Op 27 januari 2018 overleed Amerikaans journalist Robert Parry. Hij was een vastberaden onderzoeksjournalist die zijn eigen regering meermaals confronteerde met zijn illegale en amorele praktijken, zoals het Iran-Contraschandaal en het CIA-folterhandboek voor de Nicaraguaanse contra’s. In 1995 richtte hij zijn eigen onafhankelijke nieuwssite consortiumnews.com op.
Robert Parry werkte jarenlang als onderzoeksjournalist voor het persagentschap Associated Press. Hij werd meermaals gelauwerd voor zijn reportages. Daarin onthulde hij onder meer dat de Amerikaanse buitenlandse inlichtingendienst CIA trainingen gaf aan rechtse contrarebellen in Nicaragua in folter- en terreurpraktijken tegen de bevolking. Ook de praktijk van de Contra’s om cocaïne te smokkelen en te verkopen in de VS onder het toezicht van de CIA bracht hij uit. Dat geld gebruikten de Contra’s om hun wapens aan te kopen.
AP weigerde aanvankelijk zijn reportages over de Contra’s te publiceren, maar nadat zijn onthullingen door een verkeerde communicatie van de leiding van het persagentschap was gepubliceerd in de Spaanstalige media, kon het agentschap de reportage niet langer tegenhouden.
Toen Parry vernam dat de baas van AP hier voorafgaand overleg over had gepleegd met Oliver North, een lid van de Nationale Veiligheidsraad van president Reagan, vertrok hij naar het tijdschift Newsweek. Oliver North was verantwoordelijk voor de verkoop van wapens aan het Iraans leger, met de bedoeling daar een militaire staatsgreep tegen het regime van de ayatollahs uit te lokken. Die wapens financierde hij met het geld dat de Contra’s voor hun wapenaankopen betaalden. Op die manier kon hij die verkoop van wapens uit de officiële budgetten houden.
Consortiumnews
Ondanks meerdere prijzen voor zijn onderzoeksjournalistiek ondervond Robert Parry meer en meer hinder om zijn reportages in de Amerikaanse mainstreammedia gepubliceerd te krijgen. In 1995 richtte hij Consortiumnews op, een van de eerste non-profit onafhankelijke internetsites in de VS.
Parry publiceerde meerdere boeken tussen 1992 en 2012. DeWereldMorgen.be vertaalde meerdere artikels van zijn hand of gebruikte zijn informatie voor eigen berichtgeving. Hij toonde zich steeds een journalist die de waan van de grote media doorprikte en hun slaafse volgzaamheid van de regering ontmaskerde.
Hij was een van de eersten om de hypocrisie van de Amerikaanse (en Europese steun) voor de opstand in Oekraïne aan te klagen (Zie Wanneer Henry Kissinger zinnige dingen zegt). Parry schreef ook uitgebreid over de steun van de Amerikaanse regeringen aan rechtse doodseskaders in Midden-Amerika (zie Medeplichtigheid VS bij genocide in Guatemala). Collega-onderzoeksjournalisten zoals John Pilger citeerden hem regelmatig als betrouwbare bron (zie Oorlog door media en de triomf van propaganda).
Hij was ook een van de weinige Amerikaanse journalisten die weigerde zomaar de Russische schuld voor het neerhalen van het Maleisische vliegtuig MH-17 in Oekraïne te aanvaarden, zonder dat daar de bewijzen voor werden geleverd (die bewijzen zijn er ondertussen nog steeds niet). (Zie “Russische schuld is een feit” waarin hij uitlegt dat ‘onderzoek eerst komt en dan pas het besluit’).
Altijd kritisch voor overheidsbronnen
Parry onderscheidde zich van het gros van Amerikaanse journalisten door de informatie van het Witte Huis niet zomaar over te nemen maar kritisch te bekijken en te vergelijken met eigen bronnenonderzoek. Hij was ook een van de weinigen die vanaf de eerste dag weigerde de bewering van de regering over massavernietigingswapens in Irak te aanvaarden. Terwijl zijn collega’s de steun aan doodseskaders in Midden-Amerika goedpraatten als ‘steun aan de democratie’, toonde hij de bewijzen van het tegendeel.
In zijn artikels op Consortiumnews (en die van zijn collega’s) weerlegde hij keer op keer het narratief van opeenvolgende presidenten, dat de VS enkel met de beste bedoeling optreedt in andere landen. Hij analyseerde het buitenlands beleid van president Obama voor wat het werkelijk was: een verderzetting van het beleid van George W. Bush, met een andere stijl en retoriek, maar dezelfde inhoud. Ook tegen de mediaberichtgeving over de (nog altijd niet bewezen) Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen was hij onverzettelijk kritisch.
“In toenemende mate wordt de Amerikaanse bevolking en het Westen grondig afgeschermd van ‘de andere kant van het verhaal’. Wie daar op wijst wordt niet met tegenargumenten aangevallen, maar weggezet als een ‘marionet van het Kremlin’. In 2016 verscheen zijn Consortiumnews op een lijst van ongeveer 200 websites die ‘onder Russische invloed’ zouden staan, in een poging elke vorm van progressieve berichtgeving verdacht te maken.
Robert Parry was een groot journalist in de traditie van voorgangers als George Seldes, I.F Stone en Thomas Paine, die het net als hij als hun morele plicht zagen in de eerste plaats de misdaden van de eigen regeringen aan te klagen, eerder dan de comfortabele weg te kiezen van het grote morele gelijk tegen buitenlandse vijanden.