De ‘andere Kris Peeters’ kennen we als verkeersdeskundige, van zijn columns met rake opmerkingen over de absurditeit van het mobiliteitswanbeleid en van zijn boeken over dat onderwerp. Tijdens de lockdowns van de voorbije jaren dook hij in zijn pen om het over veel meer dan die ene mobiliteitscrisis te hebben. Hij schreef zeer gevatte teksten bijeen, van licht ironiserend tot bijtend sarcastisch, maar altijd met een vlotte pen werd dit boek het resultaat.
Weg van het Systeem kan je lezen als een reeks columns – een aantal hoofdstukken zijn de verdere uitwerking van columns en blogs – die nu in een passend geheel werden gebundeld.
Dit is niet het zoveelste boek over het onderwerp dat Kris Peeters kent als geen ander: mobiliteit. Hij plaatst de mobiliteitscrisis in zijn grotere geheel, als onderdeel van een veel grotere crisis, een systeemcrisis, of eerder van een systeem dat een permanente crisis is.
Zijn inleiding ‘De waanzinnige eenentwintigste eeuw‘, parodiërend op Barbara Tuchmanns onvolprezen ‘De waanzinnige veertiende eeuw’, is op zich al de moeite waard om te lezen. Daarin blikt hij terug op de eerste 20 jaar van de eenentwintigste eeuw.
Te vroeg om al een oordeel te vellen over een hele eeuw? Zeker, maar geef toe: de oorlog in Irak (excuseer, de oorlog tegen Irak), de oorlogen tegen Syrië en Lybië, de bankencrisis van 2008 en Greta Thunberg, de klimaatverandering, COVID en nu de Russische invasie in Oekraïne… waanzinnig inderdaad.
Het systeem IS de crisis
Netjes ingedeeld in vijf hoofdstukken ‘It’s (not) the economy, stupid, Wennen aan zwarte zwanen, Het onzichtbare zichtbaar maken, Het vloeibare vloeibaar maken en Over de Vloer geven deze cryptische titels ruim verduidelijking in 74 ‘columns’ (jawel, ik heb ze geteld).
Ik ben het niet altijd eens met wat Kris Peeters zegt. Het mag voor mijn part best wat radicaler. Wie tussen de lijnen leest komt er echter wel op, ook hij veroordeelt dit economisch systeem.
Noem het kapitalisme (for lack of a better word) of neoliberalisme, dit systeem is verantwoordelijk voor de crisissen waarmee we leven en waarvan de mobiliteitscrisis slechts een deelaspect is. Kris Peeters doet dat niet met dogmatisch jargon, maar met gewone mensentaal (en dat bedoel ik niet ironisch).
Dat is dan ook de grote verdienste van dit boek. Kris Peeters bereikt een publiek dat nog afkerig is van al te extreem aanvoelende termen en grote twijfels heeft over hoe het er aan toe gaat, maar daarom nog niet de stap zet naar een veroordeling van het ‘systeem’.
Kris Peeters veroordeelt deze mensen niet. Zomaar afstand nemen van alle voordelen die datzelfde systeem biedt is niet evident, zeker niet als het alternatief onzeker is – en door de neoliberale goeroe’s wordt neergezet als ‘terug naar de spelonken en de jungle’.
Dat dat klinkklare nonsens is weten de meest verstandigen (of liever ‘de verstandigen’) onder hen wel, maar idiote extremen promoten is nu eenmaal te gemakkelijk om de mensen wat langer zoet te houden.
Pandemie, logische consequentie van het systeem
Ook de pandemie is een gevolg van dat systeem. De eerste dode in eigen land werd geregistreerd op 11 maart 2020. Dat kwam bij uw recensent thuis hard aan.
Dat eerste slachtoffer viel immers in woonzorgcentrum De Groene Linde in Sint-Genesius-Rode, waar mijn vrouw L. als vrijwilligster werkte. Diezelfde dag viel daar ook de tweede dode en nog dezelfde dag viel er een derde slachtoffer in een Brussels woonzorgcentrum.
Omdat De Groene Linde zo vroeg werd getroffen was het ook het eerste woonzorgcentra waar zeer strenge maatregelen werden getroffen. Het resultaat, twee jaar later, is dat er in dit woonzorgcentrum uiteindelijk minder slachtoffers zijn gevallen dan in andere woonzorgcentra die enkele weken na die eerste dode nog steeds ‘normaal’ verder deden.
Ik gebruik dit voorval als metafoor voor alle andere crisissen waar het in dit boek over gaat. Het is nooit te laat, maar men kan er evenmin nooit te vroeg mee beginnen om drastische maatregelen te nemen.
De wereld zit jammer genoeg nog steeds volledig in de modus van die enkele weken na die eerste dode. De eerste signalen zijn er en worden zelfs erkend, maar echte maatregelen nemen, ho maar. De ene volledig teleurstellende COP-klimaatconferentie volgt de andere op.
Voor elk probleem hebben we een geel hesje
Terwijl ik deze recensie schrijf klagen de media aan dat er na een zoveelste tragische ongeval nog steeds zebrapaden geschilderd worden op autowegen waar 70 km/uur de toegelaten snelheid is, wat in Belgische termen een gemiddelde snelheid van 90 kilometer per uur betekent.
En nog zijn er mediacommentatoren die wijzen op het belang van gele hesjes voor kinderen (behalve als ze worden gedragen door hardwerkende, onderbetaalde mensen in Frankrijk) en niet op wat de daders (de autobestuurders) moeten doen.
Doekjes voor het bloeden. Een aantal mediacommentatoren hebben het zowaar over ‘het probleem van oudere mensen in het verkeer’.
Net zo met alle andere crisissen. Het concrete, het echte huidige beleid in Vlaanderen, België, Europa en de wereld is precies dat: doe allemaal een geel hesje aan, meer reflectoren op je fiets, meer zebrapaden op kaarsrechte snelwegen (niet de officiële snelwegen, maar de snél-wegen, waar alleen de auto snél-weg mag). Voor elk probleem hebben we wel een geel hesje in voorraad.
Het draagvlak? Het draagvlak!
Er zou geen draagvlak zijn voor strengere maatregelen. Hebben politici en beleidsvoerders alleen maar als taak hun kiezers te volgen, of beter, te doen alsof ze hen volgen? Laten we wel lezen.
Er is al evenmin een draagvlak voor de verdere bouw van vervuilende fabrieken, voor de lakse aanpak van vervuilende bedrijven, voor het non-beleid tegen de grote fiscale fraudeurs, voor nieuwe autowegen, voor nog meer kerncentrales, voor de verhoging van de pensioenleeftijd, voor de woekerwinsten van bedrijven en ceo’s (die nooit ‘onbetaalbaar’ blijken te zijn voor de economie, in tegenstelling tot de lonen van de gewone mensen, je weet wel, zij die het echte werk doen), voor de vervanging van dieselfiles door elektrische files, net zomin als voor de bezetting van Palestina of voor meer kernwapens.
Het houdt onze regeringen niet tegen om er toch mee door te gaan. Draagvlak? Er is een draagvlak voor meer en beter openbaar vervoer. En wat doet de Vlaamse regering? Het omgekeerde. Draagvlak? Een drogreden om niets te doen. Of omgekeerd. Om iets toch te blijven doen tegen dat draagvlak in.
Er is totaal geen draagvlak voor de openbare financiering met ons belastinggeld van permanent verlieslatende luchthavens, om enkele superrijken – die geen belastingen betalen – toe te laten met hun privé-jets van Antwerpen naar Londen te vliegen.
Citaat: “Wat dat draagvlak betreft, eerst dit: politici hoeven niet passief te wachten tot het spontaan verschijnt. Ze kunnen het helpen creëren. Dat is het verschil tussen leiders en volgers”. Zo is dat.
Kris Peeters (de echte, niet de tsjevenkopie die in het Europees Parlement pensioenwaarts ligt te vegeteren) spaart de kritiek niet voor de politieke partijen, ook niet de partij waar hij (net als uw recensent) zelf jarenlang in actief was.
Gelijk hebben kan behoorlijk irritant zijn
Lees zijn verklaring voor het feit dat de groene partijen er enerzijds zijn in geslaagd het maatschappelijke discours volledig te veranderen en een gigantische aardverschuiving in de openbare opinie gedaan kregen, maar er nooit zijn in geslaagd electoraal door te breken boven de magische 10 procent grens.
Die uitleg zoekt hij niet alleen bij de wereld daarbuiten, waar de partijen, die de kernstop van 2003 mee hebben goedgekeurd, na het vertrek van de groenen jarenlang hebben nagelaten (al dan niet moedwillig) de nodige maatregelen te nemen voor een energietransitie, en die het nu presteren om de groenen te verwijten dat er onvoldoende capaciteit is om de kernenergie te vervangen.
De groenen hebben echter zelf ook fouten gemaakt. En, jammer genoeg, dezelfde fouten van 1999-2003 zijn ze nu aan het herhalen. De groenen zullen nooit een grote volkspartij worden.
Waarom? Dit citaat uit het boek: “Een leer kan zo waar zijn dat men haar daarom verwerpt”, schreef Elias Canetti1. Allicht had hij daarbij niet het ecologisme in gedachten , maar de stelling vat de tragedie ervan wel perfect samen.”
Dit doet me denken aan iets dat me altijd is bijgebleven. Ergens in de jaren 1990 was er een of ander tv-programma in de aanloop naar verkiezingen. Meerdere BV’s waren uitgenodigd om hun licht te laten schijnen op de politiek. Een van hen was Roger De Vlaeminck.
Een van de grootste wielrenners die België ooit gehad heeft, maar buiten zijn sport had hij niet bepaald veel te vertellen, zo bleek. “Ik moet van de groenen niet hebben, altijd weer dat grote gelijk en wij allemaal die dan verkeerd bezig zijn” Ik parafraseer uit het geheugen.
De deelnemers moesten een aantal thematische vragen beantwoorden, waaruit dan hun politieke voorkeur zou moeten blijken. De Vlaeminck bleek over de hele lijn groen te hebben gekozen.
Hij kon het niet bepaald appreciëren en bleef bij zijn uitspraak. Het groene drama samengevat: “Natuurlijk hebben de groenen gelijk, maar f…. y.., ik doe gewoon voort.”
“De markt opgaan”
De voormalige socialisten hebben het echter helemaal verkorven: “De Vlaamse sociaaldemocratie heeft zich al lang geleden ingeschreven in het neoliberale verhaal. De afgelopen decennia heeft ze actief meegewerkt aan de afbouw en privatisering van publieke diensten en ze doet dat vandaag nog altijd.”
“Denk bijvoorbeeld aan het Antwerpse Zorgbedrijf dat een deel van zijn activiteiten in naamloze vennootschappen wil onderbrengen om daarmee ‘de markt op te gaan… Anders dan de ecologisten doen de sociaaldemocraten zelfs geen moeite meer om het dominante discours in vraag te stellen.”
Er staat teveel in dit boek om het min of meer samen te vatten. Mijn voorkeur gaat uit naar de hoofdstukjes ‘Crisissen zijn geen neveneffect van ons economisch systeem’, ‘Hoe links zich de mond laat snoeren’, ‘We zijn het gewone gaan verwarren met het normale’, ‘Meer nog dan in het oplossen van problemen zijn we goed in het onzichtbaar maken ervan’, ‘Waarom het niet-essentiële essentieel is’, ‘Ruimtereizen als illusie dat vluchten nog kan’ en zeker ‘Jezus van Nazareth als verdachte’.
De titels geven al een idee. Wie de hele uitleg wil, vindt ze in dit boek.
Een goed auteur is volgens mij niet persé iemand die nieuwe ideeën aanbrengt. Een goed boek brengt losse gedachten samen tot een coherent geheel. De lezers van dit boek zullen zich meermaals bedenken: ‘Ja, dat dacht ik ook al, maar ik had geen idee dat dat zo ruim gedragen wordt, ik dacht echt dat ik daar helemaal alleen mee zat”. Niet dus, ook daarom is dit een boek dat ik warm aanbeveel.
Een klein voorbeeld als afsluiter: bij je bestellingen kan je kiezen voor snel, super snel met verschillende tarieven. Kris Peeters daarover, waarom bestaat deze optie niet: ‘mag later worden bezorgd’ (of, zoals ik het zou formuleren ‘is helemaal niet dringend, smijt maar binnen wanneer het uitkomt’).
PS. Nu ‘de éne Kris Peeters’ is weggepensioneerd naar het Europees Parlement, waar hij herleid werd tot zijn ware dimensie van middelmatige tsjeef, die als grootste talent de gave had om zich nooit te laten betrappen op een originele gedachte of uitspraak (net als die andere acteur George Nespresso, waar hij zowaar mee werd vergeleken toen de media nog vonden dat ze hem moesten promoten als redder van de natie), wordt het tijd dat ‘de andere Kris Peeters’ zoals hij zichzelf nog noemt, die ‘andere’ laat vallen.
De ‘echte’ of de ‘ware’ klinkt wat pretentieus, maak er voortaan gewoon ‘Kris Peeters’ van, Kris.
Kris Peeters. Weg van het systeem – Wakker in een ander tijdperk. Vrijdag, Antwerpen, 2022, 309 pp. (zonder dankwoord, lexicon en index). ISBN 978 9460 0195 86
Boekkopers aller landen, verenig u. Bestel je boeken niet op internet, al zeker niet bij de grote slokoppen bol en andere .com. Koop hem bij je boekenwinkel. Geen boekenwinkel in je buurt? Ga bij je krantenwinkel langs! Die zitten in hetzelfde verdeelcircuit als boekhandelaars. Bestel het daar, dan heeft de kleine zelfstandige er ook iets aan. En zeg hem vooral dat het niet dringend is. Een goed boek is voor alle tijden.
Note:
1 Elias Canetti (1905-1994), Duits auteur, Nobelprijs Literatuur 1981.