Na tien jaar sociaal progressief beleid onder president Rafael Correa (2007-2017) werd Lenin Moreno, voormalig vice-president tijdens Correa’s eerste mandaat (2007-2012), verkozen tot zijn opvolger met 51,16 procent van de stemmen in de tweede ronde.
Moreno’s verkiezingsprogramma kwam neer op een verderzetting van het sociaal-economisch beleid van Correa. Hij kreeg tijdens de verkiezingscampagne de volle steun van de nog altijd zeer populaire Correa. Een van de speerpunten van zijn programma was de strijd tegen corruptie in het overheidsapparaat en het bedrijfsleven.
Correa voerde vanaf 2007 overheidsprogramma’s voor sociale doeleinden in, verlaagde de armoede van 36,7 naar 22,5 procent en verhoogde het verplichte minimumloon. Dat beleid leidde tot een algemene verhoging van de welvaart in zijn land. Perfect was het plaatje niet, maar in vergelijking met alle presidenten voor hem was zijn bestuur op alle vlakken beter voor de gewone Ecuadoraan.
Ondanks hoge overheidsuitgaven kon hij een jaarlijkse groei van het bnp verwezenlijken van gemiddeld 1,5 procent per jaar, tegenover een gemiddelde groei van 0,6 procent in de twintig voorgaande jaren. Na zijn tweede mandaat verhuisde Correa naar België met zijn kinderen en zijn Belgische vrouw, die hij leerde kennen tijdens hun studies aan de Université Catholique de Louvain (UCL).
Moreno breekt met Correa’s bondgenoten
Wie er van uitging dat Moreno het beleid zou verderzetten van Correa werd echter vrij snel teleurgesteld. Binnen enkele maanden besliste president Moreno een aantal wetten af te schaffen die garant stonden voor de sociale programma’s onder zijn voorganger. Waar Correa er tijdens zijn tien jaar in was geslaagd totaal onafhankelijk te worden van buitenlandse schuldeisers zoals het IMF, besliste Moreno terug te keren naar het neoliberale beleid van voor 2007 en een lening aan te vragen bij het IMF van meer dan 5 miljard dollar. Zoals het IMF altijd doet met zijn leningen aan zwakke staten, stelde de bank strenge eisen op vlak van sociale besparingen, de verkoop van overheidsdiensten en de verlaging van belastingen voor privé-bedrijven.
Bovendien rekende Moreno af met politici die hij als een bedreiging zag voor zijn machtspositie, te beginnen met zijn eigen vice-president Jorge Glas, die reeds vice-president was tijdens Correa’s tweede mandaat. Hij zou 13,5 miljoen dollar hebben gekregen van het Braziliaans bouwbedrijf Odebrecht en werd daarvoor veroordeeld tot zes jaar, in een proces dat door binnen- en buitenlandse waarnemers als unfair en niet-transparant werd veroordeeld. Zijn opvolgster werd volksvertegenwoordiger Maria Alejandra Vicuña, die amper twee maand later ontslag nam, nadat ze zelf werd verdacht van illegale financiële transacties. Ze werd vervangen door de 35-jarige radiojournalist Otto Sonnenholzer. Die heeft geen bekende openlijke politieke affiliaties met bestaande politieke partijen. Zijn ideologisch profiel is grotendeels onbekend.
Julian Assange
Kort na zijn eedaflegging verklaarde Moreno bovendien dat Julian Assange in de Londense ambassade van Ecuador een “geërfd” probleem was. Sindsdien is de geruchtenmolen dat hij het politiek asiel van Assange zou intrekken voortdurend actief. Commentatoren wijzen er op dat Moreno openlijk de kant kiest van de VS in deze zaak. De VS eisen zijn uitlevering. Omdat Assange de Ecuadoraanse nationaliteit heeft verkregen, is dat echter niet zo eenvoudig.
President Moreno is de zoon van leerkrachten met communistische overtuiging die hem de voorname Lenin Boltaire1 gaven. Als psycholoog, auteur en later als politicus had hij steeds een zeer sociaal profiel. Bij een gewapende overval in 1998 werd hij neergeschoten en bleef verlamd aan beide benen. Sindsdien heeft hij zich ingezet – onder meer tijdens zijn vice-presidentschap – voor de rechten van gehandicapte personen, waarvoor hij meermaals nationaal en internationaal werd gelauwerd. Hij was met andere woorden een onbesproken, onverdacht en algemeen gerespecteerd politicus toen hij op 24 mei 2017 de eed aflegde als president van Ecuador.
Spectaculaire ommekeer
Sindsdien heeft hij vriend en vijand verrast met zijn toch wel zeer spectaculaire ommekeer. Zijn geloofwaardigheid is sinds zijn eedaflegging gedaald tot een povere 17,29 procent. Ondanks zijn neoliberale ommekeer en zijn anti-sociaal beleid had hij nog steeds de reputatie op persoonlijk vlak een integer politicus te zijn. Ook daar is nu een einde aan gekomen na het vrijkomen van bezwarende gegevens over zijn persoonlijke financiële handel en wandel. Hij zou geld hebben getransfereerd naar een buitenlands fiscaal paradijs en bovendien smeergeld hebben ontvangen voor het toekennen van overheidscontracten aan bedrijven.
Sinds begin 2019 nemen de protesten tegen hem dagelijks toe. Daarbij werd het presidentieel paleis in Quito reeds omsingeld door woedende betogers, die niet alleen protesteren tegen zijn corruptie onder de slogan “Fuera, corrupto, fuera”, maar ook met “No al la venta del país” (‘neen aan de uitverkoop van het land’) aan buitenlandse banken en bedrijven.
In een persmededeling meldt Ricardo Patiño, voormalig minister van buitenlandse zaken onder Correa, dat het “zeer onrustwekkend is dat het Staatshoofd betrokken is bij verwerpelijke daden. 24 parlementsleden van de Movimiento Revolución Ciudadana (MRC) hebben een oproep voor het ontslag van Moreno gelanceerd.
Reeds corrupt als vice-president
Wat het allemaal nog pijnlijker maakt, is dat de financiële acties van Moreno nog tijdens zijn vice-presidentschap waren begonnen in 2012. Volgens het tijdschrift La Fuente (‘de bron’) heeft Edwin Moreno, broer van de president, in dat jaar het bedrijf Ina Investment Cooperation (IIC) opgericht in het Centraal-Amerikaanse Belize, een bekend fiscaal paradijs. In 2016 richtte hij een gelijkaardig bedrijf op in Panama met dezelfde personen in de raad van bestuur. Moreno gebruikte geld van IIC om zijn appartement in Genève te renoveren toen hij in 2015 VN-Speciale Gezant voor de Rechten van Gehandicapten was. Tevens kocht hij via IIC een appartement in het Spaanse Alicante.
Onder Moreno’s bestuur werd zijn eerste vice-president veroordeeld voor corruptie, hoewel geen fysieke bewijzen werden geleverd, in een proces dat als politiek gemotiveerd werd veroordeeld. Bovendien wil Moreno nu ook zijn voorganger Rafael Correa laten vervolgen. Buitenlandse politiediensten en Interpol weigeren echter het Ecuadoraanse arrestatiebevel uit te voeren, omdat de bewijskracht van de beschuldigingen te licht wordt bevonden. Ook parlementsleden en hoge ambtenaren worden door Moreno van corruptie beschuldigd.
Waarnemers gaan er van uit dat hier een proces aan de gang is zoals in Paraguay en Brazilië, waar verdachtmaking van corruptie wordt gebruikt als een middel om politieke tegenstanders uit te schakelen.
Het is nog te vroeg om na te gaan waarom precies nu de vermoedens van corruptie door Moreno zelf naar boven komen. Heeft Moreno zijn hand overspeeld met te ijverig achter zijn politieke vijanden te gaan, zonder substantiële bewijzen? Zijn sociaal beleid leidt ondertussen tot toenemend sociaal protest. Het eerste effect van deze beschuldigingen tegen zijn eigen persoon is de definitieve ondergang van zijn geloofwaardigheid op vlak van strijd tegen de corruptie. Moreno heeft nog drie jaar te gaan voor zijn mandaat beëindigt. Herverkiezing lijkt nu al uitgesloten, bovendien valt niet uit te sluiten dat hij dat mandaat vroegtijdig zal beëindigen.
Bron: End of the road for Moreno?