Wat we nog herdenken op 11 september

FacebooktwitterFacebooktwitter

De aanslagen van 11 september 2001 waren misdaden tegen de mensheid. De slachtoffers en hun families verdienen ons respectvol medeleven. Wat we ook mogen denken van het beleid van de Amerikaanse regering en van de economische elite die er de werkelijke macht heeft, dat kan en mag daar niets aan veranderen.

Ons medeleven met de slachtoffers van 11 september 2001 mag ons niet blind maken voor andere misdaden tegen de mensheid – ook, eigenlijk vooral voor die misdaden die in onze naam begaan werden.

Eerst en vooral moeten we dit onthouden: De omschrijving ‘misdaden tegen de mensheid’ werd voor het eerst op papier gezet in 1890 door de zwarte Amerikaan George Washington Williams in een brief aan zijn regering waarin hij de gruwelijke verminkingen en slachtpartijen in Belgisch Congo beschreef tijdens het bewind van Koning Leopold II.

Op elke 11 september moeten we ook deze misdaden herdenken:

11 september 1919: VS-troepen vallen Honduras binnen om ‘vrije verkiezingen’ op te leggen aan het land.

11 september 1943: begin van de liquidatie van de Joodse ghetto’s in de Wit-Russische steden Minsk en Lida door de nazis.

11 september 1944: geallieerde troepen bombarderen de Duitse stad Darmstadt met brandbommen, in de vuurstorm komen 11.500 mensen, voor het overgrote deel burgers, om. Enkele maanden later wordt op de oorlogsprocessen van Nuremberg beslist dat de Duitse en Japanse militaire opperbevelhebbers niet zullen worden vervolgd voor stadsbombardementen (en voor het zinken van passagiersschepen). Deze misdaden werden immers ook door de geallieerde strijdkrachten begaan.

11 september 1973: bij een door de CIA georganiseerde staatsgreep komt verkozen president van Chili Salvador Allende om het leven en begint 17 jaar fascistische dictatuur van Augusto Pinochet.

11 september 1982: een VN-troepenmacht die de veiligheid van Palestijnse vluchtelingen moet garanderen na de Israëlitische invasie verlaat Libanon tegen de smeekbeden van Palestijnse en internationale mensenrechtenorganisaties in. Vijf dagen later worden naar schatting 2000 Palestijnse vluchtelingen afgemaakt in de kampen van Sabra en Shatila.

11 september 1988: slachtpartij met 13 doden in de Eglise de Saint-Bosco, in Port-au-Prince, hoofdstad van Haïti, waar de jonge parochiepriester Jean-Bertrand Aristide aan de dood ontsnapt. Een paar dagen later reageert het leger op de volksopstanden met een zoveelste militaire staatsgreep en de zoveelste bloedige repressie. Als een indrukwekkend monument doorstond de ruïne van de uitgebrande kerk van Pè Aristid op 12 januari 2010 zelfs de zware aardbeving. Elke week kwam er een grote groep bijeen om te bidden en om elkaar een hart onder de riem te steken. Vele grote demonstraties tegen bezetting, uitbuiting en honger, begonnen daar tot afschuw van het salesiaanse bestuur van de kerk. Direct na de aardbeving zag dit bestuur de kans schoon dit monument van de armen, met behulp van een team Italiaanse militairen met de grond gelijk te maken. Men bouwde er een groot toiletblok voor in de plaats. Een verachtelijke daad.

ps. Wie nog feiten kent die verdienen herinnerd te worden op 11 september mag ze me laten weten.

(deze blog verscheen reeds eerder op 11 september 2011)

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.