Democraten en mainstream media willen scenario 2016 bis: saboteer meest geschikte kandidaat tegen Trump, Bernie Sanders gaat door

Foto: Michael Vadon / Wikimedia Commons / CC-BY-SA-2.0

FacebooktwitterFacebooktwitter

Kritische observatoren van de Amerikaanse politiek kijken met onbegrip naar de manier waarop de elite van de Democratische partij en de grote mainstream media als MSNBC en de Washington Post er vier jaar na 2016 opnieuw alles aan doen om te verhinderen dat de beste kanshebber tegen Donald Trump de Democratische nominatie zou winnen.

Trump II, minder erg dan Sanders I

Hun halsstarrige verdediging van traditionele politici als voormalig vice-president Joe Biden onder Obama en Kamala Harris, federaal senator voor de staat California, lijkt onverstandig.

Net als in 2016 willen zij voorkomen dat Bernie Sanders de strijd voor de Democratische nominatie zou winnen. Een politieke partij die kiest voor een verliezend kandidaat lijkt op het eerste zicht inderdaad onlogisch, onverstandig.

Dat is het niet, integendeel, tenminste als je het denkkader van de Democratische top als referentie gebruikt. De Democratische partijtop en het overgrote deel van de Democratische verkozenen in het federale Huis van Afgevaardigden en de Senaat (samen ‘het Congres’) en in de Congressen van de deelstaten hebben alles te verliezen bij een figuur als Bernie Sanders in het Witte Huis. Die situatie vrezen zij veel meer dan een tweede mandaat van president Trump.

Zij begrijpen als geen ander dat een president met het sociaal-democratisch profiel van Sanders een dynamiek zal op gang brengen, waarbij zij zullen worden bedreigd door progressieve tegenkandidaten in eigen rangen.

Die dynamiek zou zich al deels laten voelen tijdens de tweejaarlijkse verkiezingen die tegelijk met de presidentsverkiezingen doorgaan, samen met één derde van de senaatszetels. De deeltijdse verkiezingen twee jaar later in 2022 zouden voor hen dan de doodsteek betekenen.

Politici in permanente herverkiezingsmodus

De verkozenen in het federale Huis en in de parlementen van de deelstaten hebben een kort mandaat van slechts twee jaar. Federale én deelstaatsenatoren, hebben daarentegen mandaten van zes jaar, waarvan om de twee jaar één derde wordt herverkozen. Dit systeem maakt dat verkozen politici in feite grotendeels alleen bezig zijn met hun herverkiezing amper twee jaar later.

Het aantal politici dat niet herverkozen raakt – door een tegenkandidaat in eigen rangen of door een overwinning van de andere partij – is echter zeer laag. Eenmaal verkozen als parlementslid is elk politicus immers een machtig lobbyist voor bedrijven uit de eigen deelstaat, die in ruil ruime fondsen geven voor hun kiescampagnes.

Dat systeem wordt door een persoon als Bernie Sanders ernstig bedreigd. Er zijn trouwens reeds enkele precedenten die zijn impact aantonen. In 2018 kwamen meer progressieve tegenkandidaten in eigen Democratische rangen op tegen hun zetelend Congreslid dan ooit tevoren.

Zij haalden hun inspiratie en motivatie bij de campagne van Sanders in 2016. De meesten werden weliswaar verslagen (dikwijls zeer nipt) in de voorverkiezingen, maar een aantal van hen geraakte wél over die hindernis, zoals Ilhan Omar in de staat Minnesota, Rashida Tlaib in Michigan en vooral Alexandra Ocasio-Cortez (AOC) in de staat New York.

Wat zij allen met elkaar gemeen hebben is dat ze een campagne voerden uitsluitend met donaties van gewone mensen en opkwamen tegen traditionele politici die miljoenen dollars kregen van banken, bedrijven, de privé gezondheidsverstrekkers, de farmasector, de wapenindustrie en de media.

AOC versloeg niet zomaar eender welk Democratisch parlementslid. Zij overwon Joe Crowley, die van 1999 tot 3 januari 2019 twintig jaar lang om de twee jaar was herverkozen zonder enige tegenkandidaat. Twintig jaar zonder enige moeite herverkozen raken is niet uitzonderlijk voor een traditioneel politicus in de VS, maar Crowley was bovendien de nummer twee van de Democratische Partij na Nancy Pelosi.

Er was zelfs sprake van dat hij na zijn herverkiezing haar plaats als nummer één van de partij zou overnemen en, zoals voorzien in de Amerikaanse politieke cultuur, als leider van de grootste partij voorzitter van het Huis van Afgevaardigden zou worden.

Centrumlinks en gematigd sociaal-democratisch is ‘extreem’ in de VS

Er wordt in de Amerikaanse en internationale media – overigens zeer terecht – gewezen op de platte retorische stijl, de openlijk racistische taal en de populistische demagogie van president Trump. De Democraten blijven hameren op zijn mogelijk Russische connecties om zijn afzetting te eisen. Zijn afzetting eisen ze daarentegen niet voor zijn beleid om kinderen te scheiden van hun ouders aan de grens met Mexico.

De meeste Democraten hebben voor zijn defensiebegroting gestemd, die het record van voorganger Obama heeft gebroken van hoogste militaire budget ooit in de VS in absolute en relatieve cijfers. Net zo keurden ze zijn wetten goed om het klimaatagentschap EPA zowat al zijn bevoegdheden af te nemen.

Men kan zich zelfs de vraag stellen of het buitenlands beleid van Trump wel zo anders is dan wat een president Hillary Clinton zou hebben beslist. In het geval van Syrië zou het waarschijnlijk nog erger zijn geweest, net als tegenover Venezuela.

Clinton zou waarschijnlijk nooit hebben beslist om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël of de budgetten voor het UNRWA, het agentschap van de VN voor steun aan de Palestijnse vluchtelingen, af te schaffen.

Zij zou echter wel het enorme budget voor steun aan Israël hebben verdergezet. Andere retoriek, zelfde beleid. Ten gronde is dat beleid immers identiek: de kern van het buitenlands beleid is en blijft het behoud en/of versterking van de militaire en economische overmacht van de VS over de rest van de wereld.

Bernie Sanders staat niet echt voor een ander buitenlands beleid, hoewel hij wel pleit voor een meer gematigde aanpak van Iran, Venezuela en Israël, maar op binnenlands vlak zou zijn sociaal-democratische aanpak wel een wereld van verschil maken voor de gewone Amerikaan. Het is in de eerste plaats zijn voorstel om privé-financiering uit de verkiezingsstrijd te bannen dat de traditionele Democraten en de media de daver op het lijf jaagt.

Zoals onder meer Noam Chomsky opmerkte was het historisch ongezien dat een kandidaat voor het presidentschap het zover had gebracht als Sanders in 2016, met alleen steun van gewone Amerikanen, en vooral zonder steun van de grote bedrijven, de media en de financiële sector.

Inmenging in verkiezingen, the American way

De Democraten blijven doorgaan op de bewering van Russische inmenging in de verkiezingen van 2016, maar willen in geen geval enige wijziging aan de grootste vorm van inmenging in die verkiezingen, door de eigen grote bedrijven, de banken, de privé-zorgsector, de farma-industrie, de militaire industrie en de media.

En wat ze al helemaal niet afkeuren is de eigen grootschalige inmenging in de verkiezingen van andere landen, iets waar de VS sinds 1945 als geen ander in uitblinkt (en waar ‘de Russen’ zowel qua schaal als qua ervaring meer dan een maatje te klein voor zijn).

Wat zij met andere woorden vrezen – veel meer dan een tweede termijn voor Trump – is dat er een golf mogelijke tegenkandidaten in eigen rangen opstaat die zich door de campagne van Sanders en zijn eventuele nominatie gemotiveerd gaan voelen om de strijd tegen hen aan te gaan.

Dat zou niet alleen het verlies van hun parlementair mandaat betekenen, maar tevens een fundamentele ommezwaai voor het ideologisch profiel van de partij, weg van de belangen van de banken, de grote bedrijven en de media.

Media zijn betrokken partij

Ook de Amerikaanse massamedia hebben alles te vrezen van een president Sanders. De tweejaarlijkse parlementsverkiezingen en de vierjaarlijkse presidentsverkiezingen zijn een zeer lucratieve bron van inkomsten. Beide partijen spenderen miljarden dollars aan reclame op de grote zenders.

Ook al zijn verkiezingsprogramma’s niet erg populair en halen ze geen hoge kijkcijfers, waar het om gaat is het geld dat wordt verdiend met de reclamebudgetten van de politieke partijen (dat ze zelf ‘krijgen’ van de grote bedrijven).

Dat rechtstreeks financieel belang bij het huidige verkiezingssysteem is echter geenszins de enige drijfveer. De mediabedrijven zijn onderdeel van grotere concerns, met belangen in andere industriële sectoren. Zij zijn aartsvijanden van een overheid die sociale taken op zich zou nemen.

Reclame tegen de plannen van Sanders voor openbare gezondheidszorg, uitgezonden tijdens de Democratische debatten op MSNBC. Bron: Screenshot YouTube

Voor Sanders en gelijkgestemde politici als AOC gaat dit over veel meer dan een andere manier van politiek bedrijven. Zij willen de inmenging van de grote media en de bedrijven in de verkiezingen aan banden leggen, weg van de reclame, weg van de grote “debatten” waar zowat alle vragen die de gewone Amerikaan aanbelangen niet aan bod komen.

De Washington Post was woedend toen Sanders tijdens een rechtstreeks interview op MSNBC er op wees dat de krant geen aandacht geeft aan zijn initiatieven voor een hoger minimumloon.

“De krant is eigendom van Jeff Bezos, die multimiljardair is dankzij de hongerlonen en abominabele werkomstandigheden van zijn werknemers in zijn bedrijf Amazon.com. Zou het kunnen zijn dat de krant daarom niet over het minimumloon wil schrijven?”

Meerdere journalisten, waaronder de hoofdredacteur, reageerden verontwaardigd, met het gekende argument van redactionele onafhankelijkheid. Wijzen op de eigendomsstructuur van de grote mediabedrijven is taboe op diezelfde media.

Ondanks dagelijkse negatieve berichtgeving (en gelijklopend disproportioneel positieve aandacht voor zijn Democratische tegenkandidaten, in hoofdzaak voor de reeds hierboven vermelde Joe Biden en Kamala Harris) blijft Sanders, net als in 2016, gestaag vooruitgaan in de peilingen.

Zijn thema’s domineren bovendien alle tot nog toe uitgezonden debatten tussen de Democratische kandidaten, zoals openbare gezondheidszorg, een thema dat voor Sanders niet eens aan bod kwam.

CNN zond tijdens de reclameblokken tussen de debatten clips uit van privé-gezondheidsverstrekkers die ‘uitleggen’ hoe openbare gezondheidszorg ‘het recht op uw eigen dokter’ zou afpakken en andere leugens. Sanders wees daar tijdens die debatten op, waardoor hij andermaal een taboe doorbrak: commentaar geven op de reclameblokken tijdens een uitzending en wijzen op de selectiviteit van de journalisten die de debatten modereren.

Vakbonden, media, gezondheidszorg, klimaatactie …

Alsof dat alles nog niet genoeg is om de kandidatuur van Sanders ten allen prijze te verhinderen, komt hij nu ook met een plan om lidmaatschap van vakbonden te stimuleren en om het recht op sociale onderhandelingen en collectief overleg in wetten vast te leggen. Hij wil een klimaatplan opleggen aan vervuilende bedrijven dat hen dwingt om hun productieproces aan te passen. En hij wil het elektriciteitsnetwerk nationaliseren. De energiesector is eveneens een belangrijke financier van verkiezingen.

Bovendien heeft hij een plan klaar om de media grondig te hervormen, met onder meer anti-trustwetgeving, om de voortdurende samensmelting van grote mediabedrijven tot machtige concerns te verbieden. Ook Facebook en Google staan op zijn hervormingsagenda.

Hij wil verder nog subsidies voorzien voor lokale openbare media, voor sociale bescherming van journalisten en voor onderzoeksjournalistiek.

Sanders noemt zichzelf een democratisch socialist en vindt daarvoor veel sympathie bij jonge kiezers en bij Amerikanen die van loonarbeid leven in fabrieken, bedrijven en diensten. Meer dan 70 procent van alle Amerikanen is voorstander van openbare gezondheidszorg.

Kortom, de Democratische partijtop en de meeste Democratische verkozenen werken de kandidatuur van Sanders tegen, waarmee ze de beste kanshebber om Trump te verslaan saboteren.

Dat doen ze niet uit domheid of koppigheid, maar uit weloverwogen zelfbelang. Sanders, AOC en andere politici die zich openlijk socialist noemen zijn voor hen politiek levensbedreigend. Zij staan voor een politiek model waarin voor hen geen plaats meer is.

Met zijn programma is Sanders naar Amerikaanse traditionele normen uiterst links. Naar Europese normen staat de man voor een gematigd centrumlinks sociaal beleid. Op buitenlands vlak is hij een traditioneel Amerikaans politicus die gelooft in het uitzonderlijk karakter van de Amerikaanse natie, weliswaar zonder het extremisme van de Republikeinse Partij (en het overgrote deel van de huidige Democratische verkozenen).

Voor de gewone Amerikaan die niet rondkomt met zijn/haar loon, die de doktersrekening en de geneesmiddelen niet kan betalen, net als de hypotheek of de huur zal Sanders een wereld van verschil maken. Dat is meer dan goed genoeg om achter zijn kandidatuur te staan.

Bronnen:

After Decades of Corporate ‘Decimation’ of Unions, Sanders Says It Is Time for Workers to Win the Class War

Bernie Sanders’s ‘Green New Deal’: A $16 Trillion Climate Plan

Op-Ed: Bernie Sanders on his plan for journalism

‘The Healthcare Industry Will Be Advertising Tonight’: Sanders Calls Out CNN for Airing Pharma Commercials During 2020 Debate

Bernie Wants to Seize the Means of Electricity Production