Slechts 4 jaar en 2 maand was kapitein Thomas Sankara president van het West-Afrikaanse land Burkina Faso. Frans president François Mitterrand keurde in 1987 de moordaanslag goed door zijn medewerker Blaise Compaoré. Of president Emmanuel Macron in 2023 hetzelfde zal gedaan krijgen tegen huidig president Ibrahim Traoré is onzeker. De tijden zijn veranderd, maar niets is definitief verworven.
Sinds 20 september 2022 is opnieuw een jonge kapitein van amper 35 jaar president van Burkina Faso, na een militaire staatsgreep. Er staat ‘opnieuw’, omdat exact veertig jaar geleden op 4 augustus 1983 eveneens een andere 34 jaar jonge kapitein president werd van zijn land na een militaire staatsgreep.
Militaire staatsgrepen zijn een frequent fenomeen in Afrika, de lijst is zeer lang. De staatsgrepen van Thomas Sankara en Ibrahim Traoré zijn op zich allesbehalve uitzonderlijk. Wat hen echter wel speciaal maakte is hun politiek-ideologische karakter. Deze beide staatsgrepen waren niet door de voormalige kolonisator (in dit geval Frankrijk) opgezet, maar net tegen die kolonisator gericht.
Of Ibrahim Traoré een waardig opvolger wordt van de iconische Thomas Sankara moet nog blijken. Zijn discours en zijn eerste beslissingen als president wijzen alvast in die richting. Hij heeft het voordeel van het precedent en is bovendien een verwittigd man. Frankrijk (en nu ook de VS) domineren West-Afrika niet meer zoals ze dat in de jaren 1980 in hun voormalige kolonieën nog deden.
Niets is echter zeker. Om in te schatten hoe betekenisvol en hoe kansrijk deze nieuwe machtsgreep is voor Burkina Faso (en voor de buurlanden Mali en Niger) is het belangrijk eerst en vooral een correcte analyse te maken van de geschiedenis, in het bijzonder van het presidentschap van Thomas Sankara en de lessen die daar uit kunnen worden getrokken.
Een historisch terugblik
Een koppige mythe die in ‘deftige’ westerse middens onverwoestbaar blijft tot vandaag: Afrika zou onbekwaam zijn om verantwoordelijke leiders voort te brengen. Een vaststelling of een wensdroom? Wie de geschiedenis nuchter bekijkt ziet iets heel anders.
De voormalige kolonisatoren hebben er steeds alles aan gedaan om net dat te verhinderen: verantwoordelijk leiderschap in Afrika. Geen enkel Afrikaans land heeft echte democratie gekend na de dekolonisatie.
Zonder uitzondering bleken de nieuwe Afrikaanse leiders autocratische, corrupte, bloeddorstige tirannen die maar één ding voor ogen hadden: snel zo rijk mogelijk worden. Afrika in een notendop tenminste, dat is wat de massamedia van de oude koloniale mogendheden je nog steeds willen wijsmaken.
Voorbeelden genoeg: Mobutu is uit Zaïre (Congo) gevlucht met een fortuin zo groot als de helft van de staatsschuld, er was de groteske Bokassa in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de gruwelijke Idi Amin in Oeganda, Siad Barre in Somalië, Houphouët-Boigny in Ivoorkust en Blaise Compaoré in Burkina Faso. Ik vergeet er nog een paar.
Deze mannen (het waren allemaal ‘mannen’) hadden een en ander gemeen met elkaar: ze kwamen aan de macht met militair geweld, genoten de volle steun en onbegrensd militair materiaal van hun vroegere kolonisatoren, werden overgoten met rijkelijke fondsen van het IMF en de Wereldbank en deelden met elkaar hun passie voor brutale repressie en uitbuiting van hun eigen volk … En allen werden ze door diezelfde bondgenoten gedumpt als rotte appels eens ze die westerse belangen niet langer dienden.
Eén van de hierboven genoemde misdadigers, Blaise Compaoré van Burkina Faso, moordenaar van Thomas Sankara op 15 oktober 1987, werd pas 27 jaar later in 2014 zelf van de macht verdreven na een volksopstand tegen zijn corrupte bewind.
Renault R5
Thomas Sankara was in 1983 president geworden van wat toen nog Opper-Volta heette na een militaire staatsgreep tegen een klassieke militaire dictator. Deze staatsgreep had in tegenstelling tot alle staatsgrepen daarvoor echter grote steun bij de bevolking. Waarom dat zo was, bleek heel snel.
Sankara is de man die de koloniale naam Opper-Volta afschafte en verving door Burkina Faso (Land van Rechtopstaanden = oprechte mensen). Zijn mandaat duurde slechts vier jaar, maar het waren dan ook vier ongelooflijke jaren voor de bevolking van Burkina Faso.
In nauwelijks drie jaar tijd slaagde hij erin Burkina Faso zelfvoorzienend te maken voor voedsel. Het land was tot dan volledig afhankelijk van voedselhulp om de voortdurende hongersnoden te bestrijden.
Hij was de eerste Afrikaanse leider die vrouwen in zijn regering tot minister benoemde, niet zomaar voor ‘Vrouwenzaken’ of ‘Gezinsplanning’, verbood polygamie en keurde wetten goed tegen patriarchaal geweld in het gezin. Hij verdeelde land onder de boeren dat door de feodale tribale leiders ongebruikt werd gelaten.
Sankara was ook de eerste Afrikaanse leider die de gesel van aids erkende, begon een grootschalig project voor betere infrastructuur (wegen, scholen, hospitalen) en weigerde daar consequent buitenlandse leningen voor. Hij veroordeelde het IMF en de Wereldbank als de neokoloniale instrumenten die ze nog steeds zijn.
Ook de kleine pro-Franse steenrijke elite moest er aan geloven. Salarissen van de topfuncties werden drastisch teruggeschroefd, de volledige Mercedes-vloot van de overheid werd verkocht, hij verminderde zijn presidentieel salaris tot 450 dollar per maand en reed zelf met een kleine Renault R5.
Hij schafte tevens de wijdverbreide gewoonte af van grote borden met de foto van de president, maakte een einde aan reizen in business-class voor hoge ambtenaren en begon een campagne tegen corruptie. Niet zomaar in woorden zoals zijn collega’s in de rest van Afrika maar in daden. Bovendien aarzelde hij niet om zijn collega’s staatshoofden in Afrika openlijk te bekritiseren.
Afrikaanse leiders
Houphouët-Boigny, dictator van buurland Ivoorkust, zag zoveel democratie bij de buren niet zitten. Hij werd door Sankara openlijk aangeklaagd als de bloedige dictator die hij was, maar bovendien had hij direct economisch belang bij armoede in buurland Burkina Faso. De bloeiende handel in cacao hing immers af van de spotgoedkope arbeid van arme migranten uit Burkina Faso.
Met logistieke ondersteuning van Frankrijk kon hij Blaise Compaoré, Sankara’s tweede man, overtuigen Sankara te vermoorden en een staatsgreep te plegen. Daarna werd Compaoré de sterkste bondgenoot van Frankrijk in heel West-Afrika tot aan zijn afzetting door een volksopstand in 2014. Compaoré vertrok als één van de rijkste Afrikanen terwijl Burkina Faso opnieuw één van de armste landen van Afrika was, met torenhoge schulden bij IMF en Wereldbank.
Zou Sankara de veelbelovende leider gebleven zijn die hij vier jaar lang was? We zullen het nooit weten. Net zoals we ook nooit zullen weten of Patrice Lumumba, de eerste eerste minister van het onafhankelijke Congo, zijn beloftes zou hebben gehouden.
Eén ding is echter zeker: geen van beiden heeft ooit een kans gekregen om zich te bewijzen. Daar is maar één reden voor: het rijke Westen hield niet van het programma waar Sankara en consoorten voor stonden. Ze dienden de belangen van de vroegere kolonisatoren niet. Voor miljoenen Afrikanen blijft Sankara onverminderd een held, hun Afrikaanse ‘Che’.
Dat er geen verantwoordelijk Afrikaans leiderschap zou bestaan, is een mythe. Dat het Westen verantwoordelijk Afrikaans leiderschap heeft genekt, is een realiteit. Sankara, Lumumba, Amilcar Cabral en zovele anderen waren echte Afrikaanse leiders. Als wij hier in Europa ook maar één jota zouden menen van onze zogenaamde intentie om Afrika te ‘ontwikkelen’, zijn zij de leiders die we zouden gesteund hebben.
Over naar 2023, 40 jaar later
De voorbije twee jaar werden staatsgrepen gepleegd in Burkina Faso en buurlanden Mali en Niger. Een aantal daarvan werd veroordeeld door het Westen, een aantal andere net niet. De gemene deler van elke categorie moet niet ver worden gezocht. Alleen de militaire staatsgrepen die tegen de westerse belangen zijn gericht worden veroordeeld.
In buurland Mali is kolonel Assimi Goïta interim-president sinds 28 mei 2021. Onder zijn bewind werden de Franse troepen die daar gelegerd werden het land uitgezet. Die versasten naar Burkina Faso, waar ze werden verwelkomd door een couppleger van de goede pro-westerse soort.
Paul-Henri Sandaogo Damiba had op 24 januari 2022 president Roch Marie Christian Kobré afgezet, maar werd op zijn beurt afgezet door huidig president kapitein Ibrahim Traoré.
Zeer recent op 26 juli 2023 werd in Niger, een ander buurland van Burkina Faso, eveneens een militaire staatsgreep gepleegd, de derde in tien jaar tijd. Ook deze staatsgreep werd door Frankrijk veroordeeld, omdat de nieuwe machthebber generaal Omar Tchiani de Franse troepen aan de deur zette.
Frankrijk en de VS pushen nu voor een gewapende interventie van de ECOWAS-landen1 tegen de staatsgreep in Niger. Juntaleider Omar Tchiani heeft vervolgens alle export van uranium en goud verboden.
Niger staat in voor 15 procent van de uraniumbehoefte van de Franse kerncentrales. Frankrijk produceert ongeveer 35 procent van zijn energie met kerncentrales en 25 procent van alle uranium dat in EU-lidstaten wordt ingevoerd komt uit Niger.
Slechts 14 procent van de bevolking van Niger heeft toegang tot het elektriciteitsnet en zij die dat hebben moeten dat bovendien doen met frequente en langdurige stroomonderbrekingen.
De bevolking van Burkina Faso, Mali en Niger keert zich resoluut tegen de Franse inmenging. Commentatoren in de Franse media verbazen zich over die anti-Franse aversie. Ze ontkennen daarmee de realiteit van de Franse aanwezigheid in West-Afrika.
Zij die nu verontwaardigd doen over Russisch imperialisme zijn dezelfden die al zestig jaar Europees (en in toenemende mate VS)-imperialisme als goedbedoelende interventies voor democratie en mensenrechten verkopen. De Afrikanen weten beter. Zij kennen hun geschiedenis.
Frankrijk heeft jarenlang een wrede repressie gevoerd tegen de onafhankelijkheidsstrijd van zijn kolonies. Toen de onafhankelijkheid niet meer te stoppen was heeft de oude kolonisator de volledig bankroete landen in een monetaire gemeenschap gedwongen die tot vandaag de lokale munt CFA vanuit Parijs bestuurt2.
Het was de prijs die de betrokken landen moesten betalen voor hun vrijheid. Die vrijheid was echter van korte duur. In al zijn Afrikaanse kolonies heeft Frankrijk militaire staatsgrepen ondersteund en ‘vrije’ verkiezingen doorgedrukt waarbij elke vorm van oppositie bij voorbaat werd uitgeschakeld.
Wat in Parijs in de 21ste eeuw wordt verkocht als ‘strijd tegen het islamterrorisme’ is in werkelijkheid nog steeds hetzelfde: beletten dat de voormalige kolonies een eigen onafhankelijke koers gaan varen op economisch vlak. Zo verhindert Frankrijk (en de andere ex-kolonisatoren) elk begin van eigen industriële ontwikkeling van de bodemrijkdommen. Die moeten als ruwe grondstoffen aan spotprijs worden verkocht.
Tijdens een toespraak op de Afrikaans-Russische top in Sint-Petersburg verwoordde president Ibrahim Traoré dit als volgt: “De kwestie die mijn generatie stelt – als ik ze mag opsommen – is ons onbegrip waarom, met zoveel rijkdom in onze bodems, met een genereuze natuur, water, zon in overvloed, Afrika vandaag het armste continent is. Afrika is een hongerlijdend continent. Hoe kan het dat onze staatshoofden de wereld doorkruisen om te bedelen? Dit zijn de vragen die wij ons stellen en waar we tot nu geen antwoord op krijgen.”
‼️Listen to what he said. I hope Washington listens too. pic.twitter.com/qwVYzFiaDl
— Spetsnaℤ 007 🇷🇺 (@Alex_Oloyede2) July 30, 2023
Nog enkele cijfers: Frankrijk heeft met 2436 ton de vierde grootste goudreserve ter wereld zonder één goudmijn binnen zijn grenzen. Mali heeft 860 goudmijnen en produceert 50 ton goud per jaar, maar heeft nul goudreserve in de eigen banken.
Een andere wereldorde
Hoe succesvol dit verzet tegen de vroegere kolonisatoren in Burkina Faso, Mali en Niger zullen zijn valt af te wachten. De tijden zijn veranderd, dat deze staatsgrepen zelfs maar mogelijk waren is al een teken aan de wand. De postkoloniale tegenkrachten zijn op de terugweg, maar zijn nog verre van machteloos.
Een directe militaire ingreep van Frankrijk in deze drie landen is niet evident, net zomin als een militaire interventie van de andere ECOWAS-landen, maar geen van beiden mag worden uitgesloten. Wat ook niet mag worden uitgesloten is westerse financiering van gewapende oppositiegroepen en steun voor aan met Al Qaïda verwante groupuscules in de regio om deze drie landen te destabiliseren.
🔥#Niger halts exports of uranium and gold to France.
Watch how the sovereignty-loving, free market-loving US/EU are going to have a tantrum. #Africa
I don’t think the West will dare to invade or bomb Niger, but there will be serious attempts to destabilize the new government… pic.twitter.com/wjpR9qmuhd
— S.L. Kanthan (@Kanthan2030) July 31, 2023
Opvallend in deze drie landen is de openlijke steun voor Rusland bij de volksprotesten. Niemand die er aan twijfelt dat Rusland enkel eigen belangen nastreeft in Afrika. In alle drie deze landen zijn al leden van de beruchte Wagner-militie aanwezig.
Zij die vanuit Parijs, Londen en Brussel verontwaardigd doen over dit Russisch imperialisme in Afrika hebben echter geen enkele morele poot om op te staan. Om te beginnen doet Rusland niet meer of niet minder dan wat Frankrijk en andere voormalige kolonisatoren al zestig jaar doen sinds hun ex-kolonies formele onafhankelijkheid verwierven.
Deze ‘critici’ zijn het die al zestig jaar het Europese (en in toenemende mate VS)-imperialisme toejuichen door dat hier als een goedaardige interventies voor democratie en mensenrechten te verkopen. De Afrikaanse volkeren kennen echter hun geschiedenis.
Niet Rusland maar Groot-Brittannië, Frankrijk, Portugal, Duitsland en België hebben Afrika koloniaal leeggezogen. Niet Rusland maar de koloniale mogendheden hebben de jarenlange onafhankelijkheidsstrijd bloedig onderdrukt.
Niet Rusland maar deze landen hebben na de onafhankelijkheid met militaire staatsgrepen dictators aan de macht geholpen die hun economische belangen dienden. Niet Rusland maar de westerse mogendheden leggen Afrika met het IMF en de Wereldbank al decennia lang wurgende financiële dwangbuizen op.
Ook de VS mogen zich vragen gaan stellen over hun Afrika-beleid. De nieuwe militaire machthebbers in Burkina Faso, Mali en Niger hebben allen hun militaire opleiding gehad op Amerikaanse legerbasissen in Afrika en in de VS zelf. Waar dergelijke opleidingen voorheen uitsluitend een voorbode waren van rechtse staatsgrepen ten bate van westerse belangen, blijkt dat niet langer een garantie te zijn. Meer en mee Afrikaanse militairen nemen de westerse dominantie niet langer.
Maar vooral de woorden van veroordeling van de staatsgreep in Niger door Frans president Macron klinken hol. Frankrijk dat opkomt voor democratie in West-Afrika? Welke ietwat geïnformeerde persoon kan dit ook maar heel even au sérieux nemen?
De presidenten van Burkina Faso en Mali hebben al verklaard dat zij een militaire aanval tegen Niger als een aanval op henzelf zullen beschouwen. Algerije heeft een gelijkaardige verklaring van solidariteit met het nieuwe bewind in Niger afgekondigd.
Frankrijk organiseert de terugtrekking van Franse (en o.a. Belgische) staatsburgers uit Niger. Bij vorige staatsgrepen in de regio was dat blijkbaar niet nodig. De vraag waarom dat niet nodig was hoef je niet te stellen. Ze is hierboven al beantwoord.
Lees ook de artikels in ons Dossier Burkina Faso en de artikels Thomas Sankara: de Afrikaanse Che stierf op 15 oktober 1987 en Ex-president Burkina Faso gezocht voor moord op Thomas Sankara.
Notes:
1 De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) omvat Benin, Burkina Faso, Gambia, Ghana, Guinee-Bissau, Kaapverdië, Liberia, Mali, Niger, Nigeria, Senegal, Sierra Leone en Togo. Het is een creatie van Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS die in werkelijkheid enkel militaire samenwerking nastreeft. Burkina Faso en Mali hebben al verklaard elk militair offensief van de ECOWAS tegen Niger te aanzien als een aanval tegen henzelf.
2 De FCFA en de CFA zijn de twee munten die Frankrijk sinds de onafhankelijkheid oplegt aan zijn ex-kolonies. De CFA in Benin, Burkina Faso, Ivoorkust, Guinee-Bissau, Mali, Niger, Senegal en Togo, de FCFA in Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Gabon, Equatoriaal Guinea en Tsjaad. In totaal 14 Afrikaanse landen ondergaan met andere woorden in 2023, 60 jaar na hun onafhankelijkheid, nog steeds de monetaire regels die vanuit Parijs worden opgelegd.