Lucas Catherine, ‘historicus van vergeten zaken’ schreef de vlotte pocket ‘Koloniaal België’. Van zijn eerste industrialisering tot zijn hedendaagse straten, pleinen en standbeelden, Koloniaal België is nog steeds springlevend. Een keihard kritische analyse van onze geschiedenis neerschrijven in een vlot vertellend, aangenaam lezend verhaal, Lucas Catherine kan het en doet het ook nu weer.
Wat heeft België met Afrika? Nu, dat weten we wel: Leopold II en zijn Congo en later kwamen daar Rwanda en Burundi bij. Daarna schonken wij de Congolezen onafhankelijkheid, maar die verkwanselden ze vrij snel onder hun president Mobutu en zijn opvolgers, vader en zoon Kabila. Allemaal corrupt tot op het bot.
Ziezo, we zijn rond. Verder niets meer mee te maken. Zeker geen verantwoordelijkheid meer. En dat gedoe over dekolonisering? Allemaal nogal overdreven. Bovendien, we geven nog altijd miljarden aan ontwikkelingshulp, toch?
Mooi verhaal. Jammer genoeg zijn daar de steeds maar aanzwellende stemmen die er een andere mening over hebben. Een van die stoorzenders is (al veertig jaar!) Brusselaar Lucas Catherine. Zopas heeft hij zijn nieuwste worp uit, Koloniaal België.
Zowat alle postkoloniale clichés herleidt de auteur tot hun ware dimensie. Om er maar één te vermelden: kolonialisme begon niet met Leopold II maar met zijn vader Leopold I. En Congo was niet het eerste of enige streefdoel van Leopold II. Leopold I probeerde het al in Kreta, Ghana en Guatemala.
Alleen in dat laatste land lukte het even. In 1841 richtte de Compagnie Belge de Colonisation – in die goede oude tijd noemde men de dingen nog gewoon bij hun echte naam – er een koloniale nederzetting op. Die hield het amper 16 jaar vol, van 1842 tot 1858. In 1844 werd het ook geprobeerd in Brazilië. Een Afrikaanse poging in het huidige Guinea hield het tien jaar vol.
Toen nog kroonprins Leopold II nam het van papa Leopold I over. Hij probeerde Lesbos, Chios, Rhodos en Cyprus over te kopen van de Ottomanen. Koloniseren van delen van China lukte nooit, maar lucratieve investeringen deden Belgische bedrijven er wel, door er spoorwegen aan te leggen, de toptechnologie van die tijd, waar de Belgen experten in waren.
Congo eenmaal succesvol binnen, keek koning Leopold II al uit naar andere mogelijkheden. Delen van hedendaags Marokko overnemen mislukte, dat vonden de Fransen en de Spanjaarden maar niks.
Maar ook Congo veroveren ging allesbehalve vanzelf. De eerste Belgische handelspost lag niet eens in hedendaags Congo maar aan de overkant van het Tanganyika-meer in Tanzania.
Leopold II veroverde geen gebieden vol wilde stammen maar een enorm territorium met georganiseerde structuren, handelsroutes, steden, communicatie, landbouw. Alleen op Europese kaarten was Centraal Afrika een leeg ‘wit’ gebied. In werkelijkheid waren er uitgestrekte rijken die handel dreven met de kusten van de Atlantische en de Indische Oceaan, werden handelsroutes onderhouden, waren er uitgestrekte plantages voor eigen voedselproductie.
En ja, daar werkten slaven, die het wel konden brengen tot adviseurs, tolken, lijfwachten aan de hoven van hun heersers, die huwden met de lokale bevolking. De levensomstandigheden van de ‘bevrijde slaven’ voor de koloniale rubberoogsten daarentegen (of in het zuiden van de VS) waren zonder meer gruwelijk erger.
De Belgen bestreden geen verzet van primitieve ‘stammen’ maar van legers, die alleen moesten onderdoen qua technologische knowhow. En tijdens de kolonisatie waren vakbonden – die vermaledijde ondingen die ze in eigen land moesten dulden – streng verboden.
1941
Meer dan eens moesten stakingen tegen de gruwelijke werkomstandigheden bloedig worden onderdrukt. Hele dorpen werden afgemaakt als afschrikkend voorbeeld voor de overlevenden. Verplaats de gruwelijke repressie van de jaren 1980 in Centraal-Amerika naar die tijd en je hebt een idee. Lees in dit boek wat er in 1941 gebeurde.
Allemaal vernietigd, alle autochtone culturele erfenissen, kennis van landbouw, veeteelt, handel werden vernield voor het hogere doel van ‘beschaving’ en evangelisatie. Tussen die edele missie door werden er ook wel eens enorme winsten gemaakt. De gevolgen werken door tot vandaag.
Na de onafhankelijkheid hielpen Belgische bedrijven en regeringen de nieuwe comprador-elite aan de macht (meer daarover hieronder), die nog steeds van Congo een van de armste en meest corrupte landen van Afrika maakt.
Union Congolaise
Nog een postkoloniale misvatting: de Congolese migratie naar België begon niet na de onafhankelijkheid van 1960. Van het begin van de 20ste eeuw tot 1930 was er al een eerste migratie, die bruusk werd verboden, toen bleek dat die ondankbare Congolese Brusselaars een Union Congolaise oprichtten.
Die Union verspreidde vieze ideeën als zelfbeschikkingsrecht over de bodemrijkdommen en een einde aan de Belgische leegroof. Toen al. Communisten! Ook al hadden de al bij al zeer brave Congolese Brusselaars geen flauw idee van die rode ideologie ver weg van hun bed in het in elkaar gestuikte feodale tsarenrijk, het waren ‘communisten’.
Wie weet hier dat het Belgische koloniaal leger Force Publique tot in het huidige Zuid-Soedan doordrong, dat Congolese soldaten in Lybië, Egypte, Palestina en aan de IJzer vochten? Lucas Catherine gaat terug tot in de tijd voor de Belgische kolonisatie en vaart door tot vandaag. Er staat te veel in dit encyclopedisch boekje om het hier samen te vatten.
‘Beschaafden’ en ‘wilden’
Een citaat uit de publicatie Algemene Atlas van Kongo:
‘100.000 jaar voor onze tijdrekening dook in Afrika de Neanderthal-mens op die leefde van jacht en pluk en die slechts rudimentaire werktuigen en wapens kon vervaardigen. Toen al deelden de Neanderthalers zich op in ‘beschaafden’ en ‘wilden’. De eerste categorie leefde in Palestina, Duitsland, Engeland, Frankrijk en België. De tweede categorie leefde op Java en in Afrika’.
Java? Dat stond er misschien in om de Nederlandse koloniale buren te behagen? Dit werd geschreven in 1955. Uw dienaar is dan al twee jaar op deze zelfde aarde. Neen, dit is géén verre geschiedenis.
Waarom toch werden goedbedoelende en brave missionarissen door die ondankbare Congolezen gezien als onderdeel van de koloniale repressie en uitbuiting. Lees hier waarom. Hadden die dan niet overal scholen en hospitalen gebouwd. Inderdaad, zoals vier rudimentaire hospitalen voor de 300.000 Congolese inwoners van Kinshasa, en één goed uitgerust exclusief hospitaal voor 15.470 Belgische inwoners van de stad.
Zonder de minste twijfel zaten er tussen de duizenden paters en nonnen veel oprechte mensen die vanuit hun beperkte paternalistische voorkennis het beste voorhadden. Hun inzet verandert jammer genoeg niets aan het nuchtere feit dat hun missie-oversten wel degelijk wisten waar hun werk echt toe diende.
Na de onafhankelijkheid zijn duizenden anderen hen gevolgd, meer en meer in de vorm van ontwikkelingshelpers, minder en minder als missionarissen. Ook zij moeten zoveel jaren later vaststellen dat Congo volledig kapot is, een stuurloze bevolking heeft, zuchtend onder een meedogenloze comprador-elite die met internationale bedrijven goede sier maakt, verkiezingen vervalst en de rijkdommen van het land blijft verkwanselen aan de hoogste westerse bieder (als ‘de Chinezen’ identiek hetzelfde proberen te doen, zijn we echter zeer verontwaardigd over zoveel neokolonialisme).
Comprador-elite?
Comprador is Spaans voor ‘aankoper’. De term komt uit Latijns-Amerika. Na het vertrek van de Spaanse en Portugese kolonisatoren nam een lokale vooral landelijke elite de economie over. Zij stalen de gemeenschapsgronden van de inheemse bevolking – die geen privébezit erkenden – en van verarmde ‘mislukte’ kolonisten met gruwelijke repressie en werden grootgrondbezitters.
Hun hedendaagse erfgenamen sluiten lucratieve contracten met buitenlandse multinationals in de mijnbouw, bosbouw, landbouw en veeteelt. Hun fortuinen investeren ze niet in eigen land, al helemaal niet in industriële ontwikkeling maar in de aankoop van westerse luxegoederen en in immobiliën (in eigen land en in de VS, Zwitserland en de EU), ook in de distributiesector (voor de verkoop van de door hen ingevoerde producten) en in de communicatiemedia. Zelfs in linkse ‘dictaturen’ als Venezuela zijn de media nog voor meer dan 80 procent in handen van deze oligarchie.
De vergelijking met Afrika gaat niet helemaal op, maar het verschijnsel is zeer gelijklopend. Al wie in Afrika iets wil doen aan de wantoestanden heeft een aantal beperkte keuzes: studeren (vooral dokters en advocaten), uitwijken of kiezen voor functies in internationale instellingen als de VN of in ngo’s. Corruptie is wijdverbreid in heel Afrika, maar Centraal-Afrika en de voormalige Franse kolonies spannen de kroon – en binnen dat geheel is Congo-Kinshasa het ergst. Zakendoen zonder smeergeld is er onbestaand. Eerlijk zakendoen is voor een gewone Congolees onbegonnen werk. En de gewone Congolees behelpt zich…
Dat het wel anders had gekund toont onder meer Botswana, het minst corrupte land van Afrika, dat daarvoor bedankt wordt door de weigering van westerse multinationals om er te investeren. Botswana wil immers joint ventures waaraan eigen bedrijven deelnemen, waar degelijke lonen worden betaald aan de eigen bevolking, die het echte werk doen, en waar de ontgonnen grondstoffen ter plaatse worden verwerkt tot commerciële producten. Niet dus… waar je niets over leest in onze media.
Ontwikkelingshulp…
België heeft tientallen malen meer uit Congo gehaald dat het er qua ontwikkelingshulp heeft ingestoken. Hier hoort een morele bemerking bij. Ontwikkelingshulp komt uit ons belastingsgeld. De enorme winsten gingen/gaan (!) daarentegen naar bedrijven die nauwelijks tot geen belastingen betalen, noch hier, noch in Congo. Met andere woorden, niet de gewone Belg maar zij zijn de misdadigers.
‘Als er ooit herstelbetalingen voor de kolonisatie zouden komen, dan zullen de bedrijven en vooral de families die rijk zijn geworden tijdens de kolonisatie en die nu nog actief zijn in de Belgische economie, een dekolonisatietaks moeten betalen, niet de gewone Belg die onder dezelfde kapitaalgroepen werd uitgebuit.’
Allemaal verleden tijd? In geen geval. Lees in dit boek wat deze lijst te maken heeft met ons koloniaal verleden en heden. Cockerill, Boelwerf, Société Générale, Union Minière, Umicore, Empain, Huileries du Congo Belge (die je na de fusie met Union Margarine kent als Unilever), Sarma1 (de eerste warenhuisketen van België, nu onderdeel van Carrefour), Delhaize, Colruyt…
‘Van de twintig rijkste families in België zijn er nog altijd tien die rijk werden dankzij Kongo of door vroegere koloniale bedrijven over te nemen: Solvay, Janssen Pharmaceutica, Bekaert, Lippens, Vandemoortele, Van Thillo (pers, o.a. De Morgen), Frère, Wittouck (Sucre Congo&Tirlemont = Tiense suiker), Emsens (Eternit) en Boël.2‘
Dit als afsluiter:
‘Als er ooit herstelbetalingen voor de kolonisatie zouden komen, dan zullen de bedrijven en vooral de families die rijk zijn geworden tijdens de kolonisatie en die nu nog actief zijn in de Belgische economie, een dekolonisatietaks moeten betalen, niet de gewone Belg die onder dezelfde kapitaalgroepen werd uitgebuit.’
Aan die laatste zin zou ik één woord wijzigen: ‘… niet de gewone Belg die onder dezelfde kapitaalgroepen wordt uitgebuit’.
Nogmaals een boek van Lucas Catherine dat Vergeten Zaken hun plaats geeft in de echte geschiedenis van Koloniaal België.
Lucas Catherine. Koloniaal België. EPO, Antwerpen, 2021, 160 pp. ISBN 978 9462 6731 82
Notes:
1 In de jaren 1950-1960 was ‘Sarma’ ook de generische roepnaam voor elk warenhuis. Mijn ouders gingen bijvoorbeeld naar de ‘sarma’ van Delhaize… Sarma stond voor Société Anonyme de Revente d’articles de Masse’, een bedrijf dat zeer lucratief kon starten met de verkoop van koloniale producten, spotgoedkoop geproduceerd in Congo en aan ‘marktprijzen’ hier verkocht.
2 Delphine Boël, de nieuwste aanwinst van de Belgische monarchie, is een van de erfgenamen van dit zakenimperium. Zij wil geen erfenis van haar nieuwe papa, Albert II. Haar Boël-erfenis is immers groter…