In 7.000 bedrijven met meer dan 50 of 100 werknemers, waaronder ook vzw’s en openbare sociale en gezondheidsdiensten hebben de werknemers hun nieuwe vakbondsvertegenwoordigers gekozen. De volledige cijfers zijn nog niet bekend, maar er kunnen reeds duidelijke tendensen vastgesteld worden. De Belgische vakbonden tonen opnieuw hun ijzersterke democratische legitimering.
In meer dan 7.000 bedrijven met meer dan 50 of 100 werknemers, waaronder ook vzw’s en de openbare sociale en gezondheidsdiensten hebben de werknemers hun nieuwe vakbondsvertegenwoordigers gekozen. De volledige cijfers zijn nog niet bekend, maar er kunnen reeds duidelijke tendensen vastgesteld worden.
Werknemers in alle bedrijven met meer dan 50 werknemers (voor de Comité’s voor Preventie en Bescherming op het Werk – CPBW) en meer dan 100 werknemers (voor de Ondernemingsraden – OR), waaronder ook ondernemingen zonder winstoogmerk en de openbare sociale en gezondheidsdiensten, hebben van 13 tot 26 mei hun vertegenwoordigers verkozen in ongeveer 11.000 overlegorganen (4.000 OR, 7.000 CPBW).
In de weken voor de verkiezingen zijn wij op pad geweest om mensen te bevragen die voor de eerste keer als kandidaat meedoen aan de sociale verkiezingen. Wij wilden wel eens weten wat hen daartoe aanzette, welke problemen er spelen in hun bedrijf en sector, en wat ze willen verbeteren. Dit is wat zij antwoordden. |
De Ondernemingsraad (OR) is het orgaan waar werkgevers en werknemers samen vergaderen over zaken als het personeelsbeleid, de organisatie van het werk, de oprichting van een arbeidsreglement, vakantie, dienstroosters. De werkgevers geven er informatie over de toekomstperspectieven en de productiecijfers van het bedrijf.
Het Comité voor de preventie en bescherming op het werk (CPBW) geeft onder andere advies over alle aspecten van persoonlijke bescherming van het personeel, benoemt een preventieadviseur, onderhoudt de relaties van het bedrijf met de federale overheid, verzorgt het onthaal van nieuwe werknemers en werkt mee aan de opstelling van het Globaal Preventieplan en het Jaarlijks Actieplan.
In principe kan elk van de drie nationaal erkende vakbonden ACV, ABVV en ACLVB in elk bedrijf lijsten indienen. Meestal dienen ze lijsten in waar ze reeds syndicaal actief zijn. Die aanwezigheid is deels historisch te verklaren, deels dynamisch door de lokale inzet van vakbondsmensen.
1,5 miljoen werkende Belgen hebben opnieuw democratische legitimering gegeven aan hun representatieve organisaties, de vakbonden. Die blijven daarmee de grootste organisaties van het maatschappelijk middenveld
De kleinere van de drie vakbonden, het ACLVB, wordt groter in bepaalde bedrijven en sectoren waar ze al relatief sterk stond. Ze breekt ook door in sectoren die historisch door een van de twee grote vakbonden (of door beide) werden gedomineerd. In enkele sectoren wordt ze de tweede vakbond.
Democratisch gelegitimeerde vakbonden
Dat werknemers een keuze kunnen maken tussen drie vakbonden is een historisch gegeven eigen aan de Belgische sociale geschiedenis. Elke vakbond focust in zijn analyse op de beste resultaten, die per sector verschillen.
De essentie is echter dat 1,5 miljoen werkende Belgen opnieuw een democratische legitimering hebben gegeven aan het principe van sociaal overleg door representatieve organisaties, met name de vakbonden. De vakbonden blijven daarmee de grootste organisaties van het maatschappelijk middenveld.
Deze verkiezingen tonen bovendien aan dat de vakbonden de meest democratische organisaties zijn van dat middenveld. Elke werknemer mag immers mee beslissen over wie haar/hem zal vertegenwoordigen de komende vier jaar. Zelfs werknemers die geen lid zijn van een vakbond mogen er vrij aan deelnemen.
Wat de vakbonden bekomen via het sociaal overleg geldt bovendien voor alle werknemers. Elk verworven sociaal recht dat één vakbond verwerft geldt volledig voor de werknemers van de andere vakbonden in een bedrijf, zelfs voor collega-werknemers die geen lid zijn van een vakbond. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar kan niet voldoende herhaald worden.
Hieronder volgt een overzicht van de analyse die de drie vakbonden zelf maken over deze sociale verkiezingen.
Het Algemeen Belgisch Vakverbond ABVV
Het ABVV is tevreden met meer kandidaten, meer stemmen, meer zetels in ondernemingsraden (OR) en Comités voor preventie en bescherming op het werk (CPBW). De socialistische vakbond ziet nog uitdagingen, maar stelt tevens een sterker vertrouwen vast van de werknemers.
Het ABVV telt voortaan 1 procent meer zetels (in zowel OR als CPBW) en in de sector social profit neemt het aantal jong verkozenen toe met bijna 3 procent. Tevens heeft het ABVV voor het eerst deelgenomen aan de sociale verkiezingen in 900 bedrijfseenheden meer dan in 2020.
“De recente aanvallen op de syndicale vrijheden, juridische vonnissen en intimidatie van werkgevers heeft de vastberadenheid van de vakbondsmensen niet ondermijnd”
In een aantal bedrijven wordt voor de eerste maal een CPBW opgericht. Die Comités zullen de arbeidsomstandigheden van duizenden mensen verbeteren.
De recente aanvallen op de syndicale vrijheden, juridische vonnissen en intimidatie van werkgevers heeft de vastberadenheid van de vakbondsmensen niet ondermijnd.
Recent onderzoek door Randstad wijst trouwens uit dat vakbonden nog steeds op overweldigende steun van werknemers kunnen rekenen (zie De positie van vakbonden in de bedrijven blijft ijzersterk).
Algemeen Christelijk Vakverbond ACV
ACV Puls, de vakbondsafdeling van ACV die vooral leden heeft onder bedienden, is eveneens blij met de behaalde resultaten. “We zijn en blijven de grootste vakbond in heel wat sectoren en bedrijven”, legt algemeen secretaris Lieveke Norga uit.
“Werknemers waarderen onze inspanningen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de resultaten bij Delhaize, waar we hard getrokken hebben aan het herstructureringsdossier en nog vooruitgaan.”
In de dienstensector, de financiën, de retail en de non-profit blijft ACV Puls ook de komende vier jaar de grootste vakbond, met uitschieters tot meer dan 70 procent.
Elke Maes over het verkiezingsresultaat in de sectoren diensten en financiën: “Doorheen deze diverse verzamelsector zijn we met gemiddeld ruim 50 procent van de stemmen opnieuw de belangrijkste vertegenwoordiger van het personeel.”
“In de retail blijven ACV-Puls en onze Franstalige tegenhanger Centrale Nationale des Employé-e-s (CNE) de grootste personeelsvertegenwoordiger”, legt Kristel Van Damme uit. “We halen ook bijzonder goede resultaten bij jongeren.”
“In de non-profitsectoren scoren we met een gemiddelde van 70 procent opnieuw erg hoog”, stelt Olivier Remy. “Het harde werk van de personeelsvertegenwoordigers tijdens de pandemie wordt beloond. In traditionele zorgsectoren als ziekenhuizen en woonzorgcentra halen die zelfs tot bijna 75 procent.”
“Deze sociale verkiezingen hebben opnieuw een zeer sterk fundament gelegd voor het sociaal overleg in de ondernemingen de komende jaren”
Het ACV haalt nationaal 55 procent van de zetels in de CPBW en 53 procent in de OR. ACV-voorzitter Ann Vermorgen: “Wat me persoonlijk bijzonder verheugt is de verdere vervrouwelijking van onze afgevaardigden. Deze sociale verkiezingen hebben opnieuw een zeer sterk fundament gelegd voor het sociaal overleg in de ondernemingen voor de komende jaren.”
Algemene Centrale der Liberale Vakbonden ACLVB
De liberale vakbond ACLVB ziet eveneens redenen om tevreden te zijn. “We hebben meer stemmen gehaald dan ooit tevoren en meer mandaten gewonnen in talrijke bedrijven. Dit is de zevende keer op rij dat we zo’n overwinning behalen, wat onze groeiende invloed en het vertrouwen van meer dan 200.000 werknemers bevestigt!”, aldus Gert Truyens, Nationaal ACLVB-Voorzitter.
“Met 15.169 kandidaten, een stijging van 5 procent ten opzichte van 2020 en van 7 procent qua aantal ingediende lijsten, heeft de liberale vakbond meer dan 10 procent van alle zetels behaald. Daarnaast is er een stijging van ongeveer 5 procent in het aantal stemmen, wat resulteert in een stemmenaandeel van meer dan 14 procent. We winnen op alle fronten, in Brussel, in Vlaanderen en in Wallonië, zowel in de ondernemingsraden als in de CPBW’s”, verduidelijkt Truyens nog.
“Belangrijke campagnethema’s waren koopkracht, werkbaar werk en een kwalitatieve eindeloopbaan. Dit resultaat danken we aan de voortdurende inzet van onze leden en afgevaardigden, die baat hebben bij de praktische oplossingen die we bieden voor de alledaagse problemen van werknemers”, aldus Truyens.
“Ondanks verschillen in standpunten met de andere vakorganisaties, zag ik een campagne gericht op vooruitgang en samenwerking, zonder negatieve aanvallen.”
Het ACLVB is nu actief in ongeveer 1 op 3 bedrijven en haalt een stemmenresultaat van meer dan 14 procent. Truyens: “In meer en meer bedrijven zijn we niet langer de kleinste vakbond, maar zijn we vaker tweede grootste en alsmaar meer zelfs de grootste vakbondsfractie. Denk bijvoorbeeld aan de KU Leuven, Colruyt Group, Callebaut, enz …”
Gert Truyens is daarenboven zeer tevreden over het eerlijke verloop van de campagne. “Campagnes voer je nooit alleen! Ondanks verschillen in standpunten met de andere vakorganisaties, zag ik een campagne gericht op vooruitgang en samenwerking, zonder negatieve aanvallen. Dit toont aan dat het ook anders kan”, concludeert hij.