Staatsveiligheid, een ‘noodzakelijk kwaad’ of gewoon een ‘kwaad’?

Wiens veiligheid bewaakt de Staatsveiligheid? Foto: pxhere.com/Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

KUL-onderzoekers publiceerden over de Staatsveiligheid een rapport dat te weinig aandacht krijgt. Beantwoordt de huidige Staatsveiligheid aan de noodzaak van een veiligheidsdienst die elk land heeft? Uit de praktijk blijkt dat deze diensten in België en wereldwijd dikwijls onfraaie dingen doen. Ten bate van wie? Wie controleert de controleurs? Belgische moslims ondervinden het aan de lijve, met ernstige gevolgen.

In juli 2022 verscheen het rapport Tussen grondrechten en surveillantie – De neveneffecten van de strijd tegen radicalisering op Belgische moslims. Het is de neerslag van een onderzoek van academici van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) Arthemis Snijders, Kaoutar Boustani Dahan en Lore Janssens onder leiding van Nadia Fadil.

Nadia Fadil is sociologe, antropologe, auteur en hoofddocent aan de vakgroep antropologie van de KUL, waar zij met haar collega’s onderzoek verricht naar multiculturalisme, etniciteit, ras, religie en islam.

Haar onderzoek over de werking van de Staatsveiligheid maakte deel uit van het onderzoeksproject Folk, Authority and Radicalism in samenwerking met de Université Libre de Bruxelles (ULB) en het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Het werd gefinancierd door het Federaal Agentschap Belgian Science Policy Office (BELSPO).

Dit rapport onderzocht de gevolgen van de acties die de Staatsveiligheid samen met andere veiligheids- en politiediensten uitvoerde in het kader van de strijd tegen de gewelddadige radicalisering en terrorisme van personen die onderwerp uitmaakten van onderzoek en acties door deze diensten.

Heel wat moslims blijken bij deze acties van de veiligheids- en politiediensten onterecht geviseerd geweest te zijn, waardoor ze materiële, morele en financiële schade opliepen, o.a. door het verlies van hun baan en/of door verdachtmaking op het werk, in de lokale gemeenschap of in de eigen familie- en vriendenkring.

Het KUL-team onderzocht tevens in hoeverre de geviseerde personen een seining of een negatief veiligheidsadvies konden aanvechten via gerechtelijke weg.

Verdacht gedrag …

Een seining is een administratieve procedure waarbij een persoon omwille van verdacht gedrag in één van de veiligheidsdatabanken van de politie of de veiligheidsdiensten terechtkomt.

Het hoeft daarbij niet te gaan over wetsovertredingen. Het volstaat voor de opstelling van een seining dat één ambtenaar van de Staatsveiligheid een inschatting maakt dat een persoon (of een organisatie) verontrustend zou zijn en in het oog moet worden gehouden.

De personen in het onderzoek ontdekten een vermoedelijke seining pas door een of ander soms brutaal incident met de politie of bij de grenscontrole.

Dergelijke seiningen blijken meermaals te leiden tot het ontslag van mensen op hun werk, omdat ze niet langer over veiligheidsattesten beschikken, wat voor werkgelegenheid in de bewakingssector of op de luchthaven noodzakelijk is.

Ook reinigingspersoneel dat bijvoorbeeld in ministeries, Europese diensten, gerechtelijke instellingen werkt moet over een dergelijke machtiging beschikken.

De Staatsveiligheid behandelt radicalisering als een probleem van een gemeenschap, niet van individuen, in plaats van die gemeenschap als een bondgenoot te zien. Foto: Han Soete

Een seining kan er ook toe leiden dat zij aan de grens worden tegengehouden, dit alles zonder dat sprake is van enige wetsovertreding. De betrokken diensten zijn bovendien niet verplicht deze seining aan de betrokken personen te melden, wat er bijvoorbeeld toe leidt dat nietsvermoedende personen bij hun vertrek naar familie niet wordt toegelaten de grens te overschrijden.

Voor dit onderzoek werden 23 personen geïnterviewd die vermoeden dat ze onderwerp zijn van een seining omwille van wat ze hebben meegemaakt. Het onderzoek focuste specifiek op Belgische moslims.

Geen enkele van deze personen werd ooit vervolgd of veroordeeld voor feiten die een verband hebben met terrorisme. Zij ontdekten een vermoedelijke seining pas door een of ander soms brutaal incident met de politie of bij de grenscontrole.

Seining zonder inhoudelijke gronden

Deze personen werden gevolgd of waren onderwerp van seining zonder dat zij daarvan op de hoogte waren. Dit leidde in sommige gevallen tot ontslag omwille van een negatief veiligheidsadvies, hun bankrekeningen werden afgesloten of ze werden bij reizen aan de grens tegengehouden en in sommige gevallen gedeporteerd.

Als later bleek dat de seining geen inhoudelijke gronden had werden zij niet vergoed voor de financiële schade van geannuleerde reizen en verblijven in het buitenland. Ze werden tevens onderworpen aan politieverhoren die in een aantal dramatische gevallen leidden tot onterechte deportaties.

De redenen waarom zij het voorwerp vormen van een seining blijft in de meeste gevallen onduidelijk. Met uitzondering van zij die een negatief veiligheidsadvies kregen en dit konden aanvechten, blijven alle andere respondenten in het duister tasten.

Uit de gesprekken zijn de aangehaalde verklaringen door de respondenten het gegeven dat ze iemand kennen die naar Syrië is vertrokken, hun engagement in het verenigingsleven of zelfs een kwaadwillige persoon uit hun familiekring.

(.): “De Staatsveiligheid moet gezuiverd worden van onbekwame, racistische of islamofobe agenten, inspecteurs en analisten”. Foto: Guido van Nispen/CC BY-SA 2:0

Zo verloor erkende tolk (.)[1] zijn baan om te tolken voor asielzoekers of vervolgde personen tijdens hun juridische procedures, ook al waren de werkgevers volledig tevreden over zijn prestaties, die als neutraal en kwaliteitsvol werden erkend.

Bovendien zijn er sterke vermoedens dat de Staatsveiligheid ook negatieve veiligheidsadviezen opstelt op vraag van bepaalde werkgevers. Zo werd een vakbondsafgevaardigde op de luchthaven die, voor ze syndicaal actief werd jarenlang tot ieders voldoening had gewerkt, plots op staande voet ontslagen tijdens een periode van sociale acties voor beter loon- en arbeidsvoorwaarden.

Meerdere betrokkenen leden ook zware mentale schade. Ontslag, annulering van een vakantie bij familie, onterechte deportatie of de angst voor een mogelijke deportatie dreef meerderen van hen in een depressie.

Zij vreesden bovendien gestigmatiseerd te raken in de eigen lokale gemeenschap, reden waarom ze hun lot dikwijls niet deelden met familie of vrienden.

Zelfs in de enkele gevallen waarin een onterecht afgekeurd veiligheidsadvies achteraf werd rechtgezet – na zeer lange trage procedures – bleven de getroffen personen angstig voor hun toekomst.

De ervaring over hun voorgaand lot maakte voor hen immers duidelijk dat zij geen enkele garantie hadden dat ze niet terug onderwerp kunnen worden van een nieuwe seining.

Wie bewaakt de Staatsveiligheid? Logo: vsse.be

Het blijkt zeer moeilijk om van een onterechte seining een officiële erkenning te krijgen. Heel wat getroffen personen nemen omwille van deze onwil de moeite niet om naar de rechtbank te stappen en kiezen voor de anonimiteit om terug rust te vinden.

Met kan tegen een ingetrokken (of niet toegekend) veiligheidsadvies beroep aantekenen bij het Beroepsorgaan of de rechtbank, maar niet tegen de gevolgen van een seining. Het Controleorgaan van de Gegevensbeschermingsautoriteit blijkt niet in staat om daar tegen op te treden.

Verzoeken door dit orgaan krijgen immers geen informatief onderbouwd antwoord. Antwoorden geven geen enkel inzicht in de redenen waarom tot een seining werd beslist.

De enkelingen die de juridische of administratieve strijd voor rechtzetting toch aangaan worden geconfronteerd met enorme hinderpalen. Zij die na lang volhouden uiteindelijk hun beroepsprocedure winnen krijgen bovendien geen enkele officiële erkenning door de betrokken diensten van de door hen begane en veroordeelde fouten en wanpraktijken.

In de huidige aanpak zit een systeemfout. De Staatsveiligheid behandelt terrorisme en radicalisering als een probleem van een volledige gemeenschap, niet van individuen.

Alle respondenten die aan het onderzoek meededen erkennen de noodzaak van veiligheids- en inlichtingendiensten voor de overheid. Zij klagen echter aan dat deze noodzaak geen alibi kan zijn voor misbruiken.

Deze misbruiken blijken immers gebaseerd op vooroordelen, foute vooraannames en een soms stuitend gebrek aan kennis, inzicht en begrip van de maatschappelijke fenomenen die ze moeten onderzoeken.

Systeemfout

De respondenten pleiten daarom voor het opstellen van objectieve legale criteria en gerichte opleiding van de betrokken ambtenaren op basis van deze criteria. In de huidige aanpak zit immers een systeemfout.

De Staatsveiligheid behandelt terrorisme en radicalisering als een probleem van een volledige gemeenschap, niet van individuen. Deze dienst weigert de moslimgemeenschap te zien als een bondgenoot, waardoor ze zichzelf cruciale informatie ontzegt en personen onterecht viseert op basis van gebrekkige informatie.

DeWereldMorgen kon het dossier van (.), slachtoffer van deze wanpraktijken, inkijken, die de tergend langzame procedures tot het einde heeft volgehouden en uiteindelijk over de hele lijn werd vrijgesproken van alle verdachtmakingen die in zijn seining waren vermeld (en die er toe hadden geleid dat zijn veiligheidsattest onterecht was ingetrokken).

Foto: Guido van Nispen/CC BY-SA 2:0

Hoewel de Staatsveiligheid in deze zaak over de hele lijn werd veroordeeld door de rechtbank heeft deze dienst geen enkele openbare erkenning gegeven van haar fouten.

Uiteindelijk heeft de betrokkene zijn functie opnieuw kunnen opnemen, alleen dankzij zijn volgehouden strijd voor zijn rechten. Meerdere personen legden verklaringen af waarin zij de goede trouw van (.) bevestigen. Deze getuigenissen maken eveneens deel uit van het dossier.

Structurele verandering is nodig

DeWereldMorgen.be kon tevens de pleidooien lezen, waarin (.) zeer gedetailleerd alle beschuldigingen van de Staatsveiligheid herleidt tot hun ware dimensie. Zijn pleidooi en de getuigenissen waren voor de rechtbank overtuigend genoeg om (.) over de hele lijn gelijk te geven en de Staatsveiligheid te veroordelen.

Nog dit citaat uit het slotwoord van het pleidooi van (.):

“Dit toont aan dat er bij onze veiligheidsdiensten een structureel probleem bestaat. Gevaarlijke extreemrechtse radicalen die op de OCAD-lijst[3] staan mogen blijven werken en krijgen toegang tot zware wapens. Praktiserende moslims die als (.) werken en zich expliciet uitspreken tegen terrorisme, aan deradicalisering doen en het racisme aanklagen verliezen hun job en worden gebroodroofd.”

“Extreemrechtse radicalen moeten hard worden aangepakt, onschuldige praktiserende moslims moeten met rust worden gelaten. Zo zou het moeten zijn, niet omgekeerd. Maar dat kan enkel indien er een structurele verandering komt binnen de veiligheidsdiensten aangezien die zelf ook moeten gezuiverd worden van onbekwame, racistische of islamofobe agenten, inspecteurs en analisten.”

DeWereldMorgen.be sprak met (.) over zijn zaak. Die blijkt ondanks negatieve ervaringen nog steeds een groot gevoel voor humor en zelfrelativering  te bezitten.

“Mijn pacifistische overtuiging is volledig gebaseerd op mijn geloof en op de vele denkers die ik in de loop der jaren kon lezen en bestuderen. Bepaalde agenten van de Staatsveiligheid waren er zo rotsvast van overtuigd dat ik voor hen een grote vangst was, dat ze op basis van hun vooroordelen en gebrekkige kennis van zaken in een enge tunnelvisie terechtkwamen, die onvermijdelijk tot dit debacle moest leiden.”

“Uiteindelijk heb ik de juridische strijd voor mijn rechten gewonnen en werd de Staatsveiligheid over de hele lijn veroordeeld. Het heeft me wel heel wat tijd en moeite gekost en ik heb ook enorm veel steun gekregen van velen die me trouw zijn gebleven. Vele anderen hebben de strijd opgegeven. Ik kan alleen maar vermoeden hoeveel er nog in mijn geval zaten, verlies van hun werk, verdachtmaking in de eigen gemeenschap, financiële onzekerheid over hun toekomst. Ik hoop dat mijn overwinning hen kan inspireren om ook de stap naar de rechtbank te zetten.”

“Nog beter zou zijn dat de wetgevers van dit land inzien dat dit niet langer kan en zullen ingaan op de vele suggesties die de onderzoekers van de KUL in hun rapport hebben geformuleerd.”

 

Notes:

[1]   De redactie kent naam, adres en functie van (.).

[3]   Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) is een overlegorgaan van alle politie- en inlichtingendiensten voor analyse van terroristische en extremistische dreigingen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.