Baas over eigen hoofd: handboek met alle argumenten

BOEH! op de Internationale Vrouwendag 2020. Foto: boeh.be

FacebooktwitterFacebooktwitter

Redacteurs Samira Azabar en Ida Dequeecker brengen in hun boek ‘BOEH! Baas over eigen hoofd’ 24 auteurs samen die met de kracht van het rationele argument een ijzersterk pleidooi voeren. Wie nog twijfelden om deel te nemen aan het debat vinden hier hun referenties. Dit boek is tweemaal historisch, het is de geschiedenis van een beweging die niet opgeeft en een naslagwerk voor zij die deze strijd verder zetten.

Net als menige leeftijdsgenoot heeft deze 60-plusser in zijn dorp de knellende sociale druk van een strenge katholieke jeugd van zich afgezet en is hij stilaan, grotendeels onbewust, geëvolueerd naar een openheid van geest en appreciatie van andere meningen en attitudes.

Passieve steun volstaat niet

Over het onderwerp van BOEH! Baas over eigen hoofd had ik lang een kijk van “Ik heb hier geen problemen mee. Daarmee is mijn deel van de strijd dus wel geleverd”. In de beginperiode toen de hoofddoek een issue werd kwam mijn houding daar grotendeels op neer. Persoonlijk correct gedrag was me ruim voldoende.

Dat is het dus niet. Eerst en vooral omdat het al te gemakkelijk is met mijn eigen persoonlijke houding te volstaan, terwijl ik ondertussen rustig geniet van de evidentie van mijn beschermde status als witte senior.

De term privilege is in bepaalde kringen controversieel. Want: “Wij hebben geen privileges maar genieten gewoon onze rechten terwijl anderen die normale rechten wordt ontzegd”.

Kan je uren over discussiëren. Het hangt er maar van af wat je ermee bedoelt. Laat ik het zo stellen: ik definieer privilege hier als de comfortabele zekerheid van het bezit van normale rechten, een recht dat anderen nog steeds wordt ontzegd.

“Ik ben niet racistisch, ik behandel vrouwen als gelijken”. Mijn deel gedaan. Boeken als BOEH! zetten je echter aan het denken. Hier moet meer gebeuren. Deze strijd is verre van gestreden en verdient meer steun, actieve steun, te beginnen met het lezen van dit boek en het aanprijzen bij anderen.

Dit is geen kwestie van wangedrag of onbegrip van individuele personen. Dit is een maatschappelijk, institutioneel probleem. Verre van iedereen die goedkeurend passief toekijkt op de strijd van BOEH! hier een schuldcomplex aan te praten, maar er is meer nodig dan hierover instemmend aan de zijlijn te staan.

Het was ooit anders, of toch niet

In mijn jeugd, de jaren 1960 en 1970, herinner ik me uitstapjes naar Brussel met tram 44, die toen nog tot in het centrum reed.

Op de haltes in Brussel zagen we donker geklede vrouwen met hoofddoek in- en uitstappen en even donker geklede mannen met baarden. We zagen die kledij niet als een probleem. We vonden het wel vreemd, staarden er wat naar en stonden er verder niet bij stil. Een medeleerling in ons klasjaar uit het Brusselse noemde deze mensen een Frans woord dat met b begint. We wisten niet eens dat dat een racistisch scheldwoord is.

Die ogenschijnlijke tolerantie tegenover de kledij van deze mensen lijkt de hedendaagse hetze over de hoofddoeken tegen te spreken. Ze was echter oppervlakkig. Het kan onmogelijk zo geweest zijn dat er toen minder racisme was dan nu.

Foto: boeh.be

Mijn aanvoelen is – dat zeg ik zonder enige pretentie tot dieper inzicht – dat men die andere kledij niet als problematisch ervoer zolang de toenmalige gastarbeiders niet als een probleem werden voorgesteld. In de media waren ze afwezig. Zij deden het vuile werk dat we zelf niet meer wilden doen – de bouw van de Brusselse metro bijvoorbeeld, de Limburgse mijnen, straatvegers, kuispersoneel – en hun vrouwen, die kwamen alleen buiten voor de boodschappen.

Ik herinner me ook godsdienstlessen van een pater in onze jongensschool die zéér lovend sprak over wat hij  ‘mohammedanen’ noemde. Dat waren volgens hem brave en vreedzame mensen, die ijverig hun werk deden en niemand lastig vielen.

Jaren later begreep ik dat hij zo dacht omdat hij het contrast zag met de toenemende langharige losbandigheid (volgens hem toch) van de christelijke jeugd en omdat hij betreurde dat de katholieke kerk zijn greep op de maatschappij aan het verliezen was.

Echt respect voor wat hij het mohammedanisme noemde had hij waarschijnlijk niet. Tijdens zijn lessen benadrukte hij trouwens altijd dat zij – uiteraard met de beste bedoelingen – de verkeerde God aanbaden, net als alle andere godsdiensten die hij toen besprak. Hij gaf daar zelfs sluitende bewijzen voor met allerlei theologische redeneringen waar we nauwelijks iets van begrepen.

Zij werden het ‘probleem’

De zogenaamde problemen begonnen met de kinderen van die eerste generatie. Die problemen werden nochtans vrij vroeg gedetecteerd. VU-politicus Vic Anciaux van de ter ziele gegane Volksunie1 was als lid van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de periode 1989-1990 de allereerste Belgische politicus die op ministerieel niveau een ernstige analyse maakte van wat het migrantenprobleem werd genoemd.

Vic Anciaux. Foto: Paul Van Welden/CC BY-SA 4:0

Zijn kabinet schreef een rapport met voorstellen die moesten leiden tot een tolerant integratiebeleid. Hij benadrukte het belang van gerichte sociaal-economische maatregelen. Sociale achterstelling was het probleem, sociale maatregelen de oplossing.

Zijn aanbevelingen werden door de politieke klasse nooit overwogen. Dromen over hoe het anders had gekund als zijn voorstellen wel waren uitgevoerd is 32 jaar later nutteloos tijdverlies.

In 1991 wist een nieuwe partij met een zeer oud gedachtengoed het probleem te kapitaliseren, door de toenemende sociale onvrede weg te halen van de daders daarboven en te richten op de medeslachtoffers onderaan.

Het liep daarna volledig mis met de aanstelling van een Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid die een jaar later ongehinderd kon verklaren dat “het Blok eigenlijk de enige was die de dingen bij hun naam noemde hier. En ik dacht bij mezelf, nondedekke, dat is nu de enige partij die de pijnpunten van de maatschappij naar voren brengt, helaas op een sectaire wijze.”

De aanwezigheid van migranten was voortaan ‘het probleem’ dat moest worden opgelost, niet de vooringenomenheid, de intolerantie en de discriminatie van de dominante en – alle retoriek van het tegendeel ten spijt – nog altijd oppermachtige meerderheid van de bevolking tegenover deze nieuwe medeburgers.

Jan Blommaert wees op de foute vooraannames van de Koninklijke Commissaris en werd voor zijn ketterij levenslang in de academische verdomhoek verbannen. De geschiedenis heeft hem volledig gelijk gegeven.

Jong, assertief, hoog opgeleid …

De stille huisvrouwen met hoofddoek werden in het straatbeeld ondertussen meer en meer vervangen door hun dochters, jonge vrouwen die zelfverzekerd hun hoofddoek dragen en verbaal assertief zijn.

Mijn vermoeden is dat net daarom – niet desondanks maar juist om die reden – het verzet van extreemrechts tegen de hoofddoek begon, wat vrij snel werd overgenomen door de andere partijen in het algemene discours.

Deze vrouwen zijn niet zwijgzaam zoals hun moeders, maar assertief, hoogopgeleid, verbaal sterk, kortom, ze hebben alles waar conservatieve krachten in vrouwen voor huiveren. Zij ondergaan niet langer lijdzaam het dagelijkse racisme.

Twee agentes van de Scotland Police Service. Foto: almaarefcs.org

Ze beginnen zelfs gelijke rechten te eisen op de werkplaats, in de overheidsdiensten, in het onderwijs, in de zorg. Hun zelfzekere houding stoort, want het maakt brandhout van het discours dat ‘onze’ westerse beschaving al die arme weerloze vrouwen moet beschermen – en vooral, uit die bizarre, inferieure godsdienst weg moet halen.

In Groot-Brittannië, toch een land met een extreem gewelddadig koloniaal verleden is het dragen van religieus gemotiveerde kledij een non-issue. Je ziet er metrobediendes met hoofddoek in het motief van de London Underground, dokters en politieagenten met tulband, verplegend personeel, ambulanciers, winkeliers, obers …

Deze mensen leven allesbehalve gevrijwaard van racisme, maar niet omwille van hun kledij … Hoewel, vernederende commentaar op hun hoofddoek valt menig Sikh te beurt, tot in het Britse Parlement. In het boek lees je waar die traditie vandaan komt en waarom het bijvoorbeeld in Frankrijk totaal anders loopt.

Dat verschil is gebaseerd op twee totaal verschillende visies op neutraliteit van de staat. Als uitleg voor de reden waarom hier niet kan wat in Groot-Brittannië wel kan volstaat dit voor mij echter niet. Politici en wetenschappers met visie moeten hier naar verwijzen als voorbeeld voor hoe het wel kan.

Historische verschillen kunnen niet langer een uitvlucht blijven. Groot-Brittannië is niet beter of slechter dan België. Als het daar kan, kan het hier ook. Een kwestie van politieke wil. Dat en doelgerichte campagnes.

Onderdrukking met hoofddoek: niet OK, sociale onderdrukking: OK

Rechtse critici beschuldigen voorstanders van het recht op een hoofddoek graag van naïviteit tegenover deze ‘onderdrukking van vrouwen’.  Die kritiek komt uit kringen met een zeer vrouwonvriendelijk verleden (en heden). Hun echte motieven liggen dan ook elders. Zij moeten deze hoofddoekdraagsters niet.

Hoe valt de ijver te verklaren waarmee deze krachten zich de voorbije tien-vijftien jaar op de emancipatiestrijd van de vrouw werpen? Een poging om het eigen verleden te doen vergeten?

Asma Pandor, hoofdverpleegster van de diensten voor demente bejaarden in de twee hospitalen van Cheltenham, UK. Foto: gloucestershirelive.co.uk

Dezelfde politici die het luidst van de toren blazen zijn diegenen die, niet gestoord door enige rechtlijnigheid, tegen gelijk loon voor gelijk werk stemmen, tegen betere bescherming van kuispersoneel, tegen hogere lonen in de zorg, enzovoort. Stuk voor stuk sectoren waar net vrouwen het grootste slachtoffer van zijn.

Ook in de centrumpartijen vinden hun vooroordelen bijval. Weinig verkozenen nemen een duidelijk standpunt in over de hoofddoek. Zelfs binnen de partijen liggen de meningen ver uit elkaar, zie het verschil tussen Gent en Antwerpen.

Het boek BOEH! omvat drie hoofdstukken, te beginnen met de kroniek van het ontstaan van de beweging en de juridische strijd, vooral die met het gemeenschapsonderwijs GO dat telkens weer elke overwinning weet te neutraliseren met een of andere juridische spitsvondigheid. Terwijl BOEH! het met vrijwilligers en een schamel budget van donaties moet doen, kan het GO een juridische dienst inschakelen, die over onbeperkte budgetten beschikt. Toch houdt BOEH! vol, jaar na jaar. Chapeau! (woordspeling gewild).

Erg origineel of sterk zijn de juridische argumenten van het GO niet. Deze overheidsinstelling kan dit alleen maar gedaan krijgen omdat zij daarvoor – grotendeels achter de schermen – een duidelijke politieke fiat krijgt. De ene na de andere minister verklaart ondertussen niet tussenbeide te kunnen komen, lees niet wil tussenbeide komen.

Deel II somt krachtige argumenten op, omschrijft de gevolgen die het hoofddoekenverbod heeft op de betrokken vrouwen en voert een gesprek met een aantal betrokkenen over hun ervaringen. Deel III laat een aantal juridische experten aan het woord en legt de echte betekenis van het concept ‘neutraliteit’ van de overheid uit. Die blijkt in de praktijk helemaal niet ‘neutraal’ te zijn.

 

Mythes over de hoofddoek weerlegd, YouTube BOEH! (7:43):

 

Doorheen het boek komen meerdere voorbeelden aan bod over de manier waarop die zogenaamde neutraliteit wordt ingezet door politieke overheden. Een vrouw met hoofddoek achter een of ander loket zou de indruk kunnen geven vooringenomen te zijn tegenover vrouwen zonder hoofddoek of tegenover mannen tout court.

Dat vrouwen zonder hoofddoek achter het loket de indruk zouden kunnen wekken vooringenomen te zijn tegenover vrouwen met hoofddoek of tegenover moslimmannen is blijkbaar nooit een probleem.

Onvoorbereid of vooringenomen?

Het is een bemerking die op deze nieuwssite regelmatig aan bod komt, maar de mainstream media slagen er maar niet in om deze thematiek op een ‘neutrale, objectieve’ manier te brengen.

In het boek staan enkele hallucinante voorbeelden van negatieve framing en ‘onvoorbereide’ journalisten als moderator – onvoorbereid in de zin van ‘dit is niet belangrijk genoeg om er voorafgaand onderzoekswerk in te steken, want ik ben toch zeker het al weten’.  Een journalist van de openbare omroep bakt het helemaal bruin (ook deze woordspeling is gewild) door na een tv-debat een woordvoerster van BOEH! terecht te wijzen voor haar gebrek aan respect voor haar gesprekspartner … Je verzint het niet.

Gebrek aan kennis, gebrek aan enig voorafgaand onderzoek, gebrek aan inzicht in de eigen vooraannames, het is een meer en meer voorkomend fenomeen in de media. Ik merk het dagelijks in de thematiek die ikzelf dagelijks op de voet volg: de buitenlandse politiek. Geen kennis van achtergrond, historiek, context.

Wie dit boek in één ruk uitleest zal wat overlapping vaststellen, maar dat is niet meer dan normaal in een boek waar 24 auteurs worden samengebracht. Je kan elk onderdeel van de drie hoofdstukken afzonderlijk herlezen. Dit boek is ideale voorbereiding op deelname aan debatten en om te bepalen of je wel aan debatten wil deelnemen, de keuze van je tegenstrevers zegt al veel. Het boek geeft meerdere voorbeelden van framing door middel van samenstelling van debatpanels en keuze van tegenstrevers.

Tussen de hoofdstukken ook gedichten over de thematiek – ik schrijf ‘gedichten’ bij gebrek aan kennis over de vele nieuwe hedendaagse vormen van taalcreativiteit – waaronder dat van Samira Saleh. Dat gaat niet over de hoofddoek zelf maar over een ander ‘verbod’, een verbod dat alleen geldt voor vrouwen: de dagelijkse dwang om permanent te verhongeren voor die ideale lichaamsvorm, die alleen in de geesten van reclamebureau’s bestaat:

 

I love food and that’s oké. Can I get an AMEN?

Can I get an A-WOMAN? Can I get an A-non- binary?

AMEN A-WOMAN A-NON-BINARY

Now can we PLEASE stop telling girls they can’t eat… oké?

 

Kunnen we er dan gelijk ook mee ophouden vrouwen te zeggen wat ze mogen dragen … oké?

 

Samira Azabar & Ida Dequeecker (red.). BOEH! Baas Over Eigen Hoofd. EPO, Antwerpen, 2022, 307 pp.

Met bijdragen van Yasmina Akhandaf, Samira Azabar, Amina Belôrf, Laura Babiuk, Yousra Benfquih, Anissa Boujdani, Sarah Bracke, Christina De Witte, Ida Dequeecker, Fikry El Azzouzi, Sarah El Massaoudi, Dalilla Hermans, Ciska Hoet, Sera Moon, Nawel Kalbi, Rachida Lamrabet, Lectrr, Aya Sabi, Samira Saleh, Stijn Smet, Nella van den Brandt en Anna Vleeshouwers. Voorwoord van Nadia Fadil.

Samira Azabar is sociologe en doctoreert over politieke participatie van moslims, is cohost van de podcast Politicologica, lid van het 8 maart comité en van BOEH! Ida Dequeecker richtte in 1970 mee Dolle Mina in Antwerpen op, is medeoprichtster van de FemSocbeweging, lid van Furia en medeoprichtster van BOEH!

BOEH! Website

BOEH! Facebook

Lees op deze site ook: 7 krachtige argumenten tegen het hoofddoekenverbod

Note:

1   Noot voor Nederlandse lezers: de Belgische Volksunie heeft geen enkele band met de extreemrechtse partij met dezelfde naam in Nederland (ondertussen eveneens verdwenen).

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.