Op 9 december 1981 raakte Mumia Abu-Jamal betrokken in een gevecht tussen zijn broer en een politieagent in Philadelphia. Een jaar later werd hij ter dood veroordeeld voor moord op de agent, in een proces dat door mensenrechtenorganisaties wordt veroordeeld als gemanipuleerd en racistisch. Mumia was een Black Panther en publiceerde toen als journalist over racistisch politiegeweld. 40 jaar later leeft hij nog steeds in gevangenschap. Amnesty International erkent hem als politiek gevangene.
Mumia Abu-Jamal, geboren op 24 april 1954, als Wesley Cook. Hij veranderde op 15-jarige leeftijd zijn naam in Mumia Abu-Jamal naar een Kenyaanse vrijheidsstrijder voor onafhankelijkheid van Groot-Brittannië.
De start van zijn politieke bewustwording ziet hij in de rammeling die hij van een politieagent kreeg op 14-jarige leeftijd toen hij deelnam aan een betoging tegen George Wallace, gouverneur van Alabama, die in Philadelphia kwam spreken als presidentskandidaat. Hij werd toen ook lid van de Black Panthers en werkte een tijd in hun hoofdkwartier in Oakland, California.
In die periodes stond hij al op de lijst van personen die door de FBI en de politie van Philadelphia actief werd geschaduwd onder het illegale COINTELPRO-programma, een programma dat poogde de organisatie te criminaliseren met infiltraties en provocatie van intern geweld.
In 1975, op 21 jarige leeftijd begon hij te werken als journalist voor lokale radiostations in Philadelphia, nadat hij de Black Panthers had verlaten. Tijdens zijn werk interviewde hij onder meer de jonge Bob Marley.
Een onderwerp dat hij regelmatig besprak in zijn radioprogramma was racistisch politiegeweld. Hoewel racistisch politiegeweld een probleem is in alle Amerikaanse steden, werd Philadelphia beschouwd als een van de ergste steden op dit vlak. Het politiekorps was tevens berucht voor zijn corruptie en betrokkenheid bij drugshandel.
Hij was zoals veel zwarten verplicht bij te verdienen als taxichauffeur. Omdat hij regelmatig doodsbedreigingen kreeg van de politie was hij ook altijd gewapend, zeker tijdens zijn taxiritten. Mumia was met andere woorden geen onbekende voor de politie toen hij op een kruispunt tussenbeide kwam om zijn broer, eveneens taxichauffeur te hulp snelde toen die door politieagent Daniel Faulkner werd geslagen.
Wat er daarna precies is gebeurd is nog steeds onduidelijk. Mumia werd zwaargewond naar het hospitaal gebracht samen met agent Faulkner. De agent overleed aan zijn schotwonden maar Mumia overleefde. Pas toen de politie door had wie de gewonde zwarte man in het hospitaal was werd hij als verdachte behandeld.
Een jaar later werd hij ter dood veroordeeld voor moord met voorbedachten rade. Zijn proces werd door mensenrechtenorganisaties veroordeeld als oneerlijk, vooringenomen en racistisch. De rechter was trok openlijk partij voor agent Faulkner, bewijsmateriaal op de plaats van het incident werd vervalst, ballistisch onderzoek werd niet correct uitgevoerd, getuigenissen bleken vals of contradictorisch.
Meest flagrant waren de getuigen die stelden hem te herkennen als de zwarte man die wegvluchtte van het kruispunt, terwijl Mumia niet in staat was om zich te bewegen en vlak bij de taxi van zijn broer en de politiewagen werd aangetroffen.
Zodra de politie wist met wie ze te doen hadden, een journalist die publiceerde over racistisch politiegeweld werd het onderzoek gemanipuleerd. Na jarenlang procederen heeft het federaal Gerechtshof zijn doodstraf omgezet in levenslang, omdat het akkoord ging dat de rechten van de verdediging niet helemaal waren gerespecteerd. De rechter had hem een advocaat van eigen keuze geweigerd en een pro-deo-advocaat opgedrongen, die geen enkele ervaring had met moordzaken.
Over de andere anomalieën in zijn proces sprak de rechtbank zich echter niet uit. Dat Mumia het zo lang heeft kunnen trekken tot 2001 is alleen te danken aan de enorme internationale campagne voor zijn zaak. Amnesty International erkent hem als politieke gevangene.
Zijn verdedigers claimen niet dat hij onschuldig zou zijn. Zij stellen alleen dat zijn schuld nooit w bewezen in de gevoerde processen en dat alleen een eerlijk proces de schuldvraag kan bepalen. Een nieuw proces werd hem echter steeds geweigerd.
Kans op een nieuw proces
Begin januari 2019 heeft Leon Tucker, een nieuwe rechter, beslist dat hij opnieuw beroep kan indienen tegen zijn veroordeling, omdat zijn eerste beroepsproces niet correct was verlopen. De rechter oordeelde dat toenmalig beroepsrechter Ronald Castille had moeten gewraakt worden, omdat die als onderzoeksrechter het onderzoek tegen Mumia had geleid en zijn akte van beschuldiging had opgesteld.
Volgens rechter Tucker betekende dit dat het beroep van Mumia nooit een faire kans kreeg, wegens vooringenomenheid van de zetelende rechter. De verdediging van Mumia had toen de wraking van rechter Castille gevraagd, maar die weigerde dat toen.
Een nieuwe beroepsprocedure zal nog enkele jaren aanslepen, maar in ieder geval is de kans dat Mumia Abu-Jamal alsnog wordt vrijgesproken groter dan ooit tevoren in de voorbije 40 jaar. Zijn zaak wordt met argusogen gevolgd door andere politieke gevangenen in de VS, zoals Leonard Peltier.
In deze video (13’15”) van TheRealNews.com interviewt Eddie Conway jurist Anthony Monteiro over de kansen die Mumia Abu-Jamal heeft in een nieuw proces. Eddie Conway (°1947) is een voormalige Black Panther die 44 jaar heeft gevangen gezeten na een politiek proces en werd vrijgelaten op 4 maart 2014.
Documentaire over het proces (1uur, 7 minuten, Engels, geen ondertitels):