterium hebben.

Dat ook de openbare zender VRT die logica volgt valt minder goed te begrijpen. Er is meer aan de hand dan alleen maar één journalist die twee oude spoorbazen de vrije loop laat, zonder hen één kritische vraag te stellen. Wat bijvoorbeeld met het financiële débacle van Etienne Schouppe, dat de NMBS op de rand van het failliet bracht en met een schuld oplaadde die ze nog steeds draagt? Wat met de zware achteruitgang van de stiptheidscijfers onder Descheemaecker?

Er is ook meer aan de hand dan een journalist die in een interview met de vakbonden het ene na het andere cliché en vooroordeel debiteert over ‘gijzeling van de reizigers’ of ‘het vergeten van de studenten tijdens hun examens’ (terwijl deze regeringen er alles aan doen om studeren duurder en ontoegankelijker te maken, onder meer met duurdere treinabonnementen).

Er is eveneens meer aan de hand dan een journalist die een kritiekloos gesprek voert met CEO Jo Cornu over een benchmarking studie van juni 2015. Die studie zou bewijzen dat de NMBS slechter presteert dan zowat alle andere Europese bedrijven Op basis van dat onderzoeksrapport gaf Cornu een persconferentie met een Powerpointpresentatie. Zes maand later heeft hij het rapport zelf nog steeds niet vrijgegeven. De besluiten die hij er uit trok werden zonder enige aarzeling aanvaard als geldig door alle media, VRT incluis.

Ik weiger te geloven dat alle journalisten van de VRT en hun medewerkers unaniem achter de huidige anti-syndicale redactielijn van de openbare omroep staan. Hun stilzwijgen is meer dan instemming. Zo bereiden zij mee het lot voor dat de VRT zelf te wachten staat. Degenen die het niet eens zijn met deze gang van zaken bij de openbare omroep zijn nochtans met meer dan ze denken.

1 Na de Tweede Wereldoorlog werd deze quote dikwijls aan Lenin toegedicht. Dat klopt niet. Het was Duits minister van propaganda Joseph Goebbels die het regelmatig zei in verschillende vormen. Zo zei hij ook: “Een leugen duizend maal herhaald wordt de waarheid.”

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.