Chantage Trump op Oekraïne om politiek rivaal te dwarsbomen niet origineel, Nixon en Reagan deden het hem voor

President Trump met president Zelensky in New York op 25 september 2019. Foto: White House Office / Shealah Craighead/ WikiMedia Commons

FacebooktwitterFacebooktwitter

De Amerikaanse Senaat houdt hoorzittingen over de mogelijke afzetting van president Trump. Hij zou met druk op de president van Oekraïne gepoogd hebben presidentskandidaat Joe Biden te discrediteren. Niets origineels. President Ronald Reagan deed het met Iran, president Richard Nixon deed het met Vietnam. Trump wordt hiervoor bedreigd met afzetting, terwijl zijn talrijke andere veel ergere misdaden geen enkele aanleiding geven tot impeachment.

President Trump heeft op 25 juli 2019 in een telefoongesprek de Oekraïense president Volodymyr Zelensky onder druk gezet om een gerechtelijk onderzoek te starten naar Hunter Biden, de zoon van Joe Biden, vice-president onder Barack Obama en kandidaat voor de komende presidentsverkiezingen. Deed hij dat niet, dan zou de reeds toegezegde economische en militaire hulp niet vertrekken.

Hunter Biden in Oekraïne

Hunter Biden, zoon van Democratisch politicus Joe Biden, was een aantal jaren lid van de raad van bestuur van Burisma Holdings, een Oekraïens aardgasbedrijf, eigendom van oligarch Mykola Zlochevsky.

Tijdens een bezoek aan Oekraïne had toenmalig vice-president Joe Biden in een openbare verklaring het ontslag geëist van de volgens hem corrupte onderzoeksrechter Viktor Shokin, die betrokken was bij een gerechtelijk onderzoek naar corruptie in het bedrijf waar zijn zoon bij betrokken was.

De Raad van bestuur van Burisma in 2015. Screenshot YouTube BBC

Trump eiste dat president Zelensky een onderzoek zou starten naar mogelijke corruptie van Hunter Biden en naar de inmenging van Joe Biden om – volgens hem – een onderzoek van Burisma Holdings te stoppen. Joe Biden was op dat ogenblik reeds Democratisch presidentskandidaat.

Hij werd toen nog algemeen aanzien als de grootste kanshebber om het tijdens de verkiezingen in 2020 tegen Trump op te nemen. Als Zelensky niet deed wat Trump eiste, zou Trump aanzienlijke (en reeds afgesproken) economische en militaire hulp aan Oekraïne tegenhouden.

Business as usual

Presidenten van machtige landen – en dus ook die van het machtigste land ter wereld – die andere regeringsleiders politiek, militair of economisch onder druk zetten, het is eerder routine in de diplomatieke geschiedenis. Meestal gebeurt het achter gesloten deuren, heel af en toe openlijk.

Meerdere VS-ambassadeurs bij de VN hebben andere landen afgedreigd met economische sancties als ze in de VN-Veiligheidsraad niet stemden zoals de VS wilden. Logischerwijze ging het dan bijna altijd over landen in een economisch zwakkere situatie of economische afhankelijkheid. Het meest frequent gebeurde dat wanneer stemmingen over Israël en Cuba op de agenda stonden.

Trump deed echter meer. Hij eiste van een president van een ander land om twee eigen VS-staatsburgers te vervolgen, waarvan één een directe rivaal is voor de komende presidentsverkiezingen in 2020. De Amerikaanse wet verbiedt diplomatieke initiatieven van de president voor eigen persoonlijk gewin.

Zo kan bijvoorbeeld de president geen economisch verdrag sluiten met een ander land ten bate van een bedrijf waar hij zelfs eigenaar of aandeelhouder van is. Trump gebruikte zijn ambt voor eigen politiek profijt.

Gebrek aan inzicht en/of ervaring?

Telefoongesprekken tussen staatshoofden zijn nooit helemaal geheim, zelfs de meest vertrouwelijke niet. Aan beide zijden luisteren altijd adviseurs en – wanneer nodig – tolken mee. Alles wordt opgenomen en uitgeschreven. Die gesprekken worden grondig voorbereid en de president wordt op voorhand grondig gebriefd.

Trump nam met andere woorden een enorm risico door dergelijke zaken per telefoon te zeggen. Was dit afgesproken of handelde hij op eigen initiatief? Lekken kunnen zich aan beide zijden van het gesprek voordoen. Meestal zijn die lekken op het hoogste niveau opgezet spel.

Echte lekken door adviseurs zijn eerder zeldzaam. Toch is dit nu het meest waarschijnlijke scenario, een lek door een adviseur van Trump die dit onaanvaardbaar vond.

Dat Trump politiek profijt zocht via een buitenlandse staatshoofd is allesbehalve uniek. Zijn gedrag heeft zelfs meerdere en meer zwaarwichtige precedenten in de naoorlogse geschiedenis van de VS. Hij was echter zo lomp om dat niet discreet via een medewerker te doen – en zo betrokkenheid te kunnen ontkennen.

Of hij dat deed uit onkunde, gebrek aan diplomatiek inzicht of gebrek aan ervaring, doet niet ter zake. De meest zwaarwichtige voorgangers (maar zeker niet de enige) zijn de presidenten Richard Nixon (1969-1974) en Ronald Reagan (1981-1989).

Tricky Dicky

In 1968 was Harry Robbins Haldeman leider van het campagneteam van Republikeins politicus Richard Nixon voor de presidentsverkiezingen. Henry Kissinger was professor diplomatieke relaties en informeel adviseur van de diplomatieke medewerkers van David Dean Rusk, minister van Buitenlandse Zaken onder de Democratische presidenten John Kennedy (1961-1963) en Lyndon Johnson (1963-1969).

Kennedy had in 1960 Republikein Richard Nixon zeer nipt verslagen. Daarvoor was Nixon acht jaar vice-president onder president Ike Eisenhower (1953-1961).

President Nixon ontvangt op 24 juli 1973 de sjah van Iran in het Witte Huis. Foto: Richard Nixon Foundation / Public Domain

Kissinger had al laten weten bereid te zijn Nixon op de hoogte te willen houden over de inspanningen die zijn collega-diplomaten deden om voor president Johnson een vredesakkoord in Vietnam te verwezenlijken voor de verkiezingen van eind 1968. De bevolking in de VS was reeds enkele jaren fel tegen de voortzetting van de oorlog tegen Vietnam.

Nixon gaf zijn orders aan Haldeman: “Vind wegen om Johnsons plan voor productieve vredesgesprekken te saboteren, zodat het gefrustreerde Amerikaanse electoraat zich naar de Republikeinen zal wenden als hun enige hoop op het beëindigen van de oorlog.”

Anna Chenault

Haldeman vond een handlanger voor deze strategie in Anna Chenault, een van Nixons belangrijkste fondsenwervers. Haar geboortenaam is Chan Shen Mai. Deze mevrouw uit de Chinese feodale elite was door haar huwelijk met een Amerikaanse piloot Amerikaans staatsburger sinds 1947.

Tijdens de vredesonderhandelingen in Parijs gebruikte Anna Chenault haar netwerk bij de economische elite in Zuid-Vietnam om de Zuid-Vietnamese onderhandelaars te overtuigen dat ze een betere deal zouden kunnen sluiten na de verkiezingen met Nixon in het Witte Huis.

Als dit toen onderzocht was geworden – het team van Johnson had sterke vermoedens, maar geen bewijzen – was hier sprake van hoogverraad, waar de zwaarste straffen op staan.

De Democraten waren al verzwakt door de beslissing van Johnson om als zetelend president toch geen kandidaat meer te zijn voor een tweede mandaat. De aanslepende onderhandelingen en de voortzetting van de oorlog in Vietnam brachten Nixon uiteindelijk de overwinning tegen Democraat Hubert Humphrey, zetelend vice-president. Er werd daarna nooit een onderzoek geopend over wat iedereen vermoedde, maar niet tegen de nieuwe president wenste/durfde in te brengen.

Watergate

Nixon werd uiteindelijk in 1974 tijdens zijn tweede mandaat de eerste VS-president ooit die ontslag nam, om dreigend impeachment te vermijden voor zijn directe betrokkenheid bij spionage in het hoofdkwartier van de Democratische Partij in Washington, in een gebouw dat Watergate heette. Voor zijn hoogverraad in 1968 werd hij echter nooit vervolgd.

Watergate is een complex van zes wolkenkrabbers in Washington DC. Het hoofdkwartier van de Democratische Partij bevond zich in het hoefijzergebouw vooraan. Foto: WikiMedia Commons

Het Watergate-schandaal wordt door de Amerikaanse massamedia nog altijd verkocht als voorbeeld van een vrije pers. De echte reden waarom Nixon moest gaan was echter dat hij het voornaamste politieke pact van het Amerikaanse politieke systeem had geschonden, het pact van de duopolie van de twee grote politieke partijen op de macht.

Het hele schandaal werd door Republikeinse insiders gelekt aan journalisten van de Washington Post. Dezelfde Amerikaanse media die hem voor Watergate aan de schandpaal nagelden, hebben daarentegen zijn echte misdaden nooit veroordeeld.

Nixon werd nooit vervolgd voor de illegale en genocidale bombardementen op Noord-Vietnam, Laos en Cambodja of voor de gifgasoorlog in Zuid-Vietnam, noch voor de staatsgreep tegen democratisch verkozen president van Chili Salvador Allende op 11 september 1973 en al evenmin voor zijn opdracht om leden van de Black Panthers en van de American Indian Movement – Amerikaanse staatsburgers – te vermoorden.

Ronald Reagan

Tijdens de verkiezingscampagne van 1980 deed Republikeins kandidaat Ronald Reagan het nog eens over. Democratisch president Jimmy Carter zat met een enorm imagoprobleem, dat hij maar niet opgelost kreeg.

Ronald Reagan (rechts) met medewerkers in de Oval Office. Foto White House Photo Office / Public Domain

Een jaar eerder was hij de voornaamste bondgenoot van de VS in het Midden-Oosten kwijtgeraakt. Op 11 februari 1979 vluchtte de sjah van Iran roemloos zijn land. Zijn regime werd door mensenrechtenorganisaties het meest lugubere op aarde genoemd. Carters veiligheidsadviseurs hadden hem 24 uur voor de vlucht van de sjah nog gebriefd dat het regime stabiel was en de volksopstand weldra onder controle zou komen.

Wat in de plaats van het regime van de sjah zou komen was een jaar later nog steeds zeer onduidelijk. Zouden progressieve krachten het halen tegen de pogingen van Ayatollah Khomeiny om van het land een theocratische dictatuur te maken? Zelfs een herstel van een gelijkaardig ‘regime van de sjah-zonder-de-sjah’ achtte men nog mogelijk.

444 dagen vernedering voor de sterkste grootmacht ter wereld

De woede van de Iraanse bevolking richtte zich niet alleen tegen de handlangers van de sjah, maar ook tegen zijn belangrijkste bondgenoot, de VS. Jarenlang hadden de Amerikaanse inlichtingendiensten aan de beulen van de SAVAK, de Iraanse inlichtingendienst, de namen doorgegeven van Iraanse dissidenten, organisaties, acties.

Twee gijzelaars in de VS-ambassade in Teheran. Foto: Public Domain

SAVAK-agenten werden opgeleid in psychische en fysieke foltertechnieken door VS-adviseurs. De archieven van hun collaboratie werden bewaard in de VS-ambassade in Teheran.

In november 1979 werd de VS-ambassade omsingeld door een steeds groter aantal betogers. De Iraanse regering, deels versplinterd en onmachtig door de onstabiele politieke situatie, deels uit doelbewuste verwaarlozing, liet uiteindelijk gebeuren dat de betogers op 4 november 1979 de ambassade bestormden.

De inname van de ambassade in Teheran werd hoofdzakelijk geleid door studenten die een machtsovername door Ayatollah Khomeiny wilden. Zij gijzelden 52 diplomaten, medewerkers en familieleden die niet tijdig waren weggeraakt.

De gijzelnemers stelden vast dat in de dagen voor de invasie het ambassadepersoneel hoofdzakelijk één ding hadden gedaan. Ze waren met een papierversnipperaar alle archieven aan het vernietigen. De Iraanse overheid heeft meer dan dertig jaar tijd en mensen geïnvesteerd in het lijmen van alle papiersnippers.

VS verliezen centrale bondgenoot in Midden-Oosten

De gijzeling van 52 Amerikaanse staatsburgers in Teheran was voor president Carter 444 dagen lang een permanente vernedering. Niet alleen was hij zijn centrale bondgenoot in het Midden-Oosten kwijt. Het machtigste land ter wereld slaagde er niet in 52 eigen burgers te bevrijden.

Logistiek was een militaire bevrijdingsoperatie nochtans geen enkel probleem. De militaire adviseurs van Carter konden echter geen enkele garantie geven dat ze de gegijzelden levend zouden kunnen bevrijden.

Op 1 januari 1978 ontvangt president Carter de sjah van Iran in het Witte Huis. Foto: US Federal Government / Public Domain

Verschillende onderhandelingspogingen mislukten. Ook economische maatregelen zoals het blokkeren van 7,9 miljard dollar op Iraanse bankrekeningen in het buitenland konden Iran niet vermurwen.

De VS weigerden immers op hun centrale eisen in te gaan: een officieel vastgelegde belofte dat het “vanaf nu het Amerikaanse beleid is om niet te interveniëren, direct of indirect, politiek of militair, in de interne aangelegenheden van Iran”.

Die eis was voor de VS principieel onaanvaardbaar. Het officiële argument was (en is nog steeds) dat dit immers altijd het beleid van de VS is. Een dergelijke toegeving zou impliceren dat dat tot dan niet het geval zou geweest zijn.

Historisch belang van Iran voor het imago van de VS

Het was voor de VS onaanvaardbaar dat het als machtigste land ter wereld door een klein land als Iran zou vernederd worden door een dergelijke toezegging te doen. Net hier in Iran waren de VS ooit de enige grootmacht ter wereld geworden.

In 1953 slaagden de VS er immers voor het eerst in om in een ander land met een gericht en doordacht strategisch plan een ‘vijandig regime’ ten val te brengen. Eerste minister Mossadegh was allesbehalve een ‘communist’, eerder een liberale nationalist, die jammer genoeg het verkeerde idee had om de aardolie in de Iraanse bodem (en de te verwachte winsten) als eigendom van Iran te zien (zie Echte reden voor VS-oorlog tegen Iran is nog steeds ongehinderde controle over Midden-Oosten).

Met de gelukte staatsgreep werden bovendien twee andere landen, de voormalige koloniale grootmachten Groot-Brittannië en Frankrijk, definitief verwezen naar een tweederangsrol. Het succesvolle model van de staatsgreep in Iran werd daarna ettelijke malen overgedaan in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.

“Géén losgeld voor criminelen”

Het nieuwe regime van de ayatollahs noodzaakten de VS hun machtsbasis definitief te verleggen naar Israël en Saoedi-Arabië. Het middeleeuwse feodale koninkrijk was weliswaar de grootste producent ter wereld van aardolie, maar was militair een minuscule dwerg. Vanaf 1980 zijn de lucratieve wapendeals van Amerikaanse, Britse en Franse wapenfabrikanten met Saoedi-Arabië begonnen.

Hoewel de echte woede van de Amerikaanse regering over de gijzeling van 52 diplomaten in Teheran heel andere redenen had dan wat de gewone Amerikaan daar over dacht, was het voor president Carter desalniettemin een complete pr-ramp. De publieke opinie keerde zich volledig tegen hem en tegen zijn onmacht om de gijzeling te beëindigen.

Zijn Republikeinse tegenkandidaat Ronald Reagan1 buitte die situatie volledig uit. Tijdens de verkiezingscampagne herhaalde hij voortdurend de eis ‘Geen losgeld aan criminelen’. Hij deed echter meer dan dat. Via zijn contacten in de Amerikaanse diplomatie wist hij Iran te overtuigen de gijzeling vol te houden tot minstens de dag van de presidentsverkiezingen.

Eagle Claw

Tot overmaat van ramp voor president Carter liep de militaire bevrijdingsoperatie Eagle Claw (arendsklauw) op 24 april 1980 uit op een totaal fiasco. Van de acht ingezette helikopters bleef er een staan wegens technisch defect, een tweede moest zijn vlucht afbreken voor een zandstorm en een derde moest rechtsomkeer maken wegens rotorproblemen.

Bij de vlucht van Operation Eagle Claw botste een helikopter (rechts) met een Hercules-vrachttoestel (vooraan). Links boven een bij gebrek aan brandstof onbeschadigd achtergelaten Sikorsky-helikopter. Foto: Public Domain

Het plan was door te gaan als minstens zes helikopters ter plaatse geraakten. Op advies van zijn militaire adviseurs blies Carter daarop de operatie af.

Tijdens het overhaaste vertrek uit hun basis in de woestijn op enkele tientallen kilometers buiten Teheran botste een helikopter tegen een van de vier vrachttoestellen ter plaatse waarbij acht soldaten omkwamen. Tot overmaat van ramp kon Iran na hun vlucht ter plaatse een deel van de documenten voor de operatie bemachtigen.

Uiteindelijk verloor zetelend president Carter de verkiezingen tegen Reagan. Reeds kort na zijn overwinning in oktober 1980 en nog voor zijn eedaflegging in januari 1981 circuleerden geruchten dat Ronald Reagan de onderhandelingen met Iran had gesaboteerd en waarschijnlijk ook de reddingsoperatie.

Niets aan de hand

Een aantal parlementaire onderzoeken van het Congres kwam telkens tot de vaststelling dat er niets van aan was. President Reagan kreeg de gijzelaars ondertussen wél vrij, notabene met een overeenkomst die nog meer toegevingen deed dan het voorstel van zijn voorganger Carter.

Reagan brak daarbij ook zijn belofte van ‘geen losgeld aan criminelen’. Het Iraanse nieuwe regime van de ayatollahs kon met Amerikaans geld via Israël wapens kopen en zich definitief vestigen.

Het geld dat Iran voor die wapens betaalde moest echter geheim blijven en werd daarom door de CIA versast naar hulp aan de Contra’s in Nicaragua, de bende soldaten van voormalig dictator Somoza. Die was in 1979 afgezet door de linkse Sandinistische guerrilla.

Het duurde enkele jaren voor het Iran-Contragate-schandaal uitbrak. In de media werd het herleid tot een discussie over de vraag of Reagan ‘het wist of niet wist’, terwijl een aantal ondergeschikten werden veroordeeld tot lange straffen, waarvoor ze vrij snel gratie kregen.

Ronald Reagan ging volledig vrijuit. Over wat hij een jaar eerder had gedaan (door anderen liet doen) tijdens de verkiezingen is nooit enig gerechtelijk onderzoek gestart, eenmaal hij verkozen was. Personen die bleven aandringen op opening van zaken werden geridiculiseerd als samenzweringsfanatici.

“It was bunk”

In 2003 werd uiteindelijk terug een parlementair onderzoek gedaan. Het besluit was opnieuw dat het hele idee complete zever was (‘it was bunk‘). Er werd “geen geloofwaardig bewijs gevonden van enige poging of voorstel van het campagneteam van Reagan … om de vrijlating van Amerikaanse gijzelaars in Iran te vertragen.”

Zeventien jaar later, op 29 december 2019, net voor de jaarwisseling komt The New York Times met de bewijzen van het omgekeerde. De krant kreeg de archieven van David Rockefeller in handen. De in 2017 overleden machtige bankier was een hevige tegenstander van het ‘softe’ buitenlandse beleid van Carter en steunde de campagne van Reagan met enorme bijdragen.

Uit zijn archieven blijkt dat het team van Reagan wel degelijk uitgebreide inspanningen deed om de onderhandelingen met Iran te laten mislukken. Dat deden ze onder meer door valse geruchten te lanceren dat de uitbetaling van een enorm losgeld werd onderhandeld, door via interne bronnen bij de Amerikaanse onderhandelaars geruchten te verspreiden die de aan de gang zijnde onderhandelingen ondermijnden.

Uit die documenten blijkt tevens dat Reagan mollen had in het campagneteam van Carter, die hem Carters fiches voor de tv-debatten doorgaf, en mollen in het ministerie van Buitenlandse Zaken, die hem op de hoogte hielden van de onderhandelingen. Als dit was uitgekomen tijdens de verkiezingen, was Reagan niet alleen geen kandidaat meer geweest, hij zou van hoogverraad beschuldigd zijn.

Waarom dat nooit gebeurde is geen raadsel. Het establishment in de VS was van mening dat Carter een mislukking was die de VS diep had vernederd en hun voornaamste bastion in het Midden-Oosten had verkwanseld. Hij moest gaan. Reagan was hun kandidaat.

Peanuts

Wat president Trump wordt aangewreven door de Democraten is peanuts in vergelijking met wat Nixon en Reagan hebben gedaan. Nixon liet een bloedig conflict een jaar aanslepen. Reagan liet Amerikaanse gijzelaars meerdere maanden langer vastzitten. Trump zal niet worden afgezet, want de Democraten hebben geen meerderheid in de Senaat (voor afzetting is een meerderheid nodig in beide parlementen van het Congres).

De Democraten zijn zelfs niet verzekerd van de steun van alle eigen senatoren. De Democraten gaan hier desondanks mee door, omdat zij weigeren te erkennen dat hun falen om Trump te voorkomen in 2016 bij henzelf moet worden gezocht. Om dezelfde reden zijn zij bereid de meest geschikte kandidaat tegen Trump te boycotten.

Ondertussen ontspringt Trump volledig de dans voor zijn echte misdaden: de politieke vervolging van dissidente bewegingen in eigen land, zoals de criminalisering van activisten tegen nieuwe olie- en gaspijplijnen, een verwoestend anti-klimaatsbeleid, steun aan dictaturen wereldwijd, de verhoogde dreiging van een vernietigende kernoorlog …

Zijn moreel meest verwerpelijke misdaad vergeten we nog: het scheiden van duizenden kleine kinderen van hun ouders aan de grensovergangen, het ontzeggen van medische zorgen aan gedetineerde immigranten met talrijke dodelijke gevolgen, willekeurige deportatie van mensen die reeds twintig-dertig jaar in de VS werken en belastingen betalen in de VS en hun in de VS geboren kinderen moeten achterlaten.

 

Bronnen:

Ronald Reagan’s “October Surprise” Plot Was Real After All

When a Candidate Conspired With a Foreign Power to Win An Election

 

Notes:

1   In het geval van Ronald Reagan hoor je eigenlijk te zeggen ‘het team van Reagan’.  Reagan was een man zonder inhoud of visie, wiens enige gift was dat hij teksten van een teleprompter kon aflezen, alsof hij ze ter plaatse uitvond. Reagan was ooit tweederangsacteur in B-films maar werd vooral bekend voor zijn werk in tv-advertenties voor allerlei producten. De Amerikaanse massamedia veegden zijn voortdurende flaters in binnen- en buitenland onder de tafel, omdat ze zijn economische agenda ten volle steunden. De term neoliberalisme werd pas later uitgevonden, maar zijn economisch beleid kan zo worden samengevat: afbraak van de sociale rol van de overheid, volledige deregulering van de economie en het bankwezen, bevriezing van lonen en sabotage van vakbondswerking.