4 mei 1970: 50 jaar geleden schoot de US National Guard vier studenten dood tijdens anti-oorlogsprotest

Minuten voor deze foto stierf Jeffrey Miller. Foto: John Filo/Fair Use

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op 4 mei 1970 schoot een afdeling van de US National Guard van de staat Ohio vier studenten dood tijdens een manifestatie op de campus van Kent State University. Bewijzen voor de stelling van de ordetroepen dat ze werden beschoten werden nooit geleverd. Een nationale staking van 4 miljoen studenten was het gevolg. Hoe erg ook, het was geen uitzonderlijke misdaad van de Amerikaanse ordetroepen.

In mei 1970 was de sfeer op universiteitscampussen en in stadscentra over heel de VS zeer gespannen. Vredesactivisten organiseerden betogingen, sit-ins en manifestaties om te protesteren tegen de oorlog die de VS voerden tegen de bevolking van Vietnam, Cambodja en Laos.

Het protest was zo grootschalig – zoals is gebleken uit bandopnames in het Witte Huis – dat president Richard Nixon en zijn entourage vreesden voor een revolutie. Die vrees was totaal ongegrond, het protest bereikte een groot deel van de Amerikaanse bevolking niet. In ieder geval was deze perceptie de leidraad voor de beslissingen die de president nam.

Studentenprotest

Memoriaal voor Jeffrey Miller op de plaats waar hij stierf. Foto: mws77/Public Domain

Vooral universiteitsstudenten waren actief in het anti-oorlogsverzet. In die tijd waren Amerikaanse universiteiten nog redelijk toegankelijk voor kinderen uit de betere middenklasse en voor kinderen van technisch opgeleide werknemers in de auto-industrie, de mijnbouw en andere sectoren.

De National Guard in de VS zijn afdelingen van reservisten, die per deelstaat opereren. Deze reservisten voeren in feite een soort legerdienst uit die twee jaar duurt en maximaal drie keer kan worden verlengd. Het zijn geen beroepsmilitairen. Ze worden ingezet voor nationale urgenties en natuurrampen, maar worden ook opgeleid voor oorlogsoperaties in het buitenland. De oorlog in Irak werd hoofdzakelijk met afdelingen van de National Guard uitgevoerd. De president kan de National Guard bevelen om de interne orde te vrijwaren.

Op 30 april kondigde Nixon ondanks de toenemende protesten in eigen land aan dat hij de oorlog in Vietnam zou uitbreiden naar buurland Cambodja. De protestactie van 4 mei op de campus van Kent State was een van vele, niet eens een grote actie. Studenten voerden ter plaatse concreet actie tegen de aanwezigheid van een bureel van de Reserve Officers’ Training Corps (ROTC) op de campus. Dat kantoor werd in de dagen voor 4 mei uitgebrand, wat op tientallen universiteitscampussen gebeurde. De ROTC is een dienst van het leger die jonge studenten opleidt tot leidinggevende officieren.

Aanleiding voor bevel tot schieten werd nooit uitgeklaard

Ondanks een strikt verbod van het bestuur van de campus op enige activiteit kwamen op 4 mei ongeveer 2.000 studenten samen op de campus. Omstreeks het middaguur werd door de commandant van de brigade van de National Guard van de staat Ohio een bevel tot onmiddellijke verspreiding afgeroepen.

Perspectief vanuit de positie van de National Guard. De vier bomen links werden later geplant. Voor de geparkeerde wagen het memoriaal voor Jeffrey Miller. Foto: mws77/Public Domain

Toen dat bevel werd genegeerd reageerde de National Guard met traangasgranaten. Die hadden door de wind op de open campus geen effect. Tijdens de rellen die er op volgden vuurden 29 van de 77 soldaten hun wapens op de studenten die op dat ogenblik 60-100 meter van hen verwijderd waren.

Vier studenten werden op slag gedood. Slechts twee van hen waren betogers. De andere twee waren studenten die van klaslokaal aan het veranderen waren en dachten dat ze veilig waren omdat ze zich ver achter de betogende studenten bevonden. Een van hen kon bezwaarlijk een deelnemer aan de protesten genoemd worden. Hij was actief betrokken bij het ROTC-kantoor voor rekrutering van studenten in het leger. Van de vier slachtoffers stond de 20-jarige student Jeffrey Miller het  dichtst bij de soldaten op meer dan 80 meter van hen verwijderd.

Een van de toenmalige getuigen was de 20-jarige studente Chrissie Hynde, later zangeres van The Pretenders. Zij getuigde: “Zelfs de Guardsmen keken stomverbaasd. We keken naar elkaar. Het waren slechts kids, 19 jaar oud of zo, net als wij. Maar in uniform.”

Een voorgeschiedenis van brutaal geweld

In de officiële geschiedschrijving van de National Guard wordt veel tijd en ruimte besteed aan de rol die de National Guard speelde in de verdediging van de strijd voor burgerrechten. President Kennedy en Johnson bevalen de National Guard om in zuidelijke staten het verbod op de illegaal verklaarde segregatie af te dwingen.

Beide presidenten moesten echter beroep doen op National Guard van andere staten dan waar ze optraden, omdat de National Guard ter plaatse weigerde de federale bevelen op te volgen. De National Guard heeft zelden de kant van de publieke opinie gekozen. Het was en is altijd een instrument van de machthebbers geweest, de president of de gouverneurs van de staten.

Hoe afkeurenswaardig het incident ook was, de verontwaardiging over de doden was niet vrij van racistische ondertonen. De slachtoffers waren allen witte Amerikanen uit de middenklasse. Amper enkele weken eerder hadden National Guard en de politie op meerdere plaatsen andere betogers doodgeschoten, zonder dat de media er enige aandacht aan besteedden. Die slachtoffers waren African-Americans.

Eerdere incidenten bleven onopgemerkt …

In 1969 werden drie African-American studenten vermoord door de politie op de campus van Orangeburg, South Carolina, die protesteerden tegen de segregatie op de universiteitscampus en in de stad. En amper 11 dagen na Kent State schoot de politie twee studenten dood op de campus van Jackson State University, een universiteit voor zwarte studenten.

Maar zelfs na de slachting van Kent State kwam de positie van president Nixon niet in gevaar. Een groot deel van de witte arbeiders was enerzijds wel tegen de oorlog waar hun zoons naar toe moesten (er was toen nog militaire dienstplicht in de VS) maar voelden al evenmin sympathie voor de studentenacties. Studenten konden immers uitstel krijgen voor legerdienst, die dikwijls tot afstel leidde, dit in tegenstelling tot hun zoons die geen hogere studies volgden.

Bij alle incidenten met doden of gewonden in deze periode was ‘wettige zelfverdediging’ telkens het argument van de ordetroepen. In geen enkel geval werden hier ooit bewijzen voor geleverd.

Kent State kreeg internationale aandacht omwille van de huidskleur en klasse van de slachtoffers. Volgens sommige historici is toen de radicalisering van de vredesbeweging begonnen. Dat is zeer twijfelachtig. Het incident leidde er wel toe dat een veel groter deel van de witte Amerikanen zich tegen de oorlog gingen keren.

Tricky Dicky

Uiteindelijk moest president Richard ‘Tricky Dicky’ Nixon in 1974 als eerste president in de Amerikaanse geschiedenis aftreden. Dat moest hij niet doen omwille van zijn illegale oorlogen tegen Vietnam, Cambodja en Laos, niet omwille van het massale gebruik van chemische oorlogswapens in deze landen – waarvan de gevolgen tot vandaag hun tol eisen –, niet omwille van het omverwerpen van de democratisch verkozen regering van president Salvador Allende op 11 september 1973, noch voor het bevel om in eigen land leden van de Black Panthers en van de American Indian Movement te vermoorden en al helemaal niet omwille van de vier doden in Kent State.

Nixon moest aftreden omdat hij de ultieme zonde van het Amerikaanse politieke machtssysteem beging. Hij had zijn presidentiële macht gebruikt om spionage-acties te bevelen tegen zijn politieke tegenstanders van de Democratische Partij. De Amerikaanse massamedia beroepen zich nog steeds op het uitbrengen van het Watergate-schandaal om te tonen hoe kritisch ze wel staan voor het gezag.

In werkelijkheid negeerden-negeren ze altijd het machtsmisbruik en de oorlogsmisdaden van hun presidenten. Nixons ‘misdaad’ was dat hij de middelen voor machtsmisbruik inzette tegen het andere deel van het machtsapparaat: de Democratische Partij. Dat was ontoelaatbaar en hij moest gaan.

Kent State was een van de incidenten die in het buitenland een generatie jongeren politiek bewust maakte van het belang van internationale solidariteit. Een uitzonderlijke misdaad op het palmares van de Amerikaanse machthebbers was het echter niet.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.