De Palestijne auteur Ishaq Musa al-Husseini (1904-1990) is vooral bekend voor zijn literair-wetenschappelijk werk en van een aantal politiek-analytische boeken. Zijn enige bekende roman ‘Memoires van een kip – Een Palestijnse fabel’ kwam uit in 1943 en is nog steeds een van de beroemdste Palestijnse boeken.
Toen de Palestijnse auteur Ishaq Musa al-Husseini in 1943 zijn roman Memoires van een kip – Een Palestijnse fabel publiceerde was Palestina nog een Brits mandaatgebied van de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties voor WOII).
Zionistische kolonisten waren weliswaar al tientallen jaren actief in Palestina, maar dat hij vijf jaar later zijn land voor hen zou moeten ontvluchten was dan nog geen fatale verwachting.
Deze korte roman van 155 pagina’s (met nawoord van Nederlands auteur Richard van Leeuwen) is zijn meest bekende fictiewerk. Het hoofdpersonage is, zoals de titel duidelijk maakt, een kip.
De auteur geeft haar een ‘menselijk’ karakter. Zowel ‘menselijk’ in zijn letterlijke betekenis, alsof deze kip denkt en handelt als een mens. Evenals ‘menselijk’ in figuurlijke zin van ‘iemand die is goed voor anderen’ (in deze tijden van genocide live op onze schermen, kunnen we ons de vraag stellen wat ‘menselijk’ zijn nog betekent).
De ‘hoofdkip’ van dit verhaal heeft geen naam. Zij leeft in een wereld waar de normen van de kippenwereld gelden. Waar het normaal is dat mannen meerdere vrouwen hebben. Die polygamie vinden we in de echte mensenwereld onaanvaardbaar1, maar toch slaagt de auteur erin hier een geloofwaardig verhaal neer te zetten, dat je geboeid houdt tot de laatste pagina.
Eerste les kippenkweek
In onze verstedelijkte wereld heeft men nogal romantische ideeën over kippen. Even nuchter blijven. In de kippenkweek gaat men uit van één haan per 10 à 15 hennen, als je wil kweken. Maar kippen hebben helemaal geen haan nodig om eieren te leggen.
Eeuwenlange teelttechnieken in Azië, Egypte en het Romeinse Rijk hebben kippen voortgebracht die onbevruchte eieren leggen voor menselijke consumptie, het hele jaar lang (al is dat niet helemaal waar, kippen in vrije loop hebben drie à vier maal per jaar een korte periode tot enkele weken dat ze niet leggen, nvdr.).
Kippen zijn zeer sociale wezens. Je mag nooit één kip alleen houden. Die zal wel aanhankelijk worden als een poes – als dat je ding is – maar amper eieren leggen. Bovendien, die eenzame sukkelaar scharrelt niet, kakelt niet en zoekt geen wormen in het gras (als ze al een buiten hebben). Je kip heeft immers een ‘menselijke’ depressie.
Kippen hebben een strakke sociale orde. Zonder haan is één kip de baas in de pikorde. Die positie is niet permanent. Ouder worden – voor zover je maximaal 10 jaar een lang leven vindt – betekent dalen in de pikorde. Dat werkt goed, behalve als er nieuwkomers zijn.
Kippen zijn immers extreme racisten, toch voor een paar dagen. Een nieuwe kip mag je niet zomaar in de ren introduceren. Die ondervindt wat pikorde concreet betekent en riskeert haar leven. (Dit los je op door ze eerst een tijd afzonderlijk achter draad in oogcontact met de andere kippen te houden, nvdr.).
Over naar fabeltjesland?
Of auteur Ishaq Musa Al-Husseini iets afwist van het echte kippenleven is niet zeker, hij was een stadskind. Wie nuchter over echte kippen denkt zal dus wel even de wenkbrauwen fronsen wanneer hij dit verhaal leest over een filosoferende kip.
De kip in dit verhaal denkt na over de zin van het leven, over de echtgenoot (die ze liefdevol deelt met haar ‘zusters’), over nieuwkomers, over het leven en de dood, over rechtvaardigheid, liefde, solidariteit, over een ideale maatschappij, maar ook over jaloezie, roddel, nijd, haat en geweld, dat soms dodelijk afloopt.
Het verhaal Memoires van een kip kan je niet vatten in één literair genre. Het vergt niet veel fantasie om te lezen dat de auteur zelf nadenkt over de maatschappij, zijn volk, maar ook over niet bij naam genoemde bezetters en nieuwkomers, die zich meer en meer opdringen ten koste van de autochtone bewoners.
Het is geen echt sprookje of een fabel met sprekende dieren, ook al lijkt het daar wat op. Je kan het ook geen roman noemen, noch politieke analyse of filosofisch traktaat, hoewel er van al die literaire genres wel iets inzit.
Soms is de stijl anekdotisch verhalend. Soms zit de kip alleen te filosoferen, of beschrijft ze de wereld (de kippenren en daarbuiten) om haar heen. Dan weer voert ze debatten over waarden, solidariteit, territorium en het recht op geweld om dat te verdedigen.
Volgens Richard van Leeuwen in zijn nawoord, is dit “geen verhulde kritiek op de toenemende spanningen in Palestina na de opstanden van de jaren dertig” (tegen het opkomende koloniale zionisme maar ook tegen de zware sociale uitbuiting door de Britse mandaathouders2).
Zijn leeftijdsgenoten zagen er wel degelijk een politieke kritiek in, ook al ontkende de auteur dat zelf. Dat valt echter te verklaren door zijn vrees dat het boek anders niet zou worden gepubliceerd.
Het is volgens mij wel onverhulde kritiek, al mag je dat hineininterpretierung noemen. Je voelt immers dat er iets broeit, dat de kip leeft in een wereld waar zware gewelddadige veranderingen op til zijn. Gaat dit over Palestina? Ik denk van wel. Subtiel, maar toch duidelijk genoeg.
Wie was deze man?
In 1904 werd Ishaq Musa Al-Husseini geboren in de wijk Haret al-Sa’diyya van Jeruzalem, toen nog de hoofdstad van een provincie in het Ottomaanse Rijk. Hij ging er naar de lokale lagere school tot de Britten die sloten in 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Door hun onkunde van het Arabisch konden ze immers niet controleren wat daar werd gezegd aan de kinderen. Indoctrinatie is immers alleen goed als ze het zelf doen.
Hij studeerde daarna aan het English College in Jeruzalem en ging vervolgens naar de American University in Caïro, waar hij journalistiek studeerde. Met een beurs studeerde hij vervolgens Oriëntaalse en Afrikaanse geschiedenis aan de University of London, waar hij een doctoraat in Semitische talen behaalde als eerste Palestijn die doctoreerde aan deze universiteit.
Terug in Jeruzalem was hij 12 jaar lang leraar talen, waarna hij inspecteur werd in het openbaar onderwijs in Palestina. Als hoofd van het Arab Cultural Committee verzamelde hij onder meer 800 boeken in het Arabisch en het Engels van Palestijnse auteurs.
Dat historisch archief werd in 1948 tijdens de Nakba vernield door zionistische terroristen. De auteur leefde daarna tot 1957 in ballingschap in de Libanese hoofdstad Beiroet en gaf ook nog les aan de American University in Caïro.
Ondanks de verdere bezetting door de nieuwe staat Israël van de overblijvende rest van Palestina, waaronder ook Oost-Jeruzalem, keerde Al-Husseini in 1967 terug naar zijn geboortestad, waar hij terug les gaf en veel literaire en culturele activiteiten organiseerde. In 1986 kreeg hij voor zijn onderzoekswerk de eretitel ‘decaan van de Palestijns-Arabische literatuur’.
Hij wordt nog steeds beschouwd als de grootste expert ooit van Palestijnse literatuur. Zijn leven lang pleitte hij voor degelijk onderwijs van en in het Arabisch, waarvoor hij erkenning kreeg van Yasser Arafat, leider van de PLO. Hij stierf in 1990 op 89-jarige leeftijd in zijn geboortestad Jeruzalem.
Palestijnse cultuur
De Palestijnse bevolking behoort tot de hoogst geschoolde in de Arabische wereld. Hun universiteiten stonden op wereldniveau. Na 1967 heeft die reputatie nog lang stand gehouden.
De voorbije jaren voert bezetter Israël echter een destructief beleid om degelijk onderwijs in de bezette Palestijnse gebieden onmogelijk te maken. Deels om de Palestijnse culturele wortels in hun land uit te roeien, deels om ambitieuze jongeren weinig subtiel te dwingen naar het buitenland te emigreren voor hun studies (en daar te blijven).
De volledige vernietiging van alle scholen, bibliotheken, musea en campussen in Gaza is een van de hoofddoelstellingen van de genocide in Gaza.
Zijn erfenis
Al-Husseini schreef vooral wetenschappelijke boeken, zoals Arab Jerusalem3, Born a Palestinian, The Psychological Effects of the Nakba on Palestinians en The Conflict of Arabism and Zionism in Palestine, waarin hij de gevolgen van bezetting en kolonisatie beschreef voor het Palestijnse volk.
Van zijn romans is alleen deze dierenfabel ruim bekend. Het is nog altijd een van de meest populaire boeken uit de Palestijnse literatuur. Uitstekend vertaald door Djûke Poppinga.
Ik citeer de laatste alinea van het nawoord door Richard van Leeuwen: “Al met al blijft Memoires van een kip een wonderlijk en intrigerend boek, dat zowel in de tijd van verschijning als in de huidige tijd eenduidige interpretaties weerstaat … Het is aan de lezer om te beoordelen in hoeverre het boek een universele of een politieke boodschap bevat.”
Deze lezer oordeelt dat het een ‘wonderlijk en intrigerend boek’ is dat een universele én een politieke boodschap bevat.
Ishaq Musa Al-Husseini. Memoires van een kip – Een Palestijnse fabel. Jurgen Maas, Amsterdam, 2024, 155 pp. ISBN 978 9083 38 12 82. Arabisch origineel 1943, vertaling Djûke Poppinga, nawoord Richard van Leeuwen.
Notes:
1 Tijdens de jeugdjaren van de auteur was polygamie reeds onbestaand in de Palestijnse stedelijke gebieden en werd het beschouwd als een ouderwetse praktijk van het arme platteland.
2 Na de Eerste Wereldoorlog viel het Ottomaanse Rijk uit elkaar. Een nieuwe organisatie zou voortaan de wereldvrede garanderen. De Volkenbond plaatste delen van het Ottomaanse Rijk onder voogdij van de Europese koloniale regimes, die hun ‘mandaatgebieden’ de facto gewoon als kolonie uitbuitten. Palestina werd een Brits mandaatgebied. De Volkenbond was een totale mislukking en werd na de Tweede Wereldoorlog vervangen door de Verenigde Naties.
3 Dit zijn de Engelse titels van zijn Arabische boeken.