Als kasseien konden spreken: ontdek historisch Brussel met Lucas Catherine

Het Hollands leger vlucht via de Vlaamse Poort (1830). Illustratie L. Van Neck

FacebooktwitterFacebooktwitter

Lucas Catherine kennen we van zijn talrijke boeken over de koloniale geschiedenis van Belgisch Congo en van de kolonisatie van het Palestijnse volk. Hij is tevens historicus van Brussel, de stad waar hij woont en die hij door en door kent. In ‘Als kasseien konden spreken’ neemt hij je mee op stap door de stadswijken rond de Vlaamsesteenweg.

Waar Als kasseien konden spreken over gaat, vat Lucas Catherine gevat samen op de eerste pagina:

“Dit verhaal over de Brusselse geschiedenis vertrekt van de kasseien op een steenweg en wie langs die steenweg woonde: werkvolk, winkeliers, stamineebazen1, maar ook geletterde mensen en vrouwen die niet op hun mond waren gevallen. Zij haalden de officiële geschiedenis niet, maar dat wil niet zeggen dat zij geen geschiedenis hadden.”

Dat is wat Lucas Catherine doet. De door de grote geschiedschrijvers van de al even grote historische persoonlijkheden doelbewust weg gegomde ‘vergeten zaken’ opzoeken en uitschrijven in boeken zoals Als de kasseien konden spreken.

Woordenschat, een schat aan woorden

De Vlaamsesteenweg bestaat nog steeds, althans een kort stukje van wat ooit een centrale verbindingsweg was naar en door Brussel. De straat is het decor van de roman Lijmen/Het Been (1923) van Willem Elsschot.

Foto: Public Domain

Het woord kassei geraakt stilaan in onbruik. Jammer, want ik vind het prachtig klinken, sterk, onverwoestbaar. In het Brussels dialect werd die -ei steevast als -aa uitgesproken. Een ‘kassaa’ was trouwens niet alleen de steen maar ook de hele weg, de steenweg, nog een woord met geschiedenis.

Die steenwegen waren de wegen die het nieuwe België aanlegde tussen de steden, toen de auto nog een exclusief en zeldzaam ding was voor een kleine elite, die er bovendien zelden zelf mee reed. Daar hadden ze een chauffeur voor. Zijn naam ‘chauffeur’ namen ze over van de stoomtrein, het betekent letterlijk ‘stoker’.

Ik groeide op in de jaren 1960 in Tervuren, toen nog een dorpje, dat door een bos netjes gescheiden was van Brussel, maar het plaatselijke dialect vertoonde veel gelijkenis met het Brussels. Ik herken in Als de kasseien konden spreken heel wat woorden die mijn grootouders nog gebruikten.

 

Revolution avant la lettre

Lucas Catherine gaat in dit boekje dieper in op een specifiek deel van Brussel rond die Vlaamsesteenweg, de buurt die hedendaagse hippe Brusselaars en toeristen kennen rond café-restaurant De Markten en de Sint-Kathelijnekerk.

De Vlaamsesteenweg nu. Googlemaps.com

Zijn historische terugblik begint bij een episode waar ik nog nooit van had gehoord – weer die ‘vergeten zaken’. Brussel heeft een republikeinse revolutie avant la lettre gekend, die negen jaar stand hield.

Kinnebakstraatje. Litho Louis Titz (1917)

Die opstand was een reactie op de gruwelijke Spaanse bezetting onder de beruchte folterhertog Alva. De kortstondige democratisering van Brussel na de overwinning op Alva in 1576 was echter beperkt.

Concreet ging het bestuur van de stad en zijn omgeving over van de traditionele adel naar de kleinburgerij van de ‘ambachten’. De rest van de bevolking bleef even machteloos overleven in bittere armoede, ten bate van hun uitbuiters.

In maart 1585 werden alle revolutionairen die niet konden ontsnappen geëxecuteerd aan de Vlaamse Poort. Zo ging dat toen met stoute onderkruipers die zo onbeschaamd waren het status quo in vraag te stellen.

De slogans van die revolutie waren een te weinig bekende voorbode van de Franse Revolutie 200 jaar latBeschimmelde hosties

Fake news en leugens om discriminatie, vervolging of oorlog te rechtvaardigen, het is blijkbaar van alle tijden. Een zogenaamde ontering van hosties2 werd in de 14de eeuw ingezet als motivering om de Joodse bevolking uit Brussel te verbannen.

In werkelijkheid ging het om slecht bewaarde hosties die beschimmeld waren. Het is eens iets anders dan onbestaande massavernietigingswapens. Het verhaal van deze hosties speelde zich af in een verdwenen kerk in de buurt van de Vlaamsesteenweg.

Lucas Catherine neemt je verder mee langs gebouwen, nog bestaande of reeds lang verdwenen, herontdekt na opgravingen.

Wat zijn boekje echter vooral boeiend maakt zijn de talrijke verhalen van de gewone mensen, zij die het echte werk deden – wat we tijdens de pandemie de ‘essentiële’ werkers noemden.

De Braderie van 1923. Foto: Collectie Charlier

Hij gaat ook terug naar de tijd dat elke ‘staminee’ zijn eigen brouwerij had. Geen marketing voor artisanaal bier, gewoon het bier van dat café. Je krijgt ook wat wetenschappelijke informatie over dingen als de Brettanomyces bruxellensis. Wie er meer over wil weten, leze dit boek!

De Vlaamsesteenweg was een van de eerste Brusselse straten met een tram, niet elektrisch, met paarden. Het was tevens de buurt waar de eerste Congolezen uit de kolonie kwamen wonen, tot de koloniale elite vond dat het genoeg was. Mondige en goed opgeleide Congolezen waren geen goed voorbeeld waren voor de Belgen en hun migratie werd verboden. Klinkt bekend.

Je leert hier ook hoe de allereerste Belgische warenhuisketen Sarma kon groeien en bloeien (tot het bedrijf failliet ging en opgenomen werd in het huidige Carrefour).

De allereerste zijn had (heel even) wel een voordeel. Wanneer mijn grootouders ‘naar de Sarma’ gingen bedoelden ze dat ze naar een grootwarenhuis gingen,  van eender welk merk. Die eerste Sarma stond op de Vlaamsesteenweg, daarna snel gevolgd door de warenhuizen van de gebroeders Delhaize, die eveneens koloniale waren verkochten.

Kleine zelfstandigen poogden de opmars van die oneerlijke concurrenten tegen te werken door met braderieën hun betere waren aan te prijzen. De braderie – een verfransing van het woord ‘braderij’ – van de buurt bestaat nog steeds , ook al is het niet langer meer twee weken maar slechts één dag.

Hoeft het gezegd, Brussel is zoveel meer dan het Europese cliché. Wie dit boekje leest bekijkt de stad met een andere blik.

 

Lucas Catherine (m). Foto: Mohamed Benzouia

Lucas Catherine. Als kasseien konden spreken – Negen eeuwen Vlaamsesteenweg in Brussel. Mammoet, Antwerpen, 2024, 104 pp. ISBN 978 9462 6750 87. Over zijn Brussel schreef Lucas Catherine ook De Buik van Brussel.

Notes:

1   Een ‘staminee’ is Brussels voor volkscafé. Het is afgeleid van ‘estaminet’, dat zijn oorsprong had in het Picardisch, de taal van Noord-Frankrijk, voor de Franse Revolutie het dialect van de Parijse regio opdrong aan de rest van Frankrijk als de eenheidstaal die nu het Frans is.

2  Voor wie niet langer de wekelijkse zondagsmis eert,  een hostie is een klein plat cirkelvormig zuurdesembroodje dat als ‘Het Lichaam van Christus’ aan de misgangers wordt gegeven als herdenking van het laatste avondmaal van Christus. Het Latijnse woord hostia betekent ‘slachtoffer’ of ‘offerdier’.

 

De Vlaamsesteenweg anno 1978, nog met kasseien, maar de putten worden reeds gevuld met asfalt. Parkeren was nog geen probleem – hoewel, er stonden al parkeermeters. Foto: monument.heritage.brussels

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.