De VN zien zich door gebrek aan financiering verplicht de voedselvoorziening van 420.000 vluchtelingen in het noorden van Kenia met 30 procent te verminderen. Er is bijna 30 miljoen dollar noodhulp nodig om de voedselleveringen weer op het nodige peil te brengen.
“Er is een kritiek gebrek aan geld. Daardoor moeten we de rantsoenen weer verlagen, slechts zes maanden nadat we de volledige bevoorrading hervat hadden”, meldt Annalisa Conte van het VN-Wereldvoedselprogramma WFP.
Vluchtelingen in de opvangkampen Dadaab en Kakuma krijgen nu in de meeste gevallen slechts 70 procent van hun noodzakelijke rantsoen. De voedselhulp van het WFP bestaat uit een combinatie van droog voedsel – zoals granen, olie en verrijkt meel – en contant geld dat per mobiele telefoon wordt overgemaakt. Met dat geld kunnen vluchtelingen eten kopen bij lokale handelaren. De cash transfers blijven behouden, zegt het WFP, maar er wordt daarnaast alleen nog verrijkt meel verstrekt aan zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven.
“We streven ernaar de voedingswaarde voor kwetsbare groepen op peil te houden en doen een beroep op alle partijen om een einde te maken aan de conflicten en een situatie te creëren waarin de vluchtelingen weer veilig thuis kunnen leven”, zegt WFP-woordvoerder Conte.
Kinderen op schoolgaande leeftijd krijgen op school extra voedsel, zodat ze zich kunnen concentreren en om ouders te motiveren hun kinderen naar school te sturen. Voorlopig kan het WFP deze vangnetten nog in stand houden. “Het verlagen van de rantsoenen is een laatste uitweg. We blijven een beroep doen op de internationale gemeenschap om bij te springen”.