Terwijl EU-regeringen en EU-instellingen hun bezorgdheid uiten over de gruwel van de oorlog in Jemen en het land “levensreddende hulp” aanbieden staan zij toe dat EU-wapenbedrijven nog steeds wapens verkopen aan Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten voor een bedrag 55 maal groter dan het totaal van alle Europese ‘hulp’ aan Jemen.
Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten in de regio voeren reeds meer dan drie jaar een verwoestende oorlog tegen de bevolking van buurland Jemen, omdat die in opstand is gekomen tegen een onderdrukkende en wreedaardige dictator die met steun van Saoedi-Arabië aan de macht was gebleven. In de periode 2015-2016 hebben de EU-instellingen en individuele EU-lidstaten voor een bedrag van 76,9 miljard euro exportlicenties toegestaan voor de export van wapens naar Saoedi-Arabië (en bondgenoot Verenigde Arabische Emiraten).
De Britse onderzoeksite Middle East Eye verzamelde deze cijfers. Voor 2017 zijn nog geen cijfers bekend. Dit bedrag is 55 maal groter dan het totaalbedrag van de EU en EU-lidstaten hebben betaald aan het Yemen Humanitarian Response Plan van de VN.
Hongersnood voor 14 miljoen Jemenieten
Volgens conservatieve schattingen van de VN zouden reeds minstens 100.000 Jemenieten zijn omgekomen door de Saoedische aanvallen, maar onafhankelijke waarnemers ter plaatse stellen dat het echte cijfer eerder een veelvoud is. Bovendien dreigt totale hongersnood voor meer dan 14 miljoen Jemenieten, de helft van de totale bevolking. Over sterfgevallen door honger, uitputting, gebrek aan medische verzorging zijn nauwelijks cijfers voorhanden in het door de oorlog verwoeste land, dat reeds voor de oorlog het armste land van het Midden-Oosten was.
De meest cynische reactie op de oorlog in Jemen kwam van Frans minister van defensie Florence Parly in februari 2018: “Het was niet de bedoeling dat al die wapens ooit echt zouden worden gebruikt”.
De moord op Saoedisch journalist Jamal Khashoggi heeft de druk op de EU-lidstaten weliswaar verhoogd, maar effectieve maatregelen laten nog steeds op zich wachten. Alleen Duitsland en Noorwegen hebben beslist hun wapenhandel “op te schorten” tot er over die moord een aanvaardbare uitleg komt. Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje hebben zelfs het omgekeerde gedaan: zij geven aan met hun handel gewoon verder te gaan.
Lucratieve handel
Hoewel meerdere EU-regeringen al hebben verklaard dat er geen militaire oplossing mogelijk is in het conflict nemen ze nauwelijks stappen om mee te werken aan een onderhandelde oplossing en gaat de wapenverkoop gewoon verder. Ze nemen geen initiatieven, noch op niveau van de EU, noch in de VN.
Deze wapenhandel met Saoedi-Arabië is niet nieuw. België is weliswaar een kleine speler in de wapenhandel, maar Saoedi-Arabië is wel de grootste klant van de Belgische wapenverkoop en dit al tientallen jaren. De meest cynische reactie op de oorlog in Jemen kwam echter van Frans minister van defensie Florence Parly in februari 2018: “Het was niet de bedoeling dat al die wapens ooit echt zouden worden gebruikt.”
Saoedische bombardementen hebben scholen, hospitalen, bussen, huwelijksfeesten, begrafenissen geraakt onder meer met vernietigende clusterbommen. De Saoedische piloten besturen toestellen van Britse makelij, ze worden opgeleid door Britse trainers en hun vluchtoperaties worden door Britse adviseurs voorbereid, gepland en begeleid. Zelf ontbreekt de Saoedische luchtmacht elke ervaring op dit vlak. De Britse logistieke steun is met andere woorden essentieel voor deze militaire operaties.
Voor deze lucratieve handel hadden de betrokken regeringen veel over. In de jaren 1980 sloot conservatief eerste minister Margaret Thatcher voor meer dan 48 miljard euro langlopende contracten voor de Britse wapengigant BAE. Talrijke Britse politici ontvingen miljoenen euro’s smeergeld van Saoedi-Arabië.
Een rechtszaak daarover sleepte jaren aan maar werd door Labour eerste minister Tony Blair stopgezet om redenen van “nationale veiligheid”. De tragische gevolgen van deze deal laten zich nu voelen in Jemen, want de in 2015 en 2016 geleverde toestellen en clusterbommen werden geleverd onder de contracten die toen werden getekend. Bovendien weigert Groot-Brittannië het verdrag op verbod van clusterbommen te ondertekenen.
De cijfers die Middle East Eye kon verzamelen tonen dat ongeveer elk EU-lidstaat in 2015 en 2016 een of ander militair systeem heeft verkocht aan Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.
- 21 EU-lidstaten verkochten in 2015 alles van kogels, bommen, militaire componenten en gevechtsvliegtuigen voor 22,4 miljard euro aan Saoedi-Arabië en voor 10,1 miljard aan de Emiraten. Een groot deel van die verkoop waren bommen en granaten, de hoofdverantwoordelijke wapens voor het maken van slachtoffers; in 2016 waren die cijfers 16,2 en 28,1 miljard.
- Cijfers voor 2017 zijn nog niet bekend maart volgens de Britse organisatie Campaign Against the Arms Trade ging de handel in dat jaar aan hetzelfde tempo door.
Terwijl deze handel onverminderd doorgaat heeft het VN- programma Yemen Humanitarian Response Plan nog steeds niet de beloofde financiële steun gekregen. Voor de noodhulp heeft het plan 35 procent meer middelen nodig.
- Sinds 2015 hebben een aantal EU-lidstaten 1,4 miljard gestort voor het VN-Plan, wat neerkomt op 1,8 procent van de in dat jaar toegekende wapenexport. De EU-Commissie heeft in hetzelfde jaar 0,45 miljard gestort of 0,58 procent van de EU-wapenhandel met Saoedi-Arabië en de Emiraten in 2015;
- van de afzonderlijke EU-lidstaten is Frankrijk het land dat in verhouding tot zijn wapenhandel het minst heeft bijgedragen tot de VN-hulp aan Jemen: 0,07 procent; Duitsland draagt in verhouding tot zijn wapenhandel ongeveer 29 procent hulp; alleen Ierland biedt met 123 procent hulp meer dan zijn wapenhandel;
- critici stellen dat de bedragen van toegestane wapenuitvoer niet altijd leiden tot effectieve verkoop en dus enigszins een vertekend beeld zouden geven, maar net in het geval van Saoedi-Arabië en de Emiraten leidt elke goedgekeurde licentie wel tot totale verkoop van de geplande aanvraag
Een niet-bindende resolutie van de EU-Raad van Ministers in december 2016 over deze wapenhandel heeft nog geen enkel concreet gevolg gehad. De recente druk op de EU voor een embargo na de moord op Khashoggi betreft alleen de wapenhandel met Saoedi-Arabië, niet de andere bondgenoten in Jemen, de Emiraten en Egypte. Frankrijk heeft recent zeeschepen verkocht aan Egypte die kunnen worden ingezet om, de zeeblokkade van Jemen verder te zetten. Ook Nederland verkoopt nog steeds onderdelen voor maritieme doeleinden.
Wapenhandel is visitekaartje voor andere deals
De redenen waarom de EU en de EU-lidstaten weigeren hun wapenhandel aan banden te leggen zijn velerlei. Er is uiteraard in de eerste plaats het economisch gewin. Werkgelegenheid wordt wel aangehaald maar is een hol argument, omdat de fel geautomatiseerde wapenproductie in verhouding tot de winstcijfers veel minder werk genereert dan zowat alle andere industrietakken.
Wapenhandel is bovendien ook zeer moeilijk te controleren omdat het de meest corrupte vorm van handeldrijven ter wereld is, meer nog dan de (officieel nog steeds compleet illegale) drugshandel. Er circuleren gigantische bedragen waarbij zakenmensen en politici worden omgekocht. Zeer weinig van die zaken leiden tot onderzoek of veroordelingen.
De enige corrupte wapenhandelaars die effectief worden veroordeeld zijn zij die tegen westerse belangen zijn ingegaan. Er zit bovendien veel racisme in de westerse visie op internationale corruptie. Volgens de westerse landen is dat per definitie een plaag van derdewereldlanden, niet van henzelf.
Onmachtige parlementen
Bovendien zijn de vier grootste wapenhandelaars ter wereld, VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland, allen permanent lid van de VN-Veiligheidsraad met vetorecht tegen elke mogelijke beslissing. De VS is binnen die club van vier maal groter dan de rest, de negen volgende landen op die ranglijst inbegrepen.
Nationale parlementen zijn meer dan zeventig jaar na de Tweede Wereldoorlog nog steeds grotendeels compleet machteloos over wapenhandel, nog meer dan over defensie en buitenlandse zaken in het algemeen. Controlemechanismen zijn grotendeels nep.
In 1996 werd het jaarraport over de wapenhandel aan het nationale parlement voor het eerst openbaar gemaakt, tegen de wettelijke geheimhouding in. Het enige relevante van die openbaring bleek dat het rapport geen gegevens bevatte die het parlement in staat stelden over de wapenhandel enig inzicht of inspraak te hebben. Sindsdien is de bevoegdheid voor de controle over de wapenhandel naar de regionale parlementen verplaatst. Die ‘controle’ blijkt nu nog minder in te houden dan voorheen.
Loretta Napoleoni is een Italiaanse economiste die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de financiering van terroristische organisaties. Zij ziet een enorme schijnheiligheid tussen de hardnekkige ijver waarmee regeringen ngo’s aan banden leggen en reguleren en hun laksheid om ook maar iets te doen tegen de wapenhandel. Ngo’s die in conflictzones werken moeten aan een arsenaal verplichtingen voldoen. Die overregulering zijn hinderpalen voor hun operationele werking ter plaatse.
Middle East Eye is een Britse nieuws- en onderzoekssite die onafhankelijk is van commerciële mainstream belangen, opgericht in 2014. Op 22 juni 2017 eiste Saoedi-Arabië van de Britse regering dat de website zou worden gesloten. De nieuwssite zou volgens Saoedi-Arabië geld krijgen van Qatar en “sympathie hebben voor het Moslim Broederschap”. De Britse regering wilde wel maar kon daar niet op ingaan om de eenvoudige reden dat daar niets van waar is.
EU countries approve arms sales to Saudi, UAE worth 55 times aid to Yemen