Paul Keating was eerste minister van Australië van 1991 tot 1996 en daarvoor minister van financiën van 1983 tot 1991. Hij was altijd al een groot voorstander van een betere samenwerking met China, de voornaamste handelspartner van Australië. In een recente verklaring noemt hij NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg een ‘grote zot’ en ‘een ongeluk dat staat te wachten’.
Paul Keating heeft zich reeds eerder een fel tegenstander genoemd van de nieuwe militaire samenwerking met Groot-Brittannië en de VS (AUKUS). Hij noemt het waanzin dat Australië mee gaat werken aan de militaire bedreiging tegen China, de grootste handelspartner van Australië, en zich laat volledig laat leiden door de keuze van de VS om de opkomende economische concurrentie van China op wereldschaal militair te ondermijnen.
Op de komende NAVO-top gaat de organisatie zich nog meer engageren in Azië door de samenwerking met Japan uit te breiden. Die keuze kent in zijn ogen geen genade. “Van alle personen op de internationale scène is Jens Stoltenberg de grootste zot. Zowel qua instinct als qua beleid is hij een ongeval dat staat te wachten om te gebeuren.”
“We mogen niet dezelfde vergissing maken met China die het Westen nu maakt met Oekraïne. Stoltenberg negeert vanuit zijn geelzuchtige blik (een hint naar anti-Chinees racisme, nvdr) het feit dat China 20 procent van de mensheid vertegenwoordigt en nu de grootste economie ter wereld is… en geen enkele geschiedenis heeft van het aanvallen van andere staten, in tegenstelling tot de VS, waarvoor Stoltenberg gewillig zijn diensten aanbiedt.”
In een vroeger interview voor de National Press Club van Australië maakte hij brandhout van de aanwezige journalisten die hem allerlei voorspelbare stereotiepe vragen stelden over het zogezegde gevaar van China.
In dit lang gesprek beantwoordt hij de zoveelste vraag van een mainstream journalist “Wat maak jou zo zeker dat China geen militaire bedreiging is?” (vanaf 41:13) op de volgende vranke manier:
“Omdat ik een brein heb en omdat ik kan denken. En ik kan lezen. Ik lees elke dag. Waarom zou China ons moeten bedreigen. Ze krijgen van ons ijzererts, steenkool, graan… Ik weet dat je me een vraag wilt zeggen, maar je vraag is zo dom dat ze nauwelijks een antwoord waard is…”
Daarna volgen nog meerdere journalisten, die hij afmaakt voor hun ongeïnformeerde en voorspelbare vragen maar de grootste minachting betoont hij een journalist van Bloomberg die hij zonder meer adviseert te stoppen als journalist (47:15):
In Australië – het land waar Rupert Murdoch ooit zijn media-imperium begon – komen mensen als hij tenminste nog aan bod op de openbare omroep ABC, zij het zeer minimaal.
Hier is elke stem die nog een andere mening durft te geven de voorbije twee jaar gewoon ‘verboten’ geworden. De berichtgeving over de NAVO-top in Vilnius wordt historische leerstof over hoe journalistiek in het vrije Westen is verworden tot het reproduceren van pure oorlogspropaganda…