De actiegroep Openbaar Vervoer Nu is tegen de plannen van de N-VA om de NMBS te privatiseren. “De NMBS privatiseren is waanzin”. Als reactie op het wetsvoorstel van federaal N-VA-parlementslid Tomas Roggeman om een deel van de NMBS te verkopen lanceert de actiegroep het tegenvoorstel om net meer in de spoorwegen te investeren en de mobiliteit te herfederaliseren.
“Dit voorstel kunnen we samenvatten als waanzin”, zegt Ruben Van Miegroet, oprichter van de actiegroep Openbaar Vervoer Nu in een persmededeling, “maar daar stopt het blijkbaar niet, ze willen ook nog eens de spoorwegen opsplitsen.”
De actiegroep keurt de privatisering dan ook af en meent dat er net méér in de spoorwegen moet worden geïnvesteerd. “Je moet maar naar het buitenland kijken. In Groot-Brittannië werden de biljetten meer dan 200 procent duurder sinds de privatisering.”
Eén mobiliteitsminister
Als alternatief voor de splitsing van de NMBS stelt Openbaar Vervoer Nu de herfederalisering van mobiliteit voor. De actiegroep zegt dat met 4 ministers er te veel ministers bevoegd zijn voor mobiliteit.Van Miegroet gaat verder: “Om de mobiliteitsproblemen op te lossen én een doeltreffend beleid te hebben, stellen we voor de 4 ministers te vervangen door één Nationale Belgische Minister van mobiliteit.” De actiegroep maakt zich sterk dat de vrijgekomen miljoenen euro’s door de fusie gebruikt kunnen worden in mobiliteitsprojecten.
De voorstanders van privatisering van het openbaar vervoer, vooral van de spoorwegen, zijn tevens ook de grootste voorstanders van een minimale overheid en van steeds meer besparingen in het budget voor openbaar vervoer. Daarmee veroorzaken zij zelf de problemen die worden gebruikt als argument om te privatiseren.
Privatisering, zeer goed … voor de aandeelhouders
In Groot-Brittannië werd het spoor reeds geprivatiseerd in 1994. Voor de aandeelhouders van de afzonderlijke lijnen is dit een zeer voorspoedige beslissing geweest. Voor de treingebruiker is het een sociale ramp.
In verhouding tot de levensduurte betalen de Britse pendelaars de hoogste prijzen in Europa. Pendelaars naar de hoofdstad Londen zijn wel verplicht dagelijks uren te pendelen, omdat wonen in de hoofdstad nog duurder is. Zij moeten hun treintickets aan ‘marktprijzen’ kopen.
De Britse treinmaatschappijen investeren niet in infrastructuur en niet in materiaal. Alleen de dividenden aan de aandeelhouders worden netjes uitbetaald. Het bedrag van de overheidssubsidies die de spoorbedrijven er nu krijgen, is in 2019 hoger dan het totale bedrag dat de Britse overheid zelf uitgaf aan British Rail voor 1994, naar inflatie omgerekend.
Een ideologisch project
Voorstanders van openbaar vervoer door de overheid verwijten de verdedigers van privatisering dat ze dom zouden zijn en geen rekening houden met de nefaste sociale gevolgen van privatisering. Dat is een verkeerde analyse. De neoliberale politici die dit verdedigen weten integendeel zeer goed waarom ze dit willen. Dit is voor hen immers in de eerste plaats een ideologisch project. Openbaar vervoer door de overheid past niet in hun maatschappelijke visie.
Er zijn uiteraard wel neoliberale politici die écht geloven dat privatisering van openbaar vervoer, onderwijs, gezondheidszorg, hulpdiensten, seniorenzorg voor betere dienstverlening zou zorgen. Dat zijn de meelopers, de volgers. De verstandigen onder hen weten daarentegen waar dit wel over gaat: een herverdeling van de welvaart naar boven.
In een openbaar spoorbedrijf is iedereen eigenaar en aandeelhouder. Je ‘dividenden’ krijg je door de goedkope tickets, de werk- en studentenabonnementen, de gezinskorting, de weekendtickets, de 65+kaarten …
In een geprivatiseerd bedrijf krijgen alleen rijke aandeelhouders ‘winsten’ uitgekeerd. Privé-uitbaters zijn bovendien alleen geïnteresseerd in de grote lijnen en de groten stations. De rest van het land moet het zonder hen doen (of zoals in Groot-Brittannië met een zeer beperkte dienstregeling).
Eén bedrijf, maar niet met huidige beheersstructuur
Het voorstel om tot één bedrijf voor alle openbaar vervoer te komen heeft een aantal evidente voordelen. Zo kan er bijvoorbeeld eindelijk werk worden gemaakt van een volledig gesynchroniseerd uurrooster tussen trein, bus en tram.
Het kan echter niet de bedoeling zijn zomaar de huidige gepolitiseerde structuur van de NMBS en De Lijn (en andere openbare instellingen zoals de VRT) over te nemen. Die zijn immers een deel van het probleem. Andere ideeën zoals die van Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië zijn het bestuderen waard.
Hij wil British Rail volledig hernationaliseren, maar absoluut niet volgens de oude structuren van voor 1994. Hij pleit voor een beheersorgaan met echte bestuursmacht dat voor één derde bestaat uit vertegenwoordigers van gebruikersorganisaties, voor één derde uit door het personeel aangeduide vakbondsvertegenwoordigers en voor één derde uit de directie, die wel nog door de regering wordt aangeduid.
Dat het voorstel tot privatisering van de trein van een N-VA-politicus komt is niet verwonderlijk. De voorbije vijf jaar heeft de partij zich steeds neoliberaler getoond dan de liberalen van Open-Vld, op zowat alle dossiers.
Omdat de regering dat zo wil
De NMBS presteert inderdaad ondermaats, maar dat is omdat de federale regering dat zo wil. Alle leden van de Raad van Bestuur van NMBS (en Infrabel, het andere hoofd van deze tweekoppige draak) zijn politiek benoemd. Zij zijn echter geen slaafse uitvoerders van de politieke partijen die hen benoemen. Integendeel, zij werden net geselecteerd en benoemd omdat zij uit zichzelf hierover hetzelfde denken als de politici die hen benoemen (zie onder meer Gebrek aan stiptheid NMBS is geen ‘probleem’, het is regeringsbeleid).
Regeringsbeleid mag je niet beoordelen aan de hand van geuite intenties maar aan de hand van de concrete consequenties. Dan is de conclusie duidelijk: de NMBS presteert slecht omdat de meerderheidspartijen CD&V, Open Vld, MR én N-VA dat vijf jaar lang zo gewild hebben. Met haar voorstel toont de N-VA waar zij voor staat, voor regressieve sociale afbraak en tegen elke ernstige aanpak van de klimaatcrisis.
Op vrijdag 20 september 20199 gaat de grote klimaatstaking door. Beter en meer openbaar vervoer is één van de eisen.