Getuigen uit Jemen in Brussel: “Internationale gemeenschap laat ons in de steek”

Een kind in Jemen eet uit een ready-to-use therapeutic food bag (UN Photo)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Drie Jemenitische vrouwen kwamen getuigen over de humanitaire ramp die zich al jaren afspeelt in hun land. Zij zijn diep teleurgesteld over de passiviteit van de internationale gemeenschap en de verkoop van wapens aan Saoedi-Arabië door Europese regeringen. “De hulp die er nu komt is onvoldoende en bereikt dikwijls niet eens de getroffen bevolking”.

Oxfam-Solidariteit haalde vertegenwoordigers van 4 partnerorganisaties uit Jemen naar België om de aandacht te vestigen op de lokale stemmen in Jemen. De organisatie vraagt meer aandacht voor de aanhoudende humanitaire noodtoestand in het land en wil meer steun voor de meisjes en vrouwen in Jemen. De Jemenieten zijn immers geen passieve slachtoffers. Er is wel degelijk veel lokaal potentieel. daarover kwamen zij getuigen. Tijdens hun bezoek aan Europa hebben zij de donorconferentie voor Jemen in Genève bijgewoond. Na hun bezoek aan België zullen ze ook in Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje, Nederland en Duitsland politici, pers en organisaties aanspreken over de toestand in Jemen.

Dalia Qasim stichtte de Hodaidah Girls Foundation, een organisatie die werkt met en voor vrouwen en gemeenschappen in de havenstad Hodaidah. Zij ijveren voor economische emancipatie en kinderbescherming.

Aisha Thawab is voorzitter van de Abs Foundation in de stad Hajjah. Ze heeft meer dan 13 jaar ervaring in de gezondheidszorg en publiceerde verschillende onderzoeken rond vrouwelijk leiderschap, gender en de ontwikkeling van jongeren.

Laila Alshabibi is activiste voor vrouwenrechten en uitvoerende directeur van de To Be Foundation for Rights and Freedoms in het zuiden van Jemen. Deze basisorganisatie pleit ervoor om de stem van vrouwen in Jemen harder te laten doorklinken in het publieke en diplomatieke debat. Laila is ook lid van de MENA Women Human Rights Defenders Coalition en stichtte een feministisch netwerk voor vrede en democratie.

Met veel enthousiasme en doorzettingsvermogen getuigen deze vrouwen van hun wil om Jemen er terug bovenop te helpen (eigen foto)

Aisha Thawab steekt direct van wal: “De hulp moet de mensen bereiken daar waar ze nodig is. De huidige internationale steun is onvoldoende. Wij voelen ons verlaten. Hodaidah heeft de aanval vorig jaar nauwelijks overleefd. Het was op een bepaald ogenblik een kwestie van enkele honderden meters of de stad was gevallen (Hodaidah is een van de enige zeehavens van Jemen en is cruciaal voor de invoer van hulpgoederen). Het dodental blijft stijgen, rechtstreeks door de oorlog en de bombardementen, onrechtstreeks door de ondervoeding die er een gevolg van is. Wij zijn zwaar teleurgesteld door het gebrek aan reële inzet van de internationale gemeenschap voor de vrede en voor de erkenning van de humanitaire ramp in Jemen. Wij zullen tijdens onze bezoeken niet aarzelen om ook te wijzen op de rechtstreekse betrokkenheid van de Europese regeringen (waaronder België) die wapens blijven leveren aan Saoedi-Arabië, waarmee wij dagelijks worden beschoten.”

Dalia Qasim benadrukt eveneens dat de ondervoeding meer oorzaken heeft dan alleen het gebrek aan voedsel: “Er is wel steun voor de hospitalen, maar de mensen kunnen de daar geleverde geneesmiddelen niet betalen. Bovendien krijgen ze soms tot zes maanden lang geen enkel loon van hun werkgever en is hun geld bijna niets meer waard. De Jemenitische rial zakt voortdurend in waarde (1000 Jemenitische rial is nog 3,5 euro waard). Het voedsel van de internationale hulp bereikt dikwijls niet eens de bevolking. In de regio’s die niet worden geteisterd zit men dan weer met een probleem van overbevolking door mensen op de vlucht.”

“De noodhulp wordt volledig van bovenuit geregeld door de internationale donoren. De lokale organisaties worden daar niet in betrokken. Hun kennis en lokale ervaring worden nooit geconsulteerd. De boeren en de vissers hebben geen enkele inspraak en slagen er niet in zelf voor voedsel te zorgen. Vrouwen moeten meer ondersteuning krijgen want zij zijn de belangrijkste schakel voor economische heropbouw. Wij staan machteloos tegen de voortdurende bombardementen op huizen, scholen, hospitalen, waarvoor de aanvallers geen enkele verantwoordelijkheid moeten afleggen.”

Volgens Laila Alshabibi is een deel van het probleem het bestaan van twee parallelle regeringen, die in het zuiden die internationaal wordt erkend en die in het noorden: “Vooral de gewone mensen, de kleine handelaars en ondernemers lijden daar onder. Zij moeten voor alles en nog wat twee processen doorstaan. Ondertussen blijft de real in elkaar zakken. De overheid in het zuiden reageert daarop met het voortdurend bijdrukken van geld. Er is ook een groot gebrek aan brandstof, die het boeren, vissers en handelaars onmogelijk maakt te werken. Mensen hebben geen vervoer en zitten vast in hun regio. In plaats van alleen maar noodhulp te sturen, zoals voedsel, zou men beter de lokale boeren, vissers en handelaars steunen met subsidies zodat ze zelf ter plaatse voedsel kunnen produceren. Vissers in het Zuiden worden meer en meer beschoten door vissers uit India.”

“Jemenieten op de vlucht in het buitenland ondervinden discriminatie tegenover vluchtelingen uit andere landen zoals Syrië, die wel erkend worden. In Jordanië, Egypte en Djibouti zitten duizenden vluchtelingen vast zonder enig middel om te leven, ze kunnen geen schoolgeld voor de kinderen betalen.”

De drie getuigen beamen dat de situatie het voorbije jaar ondanks toegenomen internationale hulp nog steeds verslechtert. “Wat wordt gestuurd is niet genoeg. Het bereikt dikwijls niet eens de getroffen mensen, de lokale bevolking wordt niet betrokken in de organisatie van de hup. De koopkracht stort verder in elkaar. Vrouwen en hun organisaties kunnen een positieve rol spelen, maar worden volledig buiten de onderhandelingen gehouden. Wij worden op geen enkele manier bij de beslissingen betrokken, terwijl wij net het meest geschikt zijn om te zien waar de noden zijn en hoe die kunnen worden aangepakt.”

De weigering van de internationale gemeenschap om de ernst van de situatie te erkennen heeft ook gevolgen voor deze getuigen. Er zijn geen ambassades meer actief in Jemen. Zij hadden de grootste moeite om naar Europa te reizen. Oxfam-Solidariteit heeft hen daarbij geholpen. Deze reis is verder niet zonder risico voor henzelf en hun organisaties ter plaatse. Ook in de EU zijn er krachten die de noodtoestand in Jemen onder de radar willen houden.

Samen tonen deze Jemenitische vrouwen een heel ander beeld dan wat de media hier laten zien. Zij zijn geen passieve slachtoffers en willen zelf hun lot in handen nemen. Daarvoor vragen zij alleen dat hun bijdrage wordt erkend en ondersteund.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.