De Israëlische activiste Yifat Doron werd op 13 mei 2020 door een burgerlijke rechtbank in Israël veroordeeld tot 8 maand gevangenis voor een slag in het gezicht van de militaire rechter tijdens het proces tegen Ahed en Nariman Tamimi op 21 maart 2018. Zij weigerde elke verdediging en het aanbod voor gemeenschapsdienst. Met haar veroordeling etaleert zij doelbewust de apartheid waarmee de Israëlische bezetter Palestijnse gevangenen behandelt.
Op 21 maart 2018 was Yifat Doron aanwezig in de militaire rechtbank die oordeelde over de Palestijnse Ahed Tamimi en haar moeder Nariman. De militaire bezettingsrechtbank vervolgde Ahed voor een slag in het aangezicht van een soldaat van het bezettingsleger op 25 december 2017. Haar moeder Nariman Tamimi werd vervolgd voor het filmen van het incident en de verspreiding van de beelden op de sociale media. Die beelden gingen toen viraal de wereld rond en maakten van Ahed Tamimi een nieuw icoon van het Palestijnse verzet tegen de bezetting, de apartheid en de kolonisatie.
Na twee dagen reeds vrij
Tijdens een hoorzitting met Nariman Tamimi stond de Israëlische activiste Yifat Doron recht en gaf militair rechter luitenant-kolonel Issam Hamad een slag in het aangezicht met de woorden: “Wie ben jij om over haar te oordelen?!” Zij werd onmiddellijk aangehouden en nog dezelfde dag overgebracht naar een burgerlijke rechtbank in Israël, waar zij een dag later op borgtocht werd vrijgelaten. De politie vroeg naar verdere aanhouding voor vijf dagen “om meer tijd te krijgen voor het onderzoek” maar de burgerlijke rechter vond dat niet nodig.
Doron weigerde vanaf de eerste dag van haar aanhouding tot het einde van haar proces meer dan twee jaar later elke verdediging door een advocaat. Zij weigerde tevens haar daad te verdedigen en verklaarde zich volledig akkoord met de argumentatie van de politie, dat zij een “bedreiging voor de veiligheid” was: “Iedereen die niet in het lijntje loop van uw apartheidsregime of die onafhankelijk durft te denken, vormt inderdaad een bedreiging voor de politie.”
Tijdens de tweede dag van haar aanhouding voegde zij hier nog aan toe: “Verder ben ik niet van plan met uw spel van democratie voor Joden alleen te spelen. U doet maar.” Ondanks haar volledige bekentenis van de feiten en haar instemming met verdere aanhouding beval de rechter haar onmiddellijke vrijlating.
Enkele dagen later belde zij met het Israëlische magazine +972: “Nariman (Ahed’s moeder) is een van mijn beste vriendinnen. Zij is een van de moedigste mensen die ik ken. Voor mij symboliseert zij het onrecht dat mensen ondergaan onder dit regime. Ik heb dit gedaan om haar te steunen. Het is krankzinnig dat ik zoiets kan doen en twee dagen later al wordt vrijgelaten. Er zijn zoveel mensen in Nabi Saleh (het dorpje waar Ahed Tamimi woont) in de gevangenis, allemaal omdat ze besloten actie te voeren.”
Juridische apartheid
Ondanks het feit dat Yifat Doron haar verzetsdaad stelde op de bezette Westelijke Jordaanoever, waar de militaire bezettingsrechtbank heerst, ondanks het feit dat zij over de hele lijn schuldig pleitte, ondanks het feit dat zij zich niet verzette tegen verdere aanhouding door de politie, ondanks het feit dat zij zich openlijk akkoord verklaarde met de verklaring van de politie dat zij een veiligheidsrisico inhield, werd zij door de burgerlijke rechtbank in Israël terug vrijgelaten in afwachting van haar proces.
In januari 2019 verklaarde zei een politiek proces te eisen voor haar zaak. Zij wil aantonen hoe verschillend de rechtspraak is voor Joods-Israëli’s en voor Palestijnen in de bezette gebieden. Zij werd na haar aanhouding onmiddellijk overgebracht naar een burgerlijke rechtbank in Israël en amper twee dagen later zonder beperkende voorwaarden vrijgelaten.
Ahed Tamimi werd voor identiek dezelfde feiten – een slag in het gelaat van een militair van het bezettingsleger – in het midden van de nacht uit haar huis gesleurd door militairen. Vrijlating op borgtocht werd geweigerd. Zij werd wekenlang ondervraagd door militairen zonder bijstand van een van haar ouders. Ahed werd 17 tijdens haar aanhouding. Zowel de Israëlische wetgeving, de Conventies van Genève als de Conventie voor de Rechten van het Kind, verdrag ondertekend en geratificeerd door Israël, verplichten de overheid tot bijzondere beschermende maatregelen voor minderjarigen in gevangenschap.
Het bezettingsleger houdt gemiddeld permanent tussen 200 à 300 minderjarigen gevangen. Zij worden verplicht verklaringen in het Hebreeuws te ondertekenen en worden fysiek en psychisch bedreigd met zware gevangenisstraffen als ze niet meewerken. Ahed Tamimi werd bedreigd met vervolging van haar familieleden.
“Gehandeld vanuit mijn moreel kompas”
In november 2019, 19 maanden na de feiten, begon het proces tegen Doron. Rechter Aharon Cohen verklaarde haar te vervolgen voor “het slaan van een openbaare ambtenaar onder verzwarende omstandigheden”, omdat zij haar misdrijf beging “om zich te moeien in de rol van de vervolging tijdens het proces (van de Tamimi’s)”. Opnieuw weigerde Doron een advocaat en net als bij haar eerste aanhouding weigerde zij haar daad te verdedigen.
Zij verklaarde tijdens een van de laatste zittingen begin mei tegen de rechter: “Ik zal nooit spijt hebben van het feit dat ik naast mijn vrienden stond en gehandeld heb volgens mijn moreel kompas. Het is voor mij een ereteken om op de lijst te komen van vrouwen die ik respecteer en bewonder, die werden veroordeeld voor geweldmisdrijven in de zionistische rechtbank.”
Doron weigerde het aanbod om gemeenschapsdienst als straf te vervullen. Efrat Milzer, advocaat van de militaire rechter bepleitte een zware straf want: “Deze daad tegen hem was in feite een uitdaging van het volledige militaire systeem. De doelstelling hier was het ondermijnen en delegitimeren van het wettelijke systeem.” Dat systeem is een van de voornaamste instrumenten van de Israëlische bezetting. Yifat heeft met haar proces ondubbelzinnig aangetoond dat dit een apartheidssysteem is.
Yifat Doron krijgt acht maand gevangenisstraf. Gemiddeld genomen zal zij daarvan hoogstens de helft uitzitten. Zij verscheen voor de rechtbank als een vrij burger, niet in boeien omringd door meerdere veiligheidsagenten, zoals Ahed Tamimi en de duizenden andere Palestijnen voor en na haar.
Doron werd niet onmiddellijk aangehouden, haar straf moet ze pas uitzitten vanaf 1 juli. Ondertussen is ze nog steeds volledig vrij. Zij zal haar straf bovendien uitzitten in een Israëlische gevangenis, waar ze de volledige medische bescherming zal genieten tegen de coronapandemie.
Palestijnse gevangenen zonder COVD-19 bescherming
In februari 2019 heeft de Knesset, het Israëlische parlement, beslist een groot deel van de belastinginkomsten van de Palestijnse overheid tegen te houden, omdat die dat onder meer gebruikt om de families van Palestijnse gevangenen te ondersteunen wanneer die door de gevangenschap van hun familielid zonder inkomen vallen. De Palestijnse overheid geeft ook geld aan de gevangenen zelf om tijdens hun gevangenschap voedsel, kledij, hygiënische producten en geneesmiddelen aan te kopen.
De Israëlische overheid legt sancties op aan banken die geld overmaken op de bankrekeningen van Palestijnse gevangenen. De medische situatie van Palestijnse gevangenen was reeds voor de coronapandemie precair. In 2019 zijn drie gevangenen overleden aan kankers en andere aandoeningen bij gebrek aan adequate medische verzorging en therapieën.
Op dit ogenblik zijn er 4.700 Palestijnen van hun vrijheid beroofd, meerderen in afwachting van een vonnis dat dikwijls jaren op zich laat wachten, een aantal kennen zelfs na jaren nog niet de aard van de aanklacht tegen hen. Het enige dat regelmatig wordt gedaan is het ontsmetten van de cellen met chloride. Sinds twee weken krijgen ze ook mondmaskers en handschoenen.
De tellingen drie maal per dag gaan echter door, waarbij Israëlische cipiers de cellen betreden. Elke medische behandeling die buiten de gevangenis moet plaatsgrijpen wordt geweigerd. Op dit ogenblik zijn daar 140-180 minderjarigen bij die niet van de andere gevangenen worden afgezonderd.
De gevangenisoverheden geven geen enkele informatie over COVID-19-besmettingen. Tot nu is alleen het geval bekend van een persoon die onbesmet werd gevangen genomen en na zijn vrijlating anderhalve maand later positief testte (na een test in een Palestijns hospitaal in Ramallah).
Het is uiteindelijk de volledige verantwoordelijkheid van Israël en niet van de Palestijnse overheid om voor deze gevangenen te zorgen. Israël weigert voorlopige of vroegtijdige vrijlating om besmettingen te vermijden. Het overgrote deel van deze gevangenen zijn niet eens aangehouden of veroordeeld voor geweldmisdrijven, maar voor hun politieke standpunten, deelname aan betogingen e.d.
Recent heeft de Israëlische regering beslist om mensenrechtenorganisaties die zich inzetten voor de rechten van gevangen Palestijnen en deze wantoestanden aanklagen te vervolgen wegens “bijstand aan terrorisme”.
Interview van TheRealNews met Sahar Francis, directeur van de ngo Daydreamer Prisoner Support and Human Rights Association, met beelden gefilmd in Palestijnse cellen met verborgen camera (Engels, 16’32”).:
Bronnen:
Israëlische slaat militaire rechter Ahed Tamimi en is vrij na één dag
An Israeli and a Palestinian slap a soldier. Guess who’s still in prison?
Israeli activist who slapped Ahed Tamimi’s prosecutor wants a political trial
Israel Strips Financial Aid From Palestinian Prisoners, Leaving Them To Face COVID-19 Alone
Mainstream media on the Middle East – neither objective nor neutral