De VS, het land dat vrijheid, democratie en mensenrechten beweert te brengen aan de wereld, kent zijn eigen bevolking nauwelijks sociale rechten toe en breekt de bestaande zelfs af. President Biden heeft een wet getekend die vrachtspoorarbeiders wil overtuigen niet te staken. Die zijn dat van plan om het recht op ziekteverlof en leefbare werkomstandigheden te verkrijgen – we schrijven 2022 – om niet langer verlofdagen op te moeten nemen tijdens ziekte.
De mythe van de VS als het beloofde land spreekt nog steeds miljoenen kandidaat-migranten aan. De massale dominantie van VS-media met films, series en nieuwskanalen over de hele wereld draagt die mythe uit. De standvastigheid van die mythe is een enigma voor critici in de VS zelf en daarbuiten.
Het is niet zo dat de Amerikaanse entertainmentindustrie de wantoestanden in eigen land verzwijgt. Integendeel. Drama’s over de erbarmelijke leefomstandigheden in gevangenissen, over mensen die onterecht ter dood worden veroordeeld, burgers die door de politie zonder aanleiding worden neergeschoten, drugscriminaliteit in de getto’s, corruptie door bedrijven, gigantische vervuilingsschandalen, onterechte vonnissen in de rechtbanken, moordpartijen tegen illegale migranten die de grens pogen over te steken, het zijn allemaal onderwerpen die aan bod komen.
Keuze genoeg voor wie een streaming-account heeft. Wat in al die infotainment compleet ontbreekt, is de link naar het politieke en economische systeem dat deze toestanden veroorzaakt. De VS zijn er altijd als eersten bij om wantoestanden in andere landen te wijten aan de aard van het ‘regime’, maar om een of andere reden geldt dat verband niet voor henzelf.
De combinatie met een openbaar onderwijssysteem dat burgers geen enkele zin tot kritisch denken bijbrengt en de mythe van het individu als de drijvende kracht van welvaart zorgen voor de rest.
Daarnaast is er ook de mythe van het buitenlands beleid van de VS. Dat zou om vrijheid en democratie gaan. Wie het echte palmares bekijkt ziet niets anders dan inmenging in verkiezingen, steun aan staatsgrepen, moordaanslagen, vernietigende bezettingen, bombardementen op dorpen, huwelijksfeesten, begrafenissen, chemische oorlogsvoering in Vietnam, Laos, Cambodja, die tot vandaag slachtoffers maakt, hele gebieden vol antipersoonsmijnen …
De gemiddelde Amerikaan is grotendeels onwetend over de werkelijkheid van wat hun regering in hun naam over de wereld aanricht.
Het mag niet baten. De mythe houdt stand. Sla er je krant of andere media op na. De nobele doelstellingen van de VS worden nergens in twijfel getrokken.
De ‘fouten’, de ‘verkeerde inschattingen’, de ’tragische vergissingen’ worden wel vermeld. Die vallen onder de rubriek ‘dappere zelfkritiek’. Dat de VS en hun bondgenoten (in hoofdzaak de EU) ook oorlogsmisdaden begaan, is daarentegen not done, gezien de mythe.
Net zo is er de mythe van het beloofde land. Al wie bereid is hard te werken, die komt er wel in de VS. Ook hier is de werkelijkheid verpletterend anders. Er is recent weer een goed voorbeeld van dat hier onder de mediaradar blijft.
In eigen land hebben spoormensen recent gestaakt omdat ze de werkomstandigheden niet langer aankunnen, die hen niet toelaten de treinreizigers de volwaardige openbare dienst te verlenen waar ze recht op hebben (zie Günther Blauwens (ACOD-Spoor): “Mijn spoorhart bloedt als ik zie hoe dit wanbeleid de reizigers élke dag gijzelt” en “Koen Demey (ACV-Transcom) spoormensen zijn fier op hun dienstverlening, krijgen niet de middelen om die te leveren”).
In de VS dreigden de vakbonden van het vrachtspoorpersoneel met stakingen omdat de spoorbedrijven weigeren in te gaan op een aantal eisen voor betere werkomstandigheden. Het is bijna niet te vatten maar in 2022 moet in de VS nog gestaakt worden voor essentiële zaken als betaald ziekteverlof.
In de VS is het reizigersvervoer per trein zonder meer armzalig, oubollige treinwagons, stations zonder perrons, spoortracés die slechts snelheden van 60-80 kilometer per uur toelaten, nauwelijks geëlektrificeerde lijnen.
Het vrachtvervoer per trein is daarentegen enorm belangrijk voor de economie. De aangekondigde stakingen betreffen uitsluitend het personeel dat voor de privé-vrachtbedrijven werkt.
Geprivatiseerde winsten, sociale verliezen
Er zijn ongeveer 630 privé-treinvrachtbedrijven actief in de VS. De meeste daarvan zijn klein, bedienen één verbinding en werken dikwijls als transporteur voor slechts één bedrijf. Er ligt ongeveer 225.000 kilometer vrachtspoor in de VS, waarvan ongeveer 33.000 kilometer ook voor persoonsvervoer dient.
Het reizigersvervoer in de VS is zo inefficiënt en archaïsch dat de privé-sector er zijn handen van afhoudt. Amtrak is het overheidsbedrijf dat zwaar ondergefinancierd en onderbemand moet werken. De resultaten zijn er naar.
Bescheiden pogingen van een aantal bouwbedrijven om te investeren in hogesnelheidslijnen – wat zeker in het dichtbevolkte noordoosten, de regio rond Chicago en in de staat California een enorm potentieel heeft – werd reeds onder president Obama afgeblokt door Democraten en Republikeinen. Omdat hogesnelheidslijnen alleen kunnen worden aangelegd door de overheid zeggen zij njet over de hele lijn (deze woordspeling neem ik erbij).
Ook in Europa laten de privé-maatschappijen de investeringen door de overheid uitvoeren, tot de lijnen er liggen. Dan krijgen ze de uitbating van die lijnen cadeau. Zo ging het in Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland en in eigen land.
Zeven grote vrachtbedrijven domineren 68 procent van alle vracht, stellen 88 procent van alle vrachttreinpersoneel te werk (op een totaal van 133.000 personeelsleden) en opereren niet toevallig ook de meest winstgevende lijnen, want met 68 procent van het vrachtvervoer zijn ze goed voor 94 procent van alle inkomsten uit het vrachtvervoer.
Die bedrijven zijn Union Pacific Railroad, Norfolk Southern Railroad Subsidiaries, Kansas City Southern Railway Company, CSX Transportation, BNSF Railway Company, Canadian National Railway en Canadian Pacific (de twee laatste zijn gemengde VS-Canadese bedrijven).
Het zijn deze bedrijven die halsstarrig weigeren hun gigantische winstcijfers te delen met het personeel dat die winsten creëert en die daarvoor de steun krijgen van beide politieke machtspartijen. Het is niet eens zo dat de spoorvakbonden eisen stellen voor nieuwe rechten. Dikwijls gaat het over sociale rechten die ooit bestonden maar vanaf de jaren 1980 stelselmatig werden afgebouwd.
Terug naar de glorieuze jaren 1920
De sociale situatie vandaag is hemeltergend – hier zijn er politici en zakenleiders die dat model ook hier willen invoeren. Spoorarbeiders hebben geen enkel recht op ziektedagen. Wie te ziek is om te werken moet verlof nemen. Wie zo al zijn verlofdagen heeft opgebruikt en toch nog ziek wordt (of blijft) moet onbetaalde niet-werkdagen aanvragen.
Het treinpersoneel moet permanent oproepbaar zijn op elk moment van de vrije dagen, weekdagen en feestdagen inbegrepen. Een sociaal of familiaal vrijetijdsleven is in die omstandigheden onmogelijk.
De grootste sociale achteruitgang kwam er overigens niet met de Republikein Ronald Reagan in 1981, maar met Democraat Bill Clinton in 1994. Clinton maakte gebruik van het NAFTA-vrijhandelsakkoord met Canada en Mexico om de sociale rechten van werkende mensen in zowat alle sectoren af te bouwen.
De afbraak van de arbeidersbewegingen en van de vakbonden begon echter al in 1947, vlak na de oorlog. Met de Taft-Hartley Act begon een tegenaanval van de grote bedrijven tegen de sociale overwinningen die in de jaren 1930 en tijdens de oorlog waren geboekt.
Goed voor 27 miljard dollar winst per jaar
Het vrachtvervoer per spoor was reeds in de jaren 1920 een essentieel onderdeel van de economie in de VS. In 1926 gaf de federale regering zichzelf de macht om sociale akkoorden op te leggen aan de spoorsector. Die wet werd daarna nooit toegepast dankzij de sociale strijd van de jaren 1930.
Het is op basis van deze wet uit 1926 dat president Biden nu het laken naar zich toe heeft getrokken om de vastgelopen sociale onderhandelingen te deblokkeren. De vakbonden dreigden immers met een algemene staking over heel het land.
De massa vrachtvervoer per trein kan nooit worden opgevangen door de sector van het wegvervoer, hoe groot die sector ook is. Overigens zijn ook daar de sociale werkomstandigheden hemeltergend slecht.
Biden legt een akkoord op dat een geleidelijke loonstijging van 24 procent tegen eind 2024 belooft. Dat lijkt heel veel, maar je moet wel weten dat de loonbarema’s niet meer waren geïndexeerd sinds 1994 en dat ze toen al niet bijster royaal te noemen waren.
Die stijging van 24 procent is nog steeds aanzienlijk minder dan wat een geleidelijke aanpassing aan de levensduurte over de voorbij 28 jaar had kunnen opleveren. De prijzen van de gezondheidszorg (die in de VS per sector en per werkgever worden georganiseerd, niet door de overheid zelf zoals hier) worden bevroren op het huidige reeds zeer dure niveau.
Precision Scheduled Railroading
Werknemers krijgen met dit akkoord recht op één betaalde afwezigheidsdag per jaar – je krijgt in de VS geen verlof voor huwelijken, geboortes, begrafenissen, ziekte van een familielid – maar nog altijd geen enkele dag recht op betaald ziekteverlof. De vier grootste spoorvakbonden – die 56 procent van alle gesyndiceerde arbeiders vertegenwoordigen – hebben geweigerd dit akkoord te ondertekenen en dreigen alsnog met een algemene staking.
De enorm hoge winstcijfers van de spoorbedrijven zijn mogelijk dankzij een uitbuitingssysteem dat eufemistisch precision scheduled railroading (PSR) wordt genoemd.
Dat komt er op neer dat de vrije tijd tussen werkende uren altijd maar korter wordt en dat de werkomstandigheden ondraaglijk en nog gevaarlijker worden. Dat PSR-systeem liep compleet vast tijdens de pandemie wegens de hoge afwezigheidscijfers van zieken die dus niets betaald kregen tijdens hun afwezigheid.
2 miljard opbrengsten per dag voor de economie
Net als in Europa waren de spoorvakbonden in de periode tussen beide Wereldoorlogen samen met de mijnwerkersvakbonden de trekkers van de sociale strijd in de VS.
Dat weten president Biden en de beide machtspartijen zeer goed. Eén dag staking van het vrachtvervoer per trein zou de economie 2 miljard dollar kosten, dus omgekeerd is dit het bedrag dat de spoorwerkers elke dag aan de economie bijdragen en zoals reeds vermeld hierboven, het reeds oververzadigde wegvervoer kan de massa vrachtvervoer van de trein niet overnemen. Een containertrein van 50 wagons met 2 containers per wagon vervangt 100 vrachtwagens.
Vandaag evolueren de VS voor werkende mensen naar de situatie van de jaren 1920. Slechts 10 procent van alle werkende mensen in de VS zijn nog lid van een vakbond. De vakbonden die nog overblijven zijn grotendeels machteloos.
Nochtans blijkt uit peilingen dat 48 procent van alle werkende Amerikanen lid zou willen worden van een vakbond. Gezien het feit dat vakbonden ofwel helemaal niet (meestal) ofwel uitsluitend negatief (zelden) in het nieuws komen in de Amerikaanse media sinds de jaren 1980, is dat cijfer merkwaardig hoog.
Heel wat Amerikanen werken echter in bedrijven waar lidmaatschap en/of activiteit in een vakbond verboden is, ofwel letterlijk door wetgeving op niveau van de deelstaten, ofwel de facto door het aanwervingsbeleid van de betrokken bedrijven.
Openlijk ijveren voor de oprichting van een vakbond leidt meestal tot onmiddellijk ontslag, waarbij vakbondsactiviteit niet eens verborgen wordt als reden voor het ontslag.
De spoorwerkers werden bijzonder hard getroffen door deze evolutie. In 1980 waren ze nog met 540.000, nu zijn er nog ongeveer 130.000 over, terwijl het werkvolume alleen maar is toegenomen. Deels is die afname te wijten aan technologische vernieuwingen, maar voor een groot deel kan dit door de verhoging van de werkdruk.
Tweepartijenstelsel ten dienste van het systeem
De diepere oorzaak van deze sociale wantoestand ligt in het politieke systeem van de VS, en in het bijzonder van het kiesstelsel. Op sociaal vlak is er geen enkel verschil tussen Democraten en Republikeinen. De retoriek verschilt wel enigszins, maar ten gronde gaat het over hetzelfde.
Het tweepartijensysteem en dat kiessysteem is er niet zomaar gekomen. Het is het gevolg van een doelbewuste strategie van de elite om de opkomst van een arbeiderspartij te verhinderen.
Er zijn wel sociaal denkende Democraten geweest. Ze waren altijd in de minderheid. De meest recente lichting onder leiding van Alexandria Ocasio-Cortez (AOC) klonk in hun eerste mandaat in het kielzog van Bernie Sanders veelbelovend, maar zowat alle medestanders van AOC en zijzelf hebben sinds hun tweede mandaat (voor het Huis van Afgevaardigden is dat slechts twee jaar) afgehaakt.
Een beter pleidooi voor een algemene staking bestaat niet. Iets anders werkt toch niet.
Na verbale veroordelingen van de hebzucht van de spoorbazen hebben ze uiteindelijk allen voor de wet van Biden gestemd. Bernie Sanders bracht in de federale Senaat de enige tegenstem uit.
Zo kan het dat het federale parlement van de VS in 2022 een wet goedkeurt die 130.000 werkende mensen het recht op ziekteverlof ontzegt, terwijl de gecombineerde winst van de betrokken bedrijven in 2022 27 miljard dollar bedraagt, dubbel zoveel als in 2013. De eisen van de vakbonden zouden die winsten met maximaal 12 procent doen dalen tot 23,7 miljard dollar per jaar.
Alle sociale verworvenheden van de vroege 20ste eeuw worden in de VS systematisch afgebouwd sinds 1994. De meeste werkende mensen in de VS hebben loonbarema’s die al 25 jaar niet werden aangepast aan de levensduurte.
Een beter pleidooi voor een algemene staking bestaat niet. Iets anders werkt toch niet. Tot zover het land dat beweert vrede, democratie en mensenrechten te brengen naar de rest van de wereld.
Helemaal onder de mediaradar zet Oekraiens president Volodymyr Zelensky ondertussen zijn beleid verder dat hij reeds voor de invasie door Rusland had gestart om de vakbonden aan banden te leggen, om ontslagprocedures te versoepelen, om bedrijven toe te laten hun personeel collectief te ontslaan en daarna aan ‘nieuwe’ voorwaarden terug aan te werven. Hij laat zich daarbij begeleiden door raadgevers uit de VS. Het model dat zij voor Oekraïne in petto hebben kon je hierboven al lezen.