Verzet tegen CETA blijft ook na ondertekening even zinvol

Net als in andere Europese hoofdsteden werd in Brussel betoogd tegen CETA en TTIP

Net als in andere Europese hoofdsteden werd in Brussel betoogd tegen CETA en TTIP (mediActivista!)

FacebooktwitterFacebooktwitter

De haast waarmee de EU en Canada op zondag 30 oktober 2016 overgaan tot de ondertekening van het CETA-verdrag is merkwaardig en staat in fel contrast met zoveel andere internationale verplichtingen die de EU (en Canada) weigeren te respecteren. Na de ondertekening van dit verdrag blijft verzet echter zeer zinvol, zelfs meer dan ervoor.

Internationale akkoorden blinken nooit uit in vlotte leesbaarheid en onderhandelingen, ondertekeningen en ratificaties krijgen zo goed als nooit enige media-aandacht. Dat was tot voor kort ook het geval met het Comprehensive Economic Trade Agreement (CETA) tussen de EU en Canada. Met amper drie dagen uitstel wordt dit verdrag nu alsnog ondertekend door de EU-lidstaten en door Canada op zondag 30 oktober 2016 tijdens een plechtigheid in Brussel.

Internationale politiek is niet ondoorgrondelijk

Dat gewone mensen nauwelijks een idee hebben van het internationaal verdragsrecht is best begrijpelijk. Onaanvaardbaar is daarentegen de algemene onwetendheid waarmee mainstream media berichten over verdragen en over wat er komt kijken bij het totstandkomen van verdragen.

Over de verwarring die al dan niet bewust of onwetend voortdurend wordt gecreëerd tussen bijvoorbeeld ondertekening en ratificatie van een verdrag heb ik al eerder geschreven (zie VRT: ondertekening en ratificatie is NIET hetzelfde). Daarnaast is er het regelmatig opvoeren van ‘experten’. Daardoor krijgt een argeloos kijker/luisteraar/lezer al snel de indruk dat het hem/haar grotendeels boven het hoofd gaat en dat een en ander toch wordt beslist zonder dat zij/hij daar enige invloed op heeft. Niets is minder waar.

Internationale politiek, verdragen en internationaal verdragsrecht zijn géén moeilijke materies. Er komt inderdaad veel informatie bij kijken, veel teksten, veel lezen, het is dus niet iets dat je in één-twee-drie doorneemt. Internationale politiek in al zijn aspecten is echter geen diepzinnige wetenschap, integendeel. Er staat niets in het internationaal verdragsrecht dat niet door een normaal begaafd persoon kan gevat worden. Het vraagt veel tijd, veel geduld om het te weten te komen, dat wel, maar moeilijk? Allesbehalve.

Geheimzinnigheid is van alle tijden

Reeds duizenden jaren voor de christelijke jaartelling werden verdragen afgesloten. Inspraak van de bevolking kwam daar niet bij kijken, het idee alleen al was totaal buitenaards voor toenmalige heersers. Dat is altijd zo gebleven tot het einde van de 19de eeuw, aanvankelijk heel miniem maar toch… De geleidelijke democratisering van de natiestaten in Europa heeft die fundamentele veranderingen met zich meegebracht. Zo werd onder meer het parlementaire systeem – dat aan de democratie voorafging – geleidelijk aan onder invloed van de bevolking gebracht door de uitbreiding van het kiesrecht.

Er zijn in feite slechts twee materies die nog grotendeels aan de controle en de inspraak van de bevolking ontsnappen: defensie en buitenlandse politiek. Dat uit zich in zijn meest extreme vorm door de aanwezigheid van kernwapens in Kleine Brogel. De NAVO weet perfect dat daar geen enkele legitieme basis voor is bij de bevolking en zal er dus alles voor doen om te vermijden dat een beslissing daarover ooit aan een democratische besluitvorming zou worden onderworpen (zie Kernwapens Kleine Brogel staan er omdat regering dat wil).

Ook buitenlandse politiek ontsnapt nog steeds grotendeels aan reële democratische controle. Weinig parlementsleden maken er zich overigens druk over, het is geen stemmentrekker want ver-van-mijn-bed… een cirkelredenering die het probleem nog erger maakt. Verdragen, van onderhandelingen tot uitvoering, ontsnappen eveneens grotendeels aan de media-aandacht. Ratificaties van verdragen in het parlement zijn een non-item, hoogstens goed voor een vermelding onderaan een artikel pagina twaalf of voor een droge analyse in de zakenkrant De Tijd.

Business as usual

Daar hadden de voorstanders van de vrijhandelsakkoorden CETA, TTIP en TiSA ook op gehoopt. Een grotendeels onwetende publieke opinie, een zo goed als passieve parlementaire klasse, onbestaande media-aandacht…

Protest tegen CETA in Canada
Protest tegen CETA in Canada (foto Council of Canadians)

Dat de bevolking wel degelijk betrokkenheid voelt bij het buitenlands beleid toont het recente verzet tegen deze vrijhandelsakkoorden aan. Wanneer mensen wél informatie krijgen en wél te weten komen wat de impact van verdragen voor henzelf betekent, ontstaat een beweging, die reeds enkele jaren actief is en nu – dankzij de al dan niet bedoelde actie van de Waalse gewestregering – ‘ontdekt’ wordt door de mainstream media en politici.

Zoals eerder hierboven gesteld, kennis en inzicht verwerven in buitenlandse zaken zoals deze verdragen vraagt enige inspanning qua tijd, maar nogmaals, intellectueel moeilijk is dit niet. Daarom kan een korte inleiding tot een aantal aspecten van het internationaal verdragsrecht al verhelderen wat de ondertekeningsceremonie van CETA concreet betekent. Even wat theorie om dat te kaderen.

Droge theorie

Na de Tweede Wereldoorlog werd de ervaring van de mislukte vredesverdragen voor de oorlog opgenomen om te gaan nadenken over afdwingbare regels waaraan verdragen moeten beantwoorden om aanvaardbaar te zijn. Dat leidde tot de Conventie van Wenen over het Verdragsrecht, ondertekend op 23 mei 1969 (de volledige tekst van het Verdrag vind je in bijlage onderaan dit artikel).

Daarin staat ondermeer welke procedures moeten worden gerespecteerd om verdragen uit te voeren. Voor een groot deel zijn deze procedures in de Conventie van 1969 een verzameling van reeds bestaande gewoontes. Door ze in een bindend verdrag te zetten werd vooral naar uniformiteit gezocht, maar er zaten ook wel een aantal nieuwigheden bij.

Voor wat nu gebeurt in Brussel zijn de Artikels in Hoofdstuk II, Sectie I van dit verdrag belangrijk. Zo stelt het verdrag van Wenen van 1969 dat een verdrag geldig is voor alle lidstaten van het verdrag, zodra twee derde van de betrokken staten alle procedures hebben doorlopen, TENZIJ het verdrag zelf expliciet een andere regel voorstelt.

Dat is het geval met CETA: in dit verdrag staat dat alle betrokken staten én organisaties moeten tekenen en ratificeren, dus zowel de EU als geheel als de afzonderlijke EU-lidstaten en Canada moeten het verdrag goedkeuren, unaniem. Daarom ook dat één land dit CETA-verdrag kan verhinderen.

Ondertekenen én ratificeren

Een verdrag volgens de regels van het verdrag van Wenen van 1969 kan bindend worden voor de betrokken staten op meerdere manieren. Dat kan door de handtekening van het staatshoofd of zijn aangeduide vertegenwoordiger, in de praktijk de regeringsleider (of zijn aangeduide vertegenwoordiger – in het geval van CETA de minister van buitenlandse zaken). In het geval van staten met presidentieel systeem met reële macht, zoals Frankrijk, wordt het verdrag meestal door de president ondertekend (dat kan dus ook daar door de eerste minister, maar Franse presidenten laten dat zeer zelden toe).

Het verdrag van Wenen van 1969 stipuleert dat enkel wanneer een verdrag specifiek aangeeft dat de ondertekening voor de invoering van het verdrag volstaat, dat ook zo is. Dat is in democratische staten echter niet meer het geval (met enkele uitzonderingen zoals Groot-Brittannië en Japan). In de meeste democratische landen bepaalt bovendien de Grondwet dat alleen het parlement de eindbeslissing mag nemen over verdragen. Ook in het geval van CETA volstaat alleen de handtekening van zondag 30 oktober 2016 dus niet.

Exclusief Europees of niet?

Echter, aanvankelijk was het de bedoeling dat het CETA-verdrag (en andere vrijhandelsakkoorden) als een exclusieve bevoegdheid van de Europese instellingen zou worden afgehandeld. Dan volstond ondertekening door de Europese Commissie en ratificatie door het Europees Parlement. De Europese verdragen geven de Europese Commissie het exclusieve recht om verdragen af te sluiten in bepaalde gevallen, ondermeer voor handelsakkoorden.

In een poging de kritiek te ontwapenen tegen het ondemocratische karakter van de Europese Commissie in het algemeen en tegen zijn benoeming tot Europees Commissaris in het bijzonder heeft Jean-Claude Juncker echter beloofd van de vrijhandelsakkoorden een ‘gemengde’ bevoegdheid’ van de EU en de EU-lidstaten te maken. CETA moet daarom als gevolg van zijn beslissing door het Europees Parlement én de parlementen van alle EU-lidstaten geratificeerd worden. Dat was oorspronkelijk dus niet de bedoeling.

Belgische staatshervorming

Voor België heeft dit (als enige EU-lidstaat) een specifiek gevolg. Bij de staatshervorming van 1993 werd door de Vlaamse onderhandelaars immers afgedwongen dat ook de deelstaatregeringen inspraak zouden krijgen in bepaalde aspecten van het buitenlandse beleid. Dat was toen een exclusief Vlaamse eis.

Die staatshervorming voorzag drie mogelijke scenario’s:

  • verdragen over zaken die louter onder federale bevoegdheid vallen: alleen de Kamer van Volksvertegenwoordigers geeft dan de toestemming tot ondertekening van een verdrag en ratificeert achteraf;
  • verdragen over zaken die louter onder regionale bevoegdheid vallen (zoals cultuur, leefmilieu, bepaalde vormen van grensoverschrijdende samenwerking): alleen de regionale regering ondertekent, het regionale parlement ratificeert;
  • verdragen over ‘gemengde’ bevoegdheden (handelsverdragen zoals CETA): de Belgische regeringsleider ondertekent alleen, maar enkel met toestemming van federaal en regionale parlementen; ook moeten al deze parlementen daarna het verdrag nog ratificeren. Gezien de ingewikkelde procedure moet de Belgische regering zich bij voorbaat gedekt weten door alle gewestregeringen om een dergelijk verdrag te ondertekenen (zoals nu met CETA).

Samengevat: eerdere beslissingen maakten dat de nationale parlementen zouden meebeslissen over CETA, Belgische procedures maakten daarenboven dat ook de Belgische regionale regeringen hun zeg zouden hebben (en zo geleid hebben tot wat de voorbije twee weken met het CETA-verdrag is gebeurd).

Ongeziene media-aandacht voor het verzet tegen CETA

Een en ander heeft daarop een nooit geziene media-aandacht veroorzaakt, voor een verdrag dat tot voor kort door de voorstanders van het CETA-verdrag op politiek-economisch niveau en in de mainstream media bijna volledig werd verzwegen. Zo kwamen uiteindelijk opinies aan bod en kon een ruim publiek zich vergewissen van de reële argumenten achter dit akkoord. Het verzet tegen de vrijhandelsakkoorden heeft door deze aandacht op korte tijd een vaste plaats verworven in het mediadiscours.

Na de snelheid waarmee dit verdrag nu wordt ondertekend mag worden verondersteld dat de ratificatie door het Europees Parlement ook zeer snel zal volgen. Daarna moeten dus de ratificaties in alle parlementen van alle EU-lidstaten volgen en in het geval van België ratificatie door alle regionale parlementen.

Er wordt met de regelmaat van de klok herhaald dat na de ondertekening van het verdrag bepaalde aspecten van CETA automatisch in voege treden. Dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Het klopt dat veel verdragen reeds worden toegepast (deels of in hun geheel) na de ondertekening. Dat is echter voorlopig. Het gaat dan inzonderheid om concrete, praktische maatregelen.

Bepaalde delen van het CETA-verdrag vallen onder louter Europese bevoegdheid. Voor die delen volstaat inderdaad de ratificatie door het Europees Parlement om ze al uit te voeren. Echter, als later om een of andere reden het verdrag als geheel niet wordt geratificeerd door minstens één EU-lidstaat vervalt toch het gehele verdrag.

Verzet blijft zinvol

Wat betekent dit concreet voor het verzet tegen dit verdrag? Eerst en vooral is de strijd nog lang niet gestreden. De druk van de publieke opinie zal doorgaan. Het zal vooral uitkijken zijn naar wat de sociaal-democraten in binnen- en buitenland zullen doen. Tot voor kort schipperde de Vlaamse SP.A nog over CETA en andere vrijhandelsakkoorden. In het kielzog van de Waalse parlementaire actie heeft de partij duidelijkere standpunten aangenomen.

De druk moet op de ketel blijven. Afblokken van verdragen na hun ondertekening kan wel degelijk. Het is in het verleden al gebeurd met de vrijhandelsakkoorden MIA en ACTA (zie vorige artikels in het Dossier Vrijhandelsakkoorden). Het kan ook nu.

Daarvoor is het wel nodig dat het maatschappelijk verzet ook na de ondertekening van CETA onverminderd doorgaat. Met de boost die de Waalse regering (al dan niet bewust, al dan niet bedoeld) heeft gegeven aan dat verzet, kan dit wel degelijk.

Bijlages

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.