47 executies in Saoedi-Arabië: alleen maar makke reacties

Dira Square in Riyad, lokaal ook bekend als chop-chop-square, omdat hier regelmatig openbare onthoofdingen plaatsgrijpen

Dira Square in het centrum van de hoofdstad Riyadh is de plaats waar openbare onthoofdingen worden gehouden (WikiMedia Commons)

FacebooktwitterFacebooktwitter

In het Midden-Oosten, India en Indonesië reageren mensen zeer heftig op de recente massa-executie van 47 personen in Saoedi-Arabië, waaronder de sjiïetische geestelijke leider Nimr al-Nimr. Deze heftige reacties worden in de media ook ruim becommentariëerd. Zo goed als geen aandacht is er voor de bijzonder makke reactie van de westerse regeringen.

Saoedi-Arabië zette 2016 in met de executie van 47 terdoodveroordeelden in één. Onverwacht was dit niet, de Saoedische regering had begin november 2015 – in een reactie op de internationale afkeuring van vorige executies – al gereageerd met een verklaring dat ‘binnenkort’ meer dan 50 executies zouden worden uitgevoerd.

Zware protesten

Het regime verdedigde de executies met het argument dat he grotendeels over al-Qaïda-terroristen gaat die honderden slachtoffers op hun geweten hebben. De protesten in het buitenland concentreerden zich echter op één van de slachtoffers, geestelijk leider Nimr al-Nimr. Hij werd geëxecuteerd voor het uiten van meningen over het Saoedische koninkrijk. Officieel werd hij veroordeeld voor landverraad en ongehoorzaamheid aan de koning.

De protesten waren het hevigst in Iran. De Saoedische ambassade werd bestormd en zwaar beschadigd door betogers. De Iraanse overheid veroordeelde de executies van Nimr al-Nimr, maar keurde ook de rellen af en hield een aantal van de daders aan. Als reactie op de schending van haar ambassade heeft Saoedi-Arabië de diplomatieke relaties met Iran opgeschort. Het koninkrijk Bahrein heeft zich daar bij aangesloten.

In fel contrast met de uitgebreide berichtgeving over de rellen in Iran en meerdere andere landen in de regio, tot in India en Indonesië, naar aanleiding van de executies, is er nauwelijks aandacht voor de makke reacties die westerse regeringen formuleerden over de feiten.

Makke reacties

In Groot-Brittannië, traditioneel een van de oudste en sterkste bondgenoten van Saoedi-Arabië (en de koloniale macht die de Saoedi-dynastie op de troon hielp), werd de commentaar op de executies overgelaten aan onderminister van Buitenlandse Zaken Tobias Ellwood.

In een verklaring herbevestigde de Britse regering haar principieel verzet tegen de doodstraf, “om welke reden dan ook”, zonder specifiek te verwijzen naar de recente executies. Onderminister Ellwood meldde nog dat hij “teleurgesteld” was door de terechtstellingen, zonder Nimr al-Nimr bij naam te noemen. In dezelfde verklaring veroordeelde hij ook de aanval op de Saoedische ambassade in de Iraanse hoofdstad Teheran.

Daarnaast herhaalt de Britse regering haar reeds meermaals aangehaald argument dat zij “door de nauwe vriendschapsbanden met Saoedi-Arabië in staat is druk uit te oefenen op de praktijk op vlak van mensenrechten in het koninkrijk.

In oktober 2015 was Brits minister van Buitenlandse Zaken Philip Hammond nog naar de Saoedische hoofdstad Riyad gevlogen om de plooien glad te strijken, nadat onder meer Jeremy Corbyn hevige kritiek had geuit tegen vorige terechtstellingen.

Ongewoon initiatief

Saoedisch ambassadeur Mohammed bun Nawaf had toen het ongewone initiatief genomen voor een opinie-artikel in de krant The Telegraph. Daarin benadrukte hij dat terechtstellingen in Saoedi-Arabië worden uitgevoerd volgens de geldende wetten en op basis van soevereine rechtspraak. Bovendien levert zijn land volgens hem een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van Groot-Brittannië.

Hij was echter vooral ontstemd over het feit dat Britse parlementairen, waaronder Labour-voorzitter Jeremy Corbyn, opriepen om contracten voor de verkoop van Brits wapentuig te annuleren. Dit initiatief van de ambassadeur in Londen  is ongewoon, voor een land dat gewoonlijk geen enkele commentaar geeft op buitenlandse kritiek.

“We zijn bezorgd”

Ook vanuit de VS kwam een zeer bescheiden reactie. “We hebben eerder reeds onze zorg geuit over het wettelijk proces in Saoedi-Arabië en hebben deze zorgen regelmatig uitgedrukt op de hoogste niveau’s van de Saoedische regering. We herbevestigen onze oproepen om de mensenrechten te respecteren en te beschermen, en om voor alle gevallen eerlijke en transarpante rechtspraak te garanderen.”

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vermeldde wel specifiek de executie van Nimr al-Nimr. De terechtstelling zelf werd niet veroordeeld. “We zijn er bijzonder bezorgd over dat de terechtstelling van prominent sjiïetisch geestelijk leider Nimr al-Nimr riskeert de sectaire spanningen te verhogen op een ogenblik dat het nodig is ze te verminderen.”

De EU volgt dezelfde lijn

Frankrijk, eveneens een belangrijk verkoper van militair materiaal aan Saoedi-Arabië drukte zich als volgt uit: “(Frankrijk) betreurt ten zeerste de terechtstelling van 47 personen, waaronder een sjiïetisch religieus leider… “ en (de leiders in de regio) “moeten alles doen om een verslechtering van sectarische en religieuze spanningen te vermijden.” Daarna volgde nog een veroordeling van de doodstraf in het algemeen “op alle plaatsen en in alle omstandigheden.”

Ook de Duitse regering liet de reactie over aan een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken: “De doodstraf is een onmenselijke straf die wij in alle omstandigheden afwijzen… de executie van Nimr al-Nimr vergroot onze bezorgdheid over de toenemende spanning in de regio.”

EU-vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken Federica Mogherini liet een persmededeling verspreiden in dezelfde aard, een principiële veroordeling van de doodstraf en bezorgdheid over mogelijke gevolgen van de executie van Nimr al-Nimr voor de spanningen in de regio.

“De EU roept de Saoedische autoriteiten op om verzoening te bevorderen tussen de verschillende gemeenschappen in het koninkrijk en verzoekt alle actoren terughoudendheid en verantwoordelijkheid te tonen.” Belgisch minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) reageerde op Twitter: “Ik veroordeel de executies in #Saoedi-Arabië en blijf de afschaffing van de doodstraf vragen. Kalmte en dialoog zijn nu nodig in de regio.”

Amnesty International en Human Rights Watch

De officiële reacties in de EU en de VS contrasteren met de felheid waarmee organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch de terechtstellingen veroordelen. “De executie van Nimr al-Nimr werd uitgevoerd om politieke dissidentie te verpletteren”, volgens Amnesty. “… ze werden veroordeeld na grotesk unfaire rechtsprocedures”.

De organisatie herinnert er aan dat beschuldigden in Saoedi-Arabië “zogoed als geen toegang hebben tot een advocaat of tot het uiten van een verdediging en dat ze zo goed als altijd veroordeeld worden op basis van bekentenissen onder foltering of zware mishandeling.”

Amnesty roept tegelijk op druk te blijven uitoefenen om de geplande executie van Ali al-Nimr en twee andere minderjarigen niet uit te voeren. Ali al-Nimr is de toen 17-jarige neef van Nimr al-Nimr, die bij dezelfde rellen als zijn oom werd aangehouden, eveneens voor het uiten van protest tegen het regime.

Ook Human Rights Watch laat zijn verontwaardiging de vrije loop. “Dit is de grootste massa-executie sinds 1980. “Nimr al-Nimr werd veroordeeld op basis van een reeks vage beschuldigingen die niet herleid kunnen worden tot specifieke misdrijven en die gebaseerd zijn op het vreedzaam uiten van kritiek of leden van de Saoedische monarchie.”

Nimr al-Nimr?

Nimr al-Nimr verzette zich altijd openlijk tegen het gebruik van gewapend geweld. Hij toonde zich ook als een verzoener tussen sjiïeten en soennieten. Volgens interne rapporten van de Amerikaanse ambassade, openbaar gemaakt door Wikileaks, was de man wel een tegenstander van de soennitische Saoedi-monarchie, maar geen vijand van de VS.

Intern gerommel

De recente toename van terechtstellingen bevestigt dat er intern een en ander rommelt in het koninkrijk, meer bepaald binnen de kringen van de monarchie (De naam van het land is op zich al bijzonder, alsof je België Coburg-België zou noemen). Hoewel de Saoedi-monarchie sinds 1932 met keiharde repressie de macht heeft weten te behouden, in combinatie met de gegarandeerde rijkdom van de petroleum in de bodem, lijkt er toch een en ander intern te rommelen.

De dynastie van de Saoedi’s heeft geen enkel belang bij een verzoening tussen soennieten en sjiïeten. Dat zou immers het einde van hun heerschappij tot gevolg hebben. Zowel de oorlog tegen Jemen – waarbij duizenden onschuldige burgerslachtoffers vallen – als de recente golf van terechtstellingen zijn zovele pogingen van de monarchie om zijn greep op de eigen bevolking te behouden.

De terechtstellingen zijn in de eerste plaats gericht tegen de sjiïetische minderheid in eigen land. Ze zijn echter ook bedoeld als waarschuwing tegen interne dissidentie binnen eigen kringen. De huidige koning is de laatste rechtstreekse afstammeling van de eerste koning Ibn Saoed (vandaar de naam van het land).

Er zijn binnen de Saoedische dynastie kapers op de kust voor zijn opvolging, die bovendien een modernisering van het regime voorstaan. Dat betekent niet dat ze voor democratisering ijveren. Wel is het zo dat een aantal van hen beseffen dat de huidige aanpak, zoals openbare onthoofdingen, niet meer van deze tijd zijn en contraproductief.

Het gaat om veel meer dan wapenhandel

De westerse bondgenoten van het feodale koninkrijk zijn bevreesd dat er bij de dood van de huidige koning een destabiliserende machtsstrijd zou ontstaan, die kan leiden tot een interne burgeroorlog. Daarmee zou een van de historisch belangrijkste bondgenoten in het Midden-Oosten wegvallen. Een oorlog in Saoedi-Arabië zal onvermijdelijk ook leiden tot een verdere destabilisering van het Midden-Oosten, met verstrekkende gevolgen, ondermeer voor de controle op de petroleum.

Het geopolitiek belang van Saoedi-Arabië en zijn petroleum verklaart veel meer de terughoudende reactie van de EU en de VS tegenover de recente executies dan de rechtstreekse commerciële belangen zoals wapenhandel. Die belangen mogen daarom niet onderschat worden.

De wapenhandel met Saoedi-Arabië is naast bijzonder lucratief echter vooral essentieel om Saoedi-Arabië als Westers bondgenoot te behouden. Dat bondgenootschap is de echte doelstelling die de makke houding van de EU en de VS verklaart, niet die wapenhandel zelf, die is slechts een middel, geen doel op zich.

De reacties van EU-landen en de VS zijn van dezelfde aard als hun veroordelingen van de Israëlische bezetting en de kolonisatie van Palestina: bedoeld voor de buitenwereld, niet bedoeld om effectief concrete gevolgen te hebben. Voorlopig moet echt protest tegen de terechtstellingen van die kant niet verwacht worden.

Alsnog harde Britse reactie?

Nadat hij eerst het volledig stilzwijgen behield over de zaak, heeft Brits eerste minister David Cameron in de loop van maandagnamiddag 4 januari 2016 alsnog gereageerd. Zo lijkt het toch: “ Dit zijn wanhoopsdaden van een organisatie die echt de meest walgelijke en verwerpelijke misdaden begaan. Dat kunnen de mensen vandaag opnieuw zien. Dit is echter een organisatie die terrein verliet, die steun verliest en die, denk ik, ieders sympathie aan het verliezen is. Dit toont nogmaals aan met wat een verwerpelijke organisatie we hier te maken hebben.”

Cameron heeft het echter over een video van IS waarop 5 gevangenen worden terechtgesteld. Over de 47 executies in die andere IS, die van Saoedi-Arabië, blijft hij zwijgen.

Bronnen:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.