De regering van Israël heeft leden en activisten van 20 internationale organisaties die de BDS-boycot steunen de toegang tot het land verboden. Daarmee zet de regering de volgende stap in haar Zuid-Afrikaanse apartheidsscenario, analoog met de methodiek van Zuid-Afrika ten tijde van de toenmalige boycot van het apartheidsregime.
Op zondag 6 januari 2018 publiceerde minister van strategische aangelegenheden Gilad Erdan een lijst van 20 organisaties die actief zijn in de Boycot-Divestment-Sanction-campagne (BDS) tegen de apartheid in Israël en tegen de kolonisatie van de bezette Palestijnse gebieden. Het gaat om organisaties in Europa, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en de VS en over het BDS-National committee in Palestina.
Adalah is een organisatie die juridisch advies geeft aan Palestijnse burgers van Israël. Volgens directeur Hassan Jabareen “herinnert dit aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika, dat eveneens zwarte lijsten opstelde om mensen te straffen en de toegang te verbieden aan mensen die opkomen tegen het racistische beleid.” Deze ban schendt de grondwettelijke rechten van Israëlische staatsburgers en de internationale rechten van de Palestijnen op “gezinshereniging, tewerkstelling en culturele en politieke uitwisseling”. De EU heeft passief gereageerd op de ban met een korte verklaring dat “ophelderingen worden gevraagd van de Israëlische autoriteiten”.
Een van de verbannen organisaties is het American Friends Services Committee(AFSC), dat al actief is in Palestijnse vluchtelingenkampen sinds 1949. Tijdens de Tweede Wereldoorlog “verborg (AFSC) Joodse kinderen en hielp duizenden Joodse en niet-Joodse vluchtelingen met hun immigratie naar de VS”, zoals staat vermeld op het Holocaust Memorial Museum in de Amerikaanse hoofdstad Washington DC. Voor die inzet kreeg de organisatie de Nobelprijs voor de Vrede van 1947. Het AFSC zette zich ook in voor de rechten van zwarte Amerikanen in het Zuiden.
Keri Kennedy, secretaris-generaal van AFSC, kan net als de andere leden van de organisatie niet langer Israël bezoeken: “Wij hebben de roep om te desinvesteren uit apartheid-Zuid-Afrika beantwoord en we hebben hetzelfde gedaan met de roep voor boycot, desinvestering en sancties van de Palestijnen die al tientallen jaren schendingen van hun mensenrechten ondergaan. Wij zullen blijven strijden voor vrede en rechtvaardigheid in Israël, bezet Palestina en in de hele wereld.”
Andere groepen op de lijst zijn het Amerikaanse CODEPINK, het Britse War on Want en Palestine Solidarity Campaign, de Association France Palestine Solidarité en het Ierse Palestine Solidarity Campaign. Deze organisaties zien in deze ban een bewijs van de toenemende effectiviteit van de BDS-campagne.
Rebecca Vilkomerson, directeur van de internationale organisatie Jewish Voice for Peace plaatste volgende boodschap op hun Twitter-account: “Wij zullen niet afgedreigd worden door deze pogingen om ons te straffen voor een principieel politiek standpunt, dat door een toenemend aantal Joden en niet-Joden wereldwijd wordt ondersteund. Voor iemand met een aanzienlijke familie in Israël betekent deze beleidsbeslissing ook persoonlijk leed. Ik voel me echter gesterkt door deze indicatie van de toenemende kracht van de BDS-beweging. Net nu ik op het punt stond mijn vrienden en familie in Israël te bezoeken, hoop ik dat dit de dag dichterbij zal brengen dat ook mijn Palestijnse vrienden eindelijk terug naar huis kunnen”.
Hugh Lanning, voorzitter van de Britse Palestine Solidarity Campaign, werd al een jaar eerder verbannen. “Alleen staten die hun mogelijkheid om onrechtvaardig te handelen willen afschermen gedragen zich zo.”
Deze ban is een verdere stap van de Israëlische regering tegen BDS, nadat een intern rapport had vastgesteld dat ondanks een enorme financiële inzet van middelen tegen de campagne, Israël er niet in slaagt de ‘indrukwekkende groei’ en de ‘betekenisvolle successen’ van BDS te stoppen.