In 2009 vlucht een jongetje van negen met zijn vader uit Afghanistan. Na een vlucht die twee jaar aansleept, belandt hij in België. Vandaag leeft het hele gezin verenigd. “Wie Ahmad leert kennen, kijkt nooit meer op dezelfde manier naar een onbekende vluchteling in de straat, in de klas of in het station”. Een verhaal dat boeit tot de laatste bladzijde.
Ahmad Ahmadyar werd geboren in Afghanistan op 1 oktober 2000. Hij is negen wanneer zijn vader beslist hem mee te nemen op een onzekere en zeer gevaarlijke reis naar Europa. Ze laten zijn moeder en kleine zus achter, zonder enige garantie dat ze ooit hun doel zullen bereiken, met nog minder zekerheid dat hun gezin ooit terug herenigd zal raken.
Zoveel jaren later vertelt hij zijn verhaal. Ik ben Ahmad is het resultaat. In 19 hoofdstukken neemt hij je mee op reis – wat een mooie uitdrukking, ‘op reis’ – die twee jaar zal duren en in België eindigt. Na zes verhuizingen tussen Brussel, Oost-Vlaanderen en (de provincie) Antwerpen vinden zijn vader en hij hun definitieve stek in West-Vlaanderen waar ze nu als herenigd gezin leven.
Voor het zover is moet Ahmad uit Afghanistan in Pakistan geraken, vervolgens de grens over naar Irak om zonder kleerscheuren in Turkije te belanden. Daarna wachten nog hachelijke reizen door Griekenland, Noord-Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk om via een enorme omweg door Italië uiteindelijk in Frankrijk en met de trein in Brussel te belanden.
De 21-jarige Ahmad probeert zich tien jaar later terug in te leven in zijn 9-jarige zelf en dat lukt wonderwel. Af en toe sijpelt wel eens een bedenking door die eerder van de grote Ahmad komt, maar globaal genomen slaagt hij er wonderwel in zijn 9-jarige zelf te zijn. Dit is een authentiek verhaal.
Het rotsvaste vertrouwen in zijn vader is zijn steun tegen de angsten, de onzekerheden, de ijskoude nachten, de dagen zonder eten of drinken, de urenlange oncomfortabele autoritten, de zoveelste mislukte poging om een zoveelste grens over te steken …
Voor wie na dit boek meent dat het uiteindelijk toch wel meeviel, bedenk heel even één ding: zij die het niet hebben gehaald – en die zijn met velen – publiceren vandaag geen boek over hun wedervaren. Hun verhaal zullen we nooit kennen.
Toch is dit geen bitter of boos boek, integendeel.
Het mooiste hoofdstuk is voor het einde. Eenmaal verenigd in België met mama en zusje, krijgt Ahmad er snel nog een zusje bij. Sara is de enige in huis die hier geboren is en nooit in Afghanistan is geweest. In 2021 heeft zij de leeftijd die haar broer had toen hij vertrok. Zij leidt hier het zorgeloze bestaan van een negenjarig meisje, te jong om echt te beseffen wat grote broer ooit heeft meegemaakt.
En dat is OK, stelt Ahmad haar gerust: “Tijdens onze tocht moesten we op onze hoede zijn voor de politie en de grenswachters. We maakten ons klein of onzichtbaar. De angst om betrapt te worden is niet met woorden te beschrijven. Soms voelt het nog steeds onwennig als ik op reis ga en voorbij een controle post moet, zoals wanneer ik tante in Engeland ga bezoeken. Zusje, je hebt vast geen idee waarover ik het heb. Misschien ooit, later. Prijs je gelukkig dat jij jouw basisgevoel van veiligheid niet in vraag moet stellen.”
Ik ben Ahmad is een klein juweeltje dat een plaats verdient in elke boekenkast.
Ahmad Ahmadyar. ‘Ik ben Ahmad’, uitgegeven door Herkes vzw met steun van Literatuur Vlaanderen, 2021, 147 pp. ISBN 978 9493 1365 50 2. Inleiding door Charlotte Vandycke, directeur Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Nawoord van Gie Goris, voormalig hoofdredacteur van MO.
De illustratie op de cover en in het boek zijn van Parisa Akbarzadehpoladi (1978, Teheran) die tot 2013 voor een Iraanse tv-zender werkte als graficus. Vandaag runt ze haar eigen grafisch bedrijfje PARISAtelierRotterdam.
Je kan ‘Ik ben Ahmad’ kopen op de webshop van de uitgever vzw Herkes, maar je kan het ook bestellen in je boekenhandel of krantenwinkel. vzw Herkes publiceert ook meertalige kinderboeken.